De radio staat aan. Hysterisch opgewekte reclamespots trekken onopgemerkt aan je voorbij, als de telefoon gaat. Je zet de radio zachter, neemt op en hoort de kiestoon.
Pas dan besef je dat je het slachtoffer bent van een wanhoopspoging om je aandacht te trekken.
Want dat is het. Reclame maken kan echt een heel treurig beroep zijn. Je opdrachtgever is bijvoorbeeld een dienstverlenende instantie, en denkt dat iedereen rond het hele uur met de pen in de aanslag zit om zijn telefoonnummer maar niet te missen.
Welnu, dat is een misverstand. Fanatieke verzamelaars van telefoonnummers daargelaten, wacht iedereen op de weersverwachting. En die komt tegenwoordig na de laatste reclameboodschap. Dus wacht iedereen op het einde van de laatste reclameboodschap, als de telefoon gaat. Iedereen zet de radio zachter, neemt op en hoort de kiestoon.
Het geluid van de telefoon wordt namelijk steeds vaker gebruikt in reclamespotjes, en met je radio op achtergrondbehang-volume klinkt zo’n pseudofoon vaak verrassend echt. Minstens zo irritant is de opkomst van het computerpiepje, dat altijd weer even verwarring teweegbrengt als je zelf met zo’n ding bezig bent. In beide gevallen is de aandacht voor het radiospotje zelf minder dan nihil.
Wat is het nut daarvan? Dat je je boodschap overbrengt door de aandacht van je publiek weg te rukken