Stel: je kijkt naar het gebouw van Elektro en automatisch projecteert een kleine camera informatie over de faculteit op je netvlies. Science fiction? Niet voor hoogleraar Huib de Ridder.
Het is slechts één van de projecten waarbij hij betrokken is. ,,Als het ingewikkeld wordt, worden mensen stil.”
Hoe hoogdravend prof.dr. Huib de Ridder ook van wal steekt, hij verricht zijn onderzoek nog met provisorisch omgebouwde fietshelmen. Ingebouwde cameraatjes registreren nauwkeurig de oogbewegingen van de drager. Die gebruikt hij om te bekijken hoe iemand omgaat met het instellen van eenvoudige apparaten, zoals een thermostaat. ,,Iedere gebruiker bekijkt eerst even hoe het ding werkt en maakt vervolgens een plan hoe hij de opdrachten gaat uitvoeren”, legt hij uit. Daarbij blijkt dat veel apparaten verre van gebruiksvriendelijk zijn.
Bij oudere mensen doet het probleem zich het duidelijkst voor: geef ze een videorecorder en binnen vijf minuten zijn ze in alle keuzemenu’s het spoor bijster. Het zou al heel wat schelen als je gewoon kunt zeggen wat je wilt, in plaats van je door allerlei keuzemogelijkheden te moeten worstelen. ,,Maar nog mooier zou het zijn als het apparaat aan jouw ogen ziet wat je wilt”, zegt De Ridder. ,,Ik probeer intelligentie in te bouwen in de apparatuur, zodat het product een actieve partner in de dialoog met de gebruiker wordt.” Je kijkt even naar een aankondiging van een programma en voor je het weet is het opgenomen.
Is het wel prettig om te leven in een omgeving waar apparaten zo efficiënt reageren op hun gebruikers? ,,Er is duidelijk een grens, maar het is niet duidelijk waar die grens precies ligt”, vindt De Ridder. ,,In Japan is bijvoorbeeld een experiment gedaan waarbij intelligente apparatuur ervoor zorgde dat de temperatuur in een huis zich zodanig aanpaste, dat de lucht rondom de bewoner altijd precies even warm was, zodat het niet uitmaakte of hij bij het raam stond of bij het kooktoestel. Dat was dus erg vervelend. Het moet altijd mogelijk zijn om de systemen uit te schakelen. Mensen hebben behoefte aan weerstand.”
Catwalk
De vorige werkgever van De Ridder was het Instituut voor Perceptie Onderzoek, een samenwerkingsverband tussen het NatLab van Philips en de Technische Universiteit Eindhoven. Daar onderzocht hij de manier waarop mensen televisiebeelden waarnemen en waarderen. Het grootste verschil tussen het instituut en de universiteit ligt in de werkwijze. ,,In Eindhoven werkten we op projectbasis. Het onderzoek werd gestuurd door opdrachten vanuit het bedrijf. Dat verschilde nogal met de oude vorm van fundamenteel onderzoek die ik vanuit de universiteit gewend was.” Projectmatig onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven heeft de toekomst, denkt de hoogleraar. Een gevaar voor de wetenschap ziet hij niet: ,,Je krijgt goede vragen naar je toegeschoven met enorme theoretische implicaties.” Liever spreekt hij van een vruchtbare samenwerking.
De vakgroep van De Ridder lijkt met al dat theoretisch onderzoek een buitenbeentje in een faculteit waar productontwerpers het beeld bepalen. ,,Er is binnen IO een duidelijke verschuiving naar diensten en multimedia, waar wij goed op aansluiten”, aldus de hoogleraar. ,,Bovendien zijn al die ontwerpers juist heel belangrijk. In Eindhoven waren die er niet. Hier doorlopen mensen het hele productietraject. Aan het eind kunnen we een product echt bouwen om er vervolgens mee te spelen.”
De Ridder ziet dan ook belangrijke, nieuwe taken voor ontwerpers weggelegd. ,,Mensen gaan niet met zo’n helm rondlopen. Daarom moeten ontwerpers ervoor zorgen dat zo’n ding acceptabel wordt.” Het MIT in Boston organiseert zelfs modeshows waarin mooie modellen met dit soort apparaten als begeerlijke mode-accessoires over de catwalk paraderen. De Ridder ziet er wel iets in.
