Opinie

Scheepmaker

Op het moment dat bij ons, de ondersteunende dienst van ITS, de plaatsingsbrieven in de bus vallen, lees ik in Delta over een hoogleraar die na een 5-jarig dienstverband met een, zoals hij zelf zegt, ‘niet onaantrekkelijke regeling’ de TU kan verlaten, omdat hij zich niet kan vinden in de huidige organisatie van de TU.

Tegelijkertijd zie ik, in mijn directe omgeving, een medewerker, in een véél lagere salarisschaal, na meer dan 30 dienstjaren zonder enige vorm van overleg ‘geplaatst’ worden op een door haar niet gewenste functie, zonder de mogelijkheid om met financiële compensatie te vertrekken. Het eerste verhaal haalt in ruime mate de Delta. Over het tweede en alle vergelijkbare gevallen hoort men niets. Hoe schrijnend ook, het is dus kennelijk geen onderwerp van algemeen belang. Dat laatste is een eis voor de column die men mij vroeg te schrijven.

Op het moment dat bij ons, de ondersteunende dienst van ITS, de plaatsingsbrieven in de bus vallen, lees ik in Delta over een hoogleraar die na een 5-jarig dienstverband met een, zoals hij zelf zegt, ‘niet onaantrekkelijke regeling’ de TU kan verlaten, omdat hij zich niet kan vinden in de huidige organisatie van de TU. Tegelijkertijd zie ik, in mijn directe omgeving, een medewerker, in een véél lagere salarisschaal, na meer dan 30 dienstjaren zonder enige vorm van overleg ‘geplaatst’ worden op een door haar niet gewenste functie, zonder de mogelijkheid om met financiële compensatie te vertrekken. Het eerste verhaal haalt in ruime mate de Delta. Over het tweede en alle vergelijkbare gevallen hoort men niets. Hoe schrijnend ook, het is dus kennelijk geen onderwerp van algemeen belang. Dat laatste is een eis voor de column die men mij vroeg te schrijven.

Het ‘bindend studieadvies’ is zeer zeker van algemeen belang. De opleidingscommissie vroeg naar commentaar op de ideeën die het college daarover op schrift heeft gesteld. Welke plaats je als studieadviseur ook binnen de organisatie hebt, je wordt geacht daarover een mening te hebben.

Kennelijk is het voor het college nog te lastig om het studieadvies echt bindend te maken, dus gebruikt men de term ‘zwaarwegend negatief studieadvies’. Indien studenten een ‘zwaarwegend’ negatief advies na ampele overweging naast zich neerleggen, kunnen ze geen aanspraak meer maken op extra studiehulp.

Ik vraag mij af wat met deze ‘aanspraak op extra studiehulp’ precies wordt bedoeld. Betekent dit: niet in overleg met een studieadviseur tot een inhaalplan komen? Geen begeleiding meer bij persoonlijke problemen? Geen overleg meer over de vakkenkeuze? Geen gesprek over de studie in combinatie met werk, vriend of vriendin, sport, zieke ouders etcetera? Op de wachtlijst bij STA*D of de studieadviseur? Betekent dit dat een student met een positief advies voorrang krijgt?

Weet het college zo zeker dat de adviezen waterdicht zijn dat ze daaraan mag koppelen: als jij niet doet wat wij adviseren, dan doen we ook niets meer voor jou? Zou iedereen die het college adviseert zo werken? En als een student met positief advies in het tweede jaar besluit zich over te geven aan ranzigheid, of tegen veel geld ergens het millenniumprobleem te gaan oplossen, heeft die dan nog steeds voorrang bij studiehulp? En als ik de term studiehulp zie met de bril van een docent (tenslotte ook studiebegeleider)? Geen vragen stellen tijdens college als je ’te licht’ bevonden bent, dat stoort het leerproces van de studenten van de ‘serieuzere studenten’. Mocht je bij het leren voor een tentamen nog op problemen stuiten, dan moet je achteraan de rij aansluiten bij het spreekuur en kom je pas aan de beurt als de ‘studenten waar we vertrouwen in hebben’ aan hun trekken zijn gekomen.

En dan nog gekker. Het advies kan na een geslaagde inhaalrace alsnog omgezet worden in een positief advies. Is dit soms een verkapte manier om top-studenten te kweken? Degenen die dat lukt, zonder enige begeleiding, dat worden pas ingenieurs metdoorzettingsvermogen. Begrijp me goed, iedere student die bij ons binnenkomt heeft recht op een gefundeerd advies van de kant van de instelling, maar laten we eerst overeenkomen waar dat advies op gebaseerd moet zijn, over welke zekerheidsmarges we het hebben en daar dan eerlijk over zijn. Een gefundeerd advies dat met redelijke argumenten wordt overgebracht, heeft een redelijke kans opgevolgd te worden. Gelukkig liggen m’n eerste schetsen voor een stuk voor de opleidingscommissie nog in een verhuisdoos. Hermans komt met voorstellen dat je langer over je studie mag doen, onder andere om het mogelijk te maken om bij te verdienen of een jaartje eruit te gaan om te mediteren. Dus even een positief advies halen en dan nog 9 jaar.

