In het pand waar ooit de sociëteit van Virgiel en later het studentenpastoraat gehuisvest was, wonen nu twaalf Virgiliaanse heren. Ze hebben vele regels en mooie tradities.
br />
Het is vrijdagavond en ik mag komen eten. In de keuken wordt de laatste hand gelegd aan de stamppot. Ik geef één van de koks de flessen rode wijn en de soesjes voor bij de koffie. We kunnen aan tafel.
Tijdens het eten moet ik ervoor waken dat ik geen slechte woordgrap of opmerking maak. Er bestaat namelijk de kans dat als iedereen aan tafel het belabberde humor vindt, je een flink slok van een smerig drankje moet nemen: deze keer geen bessenjenever of citroenbrandewijn, maar een illegaal geïmporteerde fles slangenwijn. En dat ruikt niet alleen ranzig, het ziet er ook ranzig uit. In de fles zit behalve een troebele witte wijn ook een dode cobra met in zijn bek een andere gifgroene slang. Hoe het smaakt wil ik niet eens weten.
Voor mijn telefoon moet ik ook uitkijken. Op het opnemen van de telefoon tijdens het eten staat ook een sanctie: van al je medebewoners een overhemd strijken. Ook een mooie: wanneer één van je huisgenoten zijn vakantietas inpakt, moet je hem altijd even helpen en hem stiekem wat onzinnige bagage meegeven. Zo kreeg Jaap, al een tijdje bezig met zijn master technische bestuurskunde, toen hij laatst op wintersport ging een waterpas, een speelgoeddildo en een minifonteintje mee. Jaap heet trouwens Gerben, maar net als iedereen in dit huis heeft ook hij traditiegetouw een bijnaam.
Hij had eigenlijk nog geluk dat hij tijdig weer bij zijn tas kwam, want ze stonden al klaar om hem nog een stoeptegel mee te geven. “Dat is zo lekker zwaar als je met je tas vanaf de bus nog een kilometer naar je appartement moet lopen.” De vorige keer was het nog wel gelukt een loodzware tegel toe te voegen. Toen zat er zelfs een briefje bij met het verzoek om de tegel ook weer mee naar Delft terug te nemen.
Na het eten is het tijd voor koffie. Volgens huistraditie in een persoonlijke, delftsblauwe mok. Die krijg je als huisjongste cadeau op je eerste verjaardag, mits je voor die tijd een nieuw namenbordje bij de voordeur hebt geklust. En je krijgt er maar één gedurende je studententijd: de meeste zijn dan ook al meerdere keren in stukken gevallen en gelijmd.
Wat even bijzonder is aan het huis is dat er een kapel in gehuisvest is. Eens in de maand wordt er zelfs nog een dienst in gehouden. Of ze erbij aanwezig zijn? Nee, ze liggen da’n, geheel volgens traditie, brak in bed. (MvdS)
MENU
Boerenkool met spekjes en rookworst
Jus in een kuiltje
Kiwi en bosvruchtenyoghurt
Koffie met soesjes van Delta
In het pand waar ooit de sociëteit van Virgiel en later het studentenpastoraat gehuisvest was, wonen nu twaalf Virgiliaanse heren. Ze hebben vele regels en mooie tradities.
Het is vrijdagavond en ik mag komen eten. In de keuken wordt de laatste hand gelegd aan de stamppot. Ik geef één van de koks de flessen rode wijn en de soesjes voor bij de koffie. We kunnen aan tafel.
Tijdens het eten moet ik ervoor waken dat ik geen slechte woordgrap of opmerking maak. Er bestaat namelijk de kans dat als iedereen aan tafel het belabberde humor vindt, je een flink slok van een smerig drankje moet nemen: deze keer geen bessenjenever of citroenbrandewijn, maar een illegaal geïmporteerde fles slangenwijn. En dat ruikt niet alleen ranzig, het ziet er ook ranzig uit. In de fles zit behalve een troebele witte wijn ook een dode cobra met in zijn bek een andere gifgroene slang. Hoe het smaakt wil ik niet eens weten.
Voor mijn telefoon moet ik ook uitkijken. Op het opnemen van de telefoon tijdens het eten staat ook een sanctie: van al je medebewoners een overhemd strijken. Ook een mooie: wanneer één van je huisgenoten zijn vakantietas inpakt, moet je hem altijd even helpen en hem stiekem wat onzinnige bagage meegeven. Zo kreeg Jaap, al een tijdje bezig met zijn master technische bestuurskunde, toen hij laatst op wintersport ging een waterpas, een speelgoeddildo en een minifonteintje mee. Jaap heet trouwens Gerben, maar net als iedereen in dit huis heeft ook hij traditiegetouw een bijnaam.
Hij had eigenlijk nog geluk dat hij tijdig weer bij zijn tas kwam, want ze stonden al klaar om hem nog een stoeptegel mee te geven. “Dat is zo lekker zwaar als je met je tas vanaf de bus nog een kilometer naar je appartement moet lopen.” De vorige keer was het nog wel gelukt een loodzware tegel toe te voegen. Toen zat er zelfs een briefje bij met het verzoek om de tegel ook weer mee naar Delft terug te nemen.
Na het eten is het tijd voor koffie. Volgens huistraditie in een persoonlijke, delftsblauwe mok. Die krijg je als huisjongste cadeau op je eerste verjaardag, mits je voor die tijd een nieuw namenbordje bij de voordeur hebt geklust. En je krijgt er maar één gedurende je studententijd: de meeste zijn dan ook al meerdere keren in stukken gevallen en gelijmd.
Wat even bijzonder is aan het huis is dat er een kapel in gehuisvest is. Eens in de maand wordt er zelfs nog een dienst in gehouden. Of ze erbij aanwezig zijn? Nee, ze liggen da’n, geheel volgens traditie, brak in bed. (MvdS)
MENU
Boerenkool met spekjes en rookworst
Jus in een kuiltje
Kiwi en bosvruchtenyoghurt
Koffie met soesjes van Delta

Comments are closed.