Vervoering
De hoogleraar heeft een onorthodoxe opleiding achter de rug. Eerst wilde hij medicijnen gaan studeren, maar hij werd uitgeloot. Daarna volgden wis- en natuurkunde in Utrecht, maar dat zag hij ‘meer als middel dan als doel’. Uiteindelijk studeerde hij in Amsterdam af als psycholoog in de psychofysiologie. Een vreemde eend in de Delftse bijt? ,,Van techniek ben ik niet op de hoogte”, aldus De Ridder. ,,Dus ik kan perfect de naïeve, lastige gebruiker spelen. Dan blijkt hoe moeilijk sommige dingen zijn: de meest simpele dingen zijn niet simpel.”
Wat doet de perceptieonderzoeker in zijn vrije tijd? Juist ja: schilderijen bekijken. Samir Zeki, een hoogleraar diede relatie tussen de kunstenaar en de wetenschapper onderzoekt, mag zich in een warme belangstelling van De Ridder verheugen. ,,Een bepaald soort kunst kan mensen aanspreken omdat ze een bepaald deel van de hersenen activeert. De kunstenaar kan de toeschouwer in vervoering brengen. Hij heeft daarmee een wapen dat de wetenschapper niet heeft en daar kan ik nog veel van leren”, zegt de hoogleraar.
Een workaholic dus? ,,Werk en hobby zijn bij mij inderdaad aardig vermengd, maar daar heb ik noch mijn vrouw moeite mee. Zij is directeur van de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind te Amsterdam. Ze doet dus ook perceptie, maar dan auditief in plaats van visueel.”
Het hoogleraarschap bevalt De Ridder: ,,Ik kan nu bij veel meer informatie komen dan vroeger. Dat is leuk. Een nadeel is dat ik nu veel meer bezig ben met managen. Ik hoop dat ik ervoor kan zorgen dat mijn onderzoeksactiviteiten niet helemaal tot nul dalen. Op de middelbare school wist ik al dat ik wilde gaan studeren en dat is nog steeds mijn drijfveer.”
Stel: je kijkt naar het gebouw van Elektro en automatisch projecteert een kleine camera informatie over de faculteit op je netvlies. Science fiction? Niet voor hoogleraar Huib de Ridder. Het is slechts één van de projecten waarbij hij betrokken is. ,,Als het ingewikkeld wordt, worden mensen stil.”
Hoe hoogdravend prof.dr. Huib de Ridder ook van wal steekt, hij verricht zijn onderzoek nog met provisorisch omgebouwde fietshelmen. Ingebouwde cameraatjes registreren nauwkeurig de oogbewegingen van de drager. Die gebruikt hij om te bekijken hoe iemand omgaat met het instellen van eenvoudige apparaten, zoals een thermostaat. ,,Iedere gebruiker bekijkt eerst even hoe het ding werkt en maakt vervolgens een plan hoe hij de opdrachten gaat uitvoeren”, legt hij uit. Daarbij blijkt dat veel apparaten verre van gebruiksvriendelijk zijn.
Bij oudere mensen doet het probleem zich het duidelijkst voor: geef ze een videorecorder en binnen vijf minuten zijn ze in alle keuzemenu’s het spoor bijster. Het zou al heel wat schelen als je gewoon kunt zeggen wat je wilt, in plaats van je door allerlei keuzemogelijkheden te moeten worstelen. ,,Maar nog mooier zou het zijn als het apparaat aan jouw ogen ziet wat je wilt”, zegt De Ridder. ,,Ik probeer intelligentie in te bouwen in de apparatuur, zodat het product een actieve partner in de dialoog met de gebruiker wordt.” Je kijkt even naar een aankondiging van een programma en voor je het weet is het opgenomen.
Is het wel prettig om te leven in een omgeving waar apparaten zo efficiënt reageren op hun gebruikers? ,,Er is duidelijk een grens, maar het is niet duidelijk waar die grens precies ligt”, vindt De Ridder. ,,In Japan is bijvoorbeeld een experiment gedaan waarbij intelligente apparatuur ervoor zorgde dat de temperatuur in een huis zich zodanig aanpaste, dat de lucht rondom de bewoner altijd precies even warm was, zodat het niet uitmaakte of hij bij het raam stond of bij het kooktoestel. Dat was dus erg vervelend. Het moet altijd mogelijk zijn om de systemen uit te schakelen. Mensen hebben behoefte aan weerstand.”
Catwalk
De vorige werkgever van De Ridder was het Instituut voor Perceptie Onderzoek, een samenwerkingsverband tussen het NatLab van Philips en de Technische Universiteit Eindhoven. Daar onderzocht hij de manier waarop mensen televisiebeelden waarnemen en waarderen. Het grootste verschil tussen het instituut en de universiteit ligt in de werkwijze. ,,In Eindhoven werkten we op projectbasis. Het onderzoek werd gestuurd door opdrachten vanuit het bedrijf. Dat verschilde nogal met de oude vorm van fundamenteel onderzoek die ik vanuit de universiteit gewend was.” Projectmatig onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven heeft de toekomst, denkt de hoogleraar. Een gevaar voor de wetenschap ziet hij niet: ,,Je krijgt goede vragen naar je toegeschoven met enorme theoretische implicaties.” Liever spreekt hij van een vruchtbare samenwerking.
De vakgroep van De Ridder lijkt met al dat theoretisch onderzoek een buitenbeentje in een faculteit waar productontwerpers het beeld bepalen. ,,Er is binnen IO een duidelijke verschuiving naar diensten en multimedia, waar wij goed op aansluiten”, aldus de hoogleraar. ,,Bovendien zijn al die ontwerpers juist heel belangrijk. In Eindhoven waren die er niet. Hier doorlopen mensen het hele productietraject. Aan het eind kunnen we een product echt bouwen om er vervolgens mee te spelen.”
De Ridder ziet dan ook belangrijke, nieuwe taken voor ontwerpers weggelegd. ,,Mensen gaan niet met zo’n helm rondlopen. Daarom moeten ontwerpers ervoor zorgen dat zo’n ding acceptabel wordt.” Het MIT in Boston organiseert zelfs modeshows waarin mooie modellen met dit soort apparaten als begeerlijke mode-accessoires over de catwalk paraderen. De Ridder ziet er wel iets in.
Vervoering
De hoogleraar heeft een onorthodoxe opleiding achter de rug. Eerst wilde hij medicijnen gaan studeren, maar hij werd uitgeloot. Daarna volgden wis- en natuurkunde in Utrecht, maar dat zag hij ‘meer als middel dan als doel’. Uiteindelijk studeerde hij in Amsterdam af als psycholoog in de psychofysiologie. Een vreemde eend in de Delftse bijt? ,,Van techniek ben ik niet op de hoogte”, aldus De Ridder. ,,Dus ik kan perfect de naïeve, lastige gebruiker spelen. Dan blijkt hoe moeilijk sommige dingen zijn: de meest simpele dingen zijn niet simpel.”
Wat doet de perceptieonderzoeker in zijn vrije tijd? Juist ja: schilderijen bekijken. Samir Zeki, een hoogleraar diede relatie tussen de kunstenaar en de wetenschapper onderzoekt, mag zich in een warme belangstelling van De Ridder verheugen. ,,Een bepaald soort kunst kan mensen aanspreken omdat ze een bepaald deel van de hersenen activeert. De kunstenaar kan de toeschouwer in vervoering brengen. Hij heeft daarmee een wapen dat de wetenschapper niet heeft en daar kan ik nog veel van leren”, zegt de hoogleraar.
Een workaholic dus? ,,Werk en hobby zijn bij mij inderdaad aardig vermengd, maar daar heb ik noch mijn vrouw moeite mee. Zij is directeur van de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind te Amsterdam. Ze doet dus ook perceptie, maar dan auditief in plaats van visueel.”
Het hoogleraarschap bevalt De Ridder: ,,Ik kan nu bij veel meer informatie komen dan vroeger. Dat is leuk. Een nadeel is dat ik nu veel meer bezig ben met managen. Ik hoop dat ik ervoor kan zorgen dat mijn onderzoeksactiviteiten niet helemaal tot nul dalen. Op de middelbare school wist ik al dat ik wilde gaan studeren en dat is nog steeds mijn drijfveer.”
Comments are closed.