De auteur is studieadviseur bij Informatica

Op het moment dat bij ons, de ondersteunende dienst van ITS, de plaatsingsbrieven in de bus vallen, lees ik in Delta over een hoogleraar die na een 5-jarig dienstverband met een, zoals hij zelf zegt, ‘niet onaantrekkelijke regeling’ de TU kan verlaten, omdat hij zich niet kan vinden in de huidige organisatie van de TU. Tegelijkertijd zie ik, in mijn directe omgeving, een medewerker, in een véél lagere salarisschaal, na meer dan 30 dienstjaren zonder enige vorm van overleg ‘geplaatst’ worden op een door haar niet gewenste functie, zonder de mogelijkheid om met financiële compensatie te vertrekken. Het eerste verhaal haalt in ruime mate de Delta. Over het tweede en alle vergelijkbare gevallen hoort men niets. Hoe schrijnend ook, het is dus kennelijk geen onderwerp van algemeen belang. Dat laatste is een eis voor de column die men mij vroeg te schrijven.

Het ‘bindend studieadvies’ is zeer zeker van algemeen belang. De opleidingscommissie vroeg naar commentaar op de ideeën die het college daarover op schrift heeft gesteld. Welke plaats je als studieadviseur ook binnen de organisatie hebt, je wordt geacht daarover een mening te hebben.

Kennelijk is het voor het college nog te lastig om het studieadvies echt bindend te maken, dus gebruikt men de term ‘zwaarwegend negatief studieadvies’. Indien studenten een ‘zwaarwegend’ negatief advies na ampele overweging naast zich neerleggen, kunnen ze geen aanspraak meer maken op extra studiehulp.

Ik vraag mij af wat met deze ‘aanspraak op extra studiehulp’ precies wordt bedoeld. Betekent dit: niet in overleg met een studieadviseur tot een inhaalplan komen? Geen begeleiding meer bij persoonlijke problemen? Geen overleg meer over de vakkenkeuze? Geen gesprek over de studie in combinatie met werk, vriend of vriendin, sport, zieke ouders etcetera? Op de wachtlijst bij STA*D of de studieadviseur? Betekent dit dat een student met een positief advies voorrang krijgt?

Weet het college zo zeker dat de adviezen waterdicht zijn dat ze daaraan mag koppelen: als jij niet doet wat wij adviseren, dan doen we ook niets meer voor jou? Zou iedereen die het college adviseert zo werken? En als een student met positief advies in het tweede jaar besluit zich over te geven aan ranzigheid, of tegen veel geld ergens het millenniumprobleem te gaan oplossen, heeft die dan nog steeds voorrang bij studiehulp? En als ik de term studiehulp zie met de bril van een docent (tenslotte ook studiebegeleider)? Geen vragen stellen tijdens college als je ’te licht’ bevonden bent, dat stoort het leerproces van de studenten van de ‘serieuzere studenten’. Mocht je bij het leren voor een tentamen nog op problemen stuiten, dan moet je achteraan de rij aansluiten bij het spreekuur en kom je pas aan de beurt als de ‘studenten waar we vertrouwen in hebben’ aan hun trekken zijn gekomen.

En dan nog gekker. Het advies kan na een geslaagde inhaalrace alsnog omgezet worden in een positief advies. Is dit soms een verkapte manier om top-studenten te kweken? Degenen die dat lukt, zonder enige begeleiding, dat worden pas ingenieurs metdoorzettingsvermogen. Begrijp me goed, iedere student die bij ons binnenkomt heeft recht op een gefundeerd advies van de kant van de instelling, maar laten we eerst overeenkomen waar dat advies op gebaseerd moet zijn, over welke zekerheidsmarges we het hebben en daar dan eerlijk over zijn. Een gefundeerd advies dat met redelijke argumenten wordt overgebracht, heeft een redelijke kans opgevolgd te worden. Gelukkig liggen m’n eerste schetsen voor een stuk voor de opleidingscommissie nog in een verhuisdoos. Hermans komt met voorstellen dat je langer over je studie mag doen, onder andere om het mogelijk te maken om bij te verdienen of een jaartje eruit te gaan om te mediteren. Dus even een positief advies halen en dan nog 9 jaar.

De auteur is studieadviseur bij Informatica

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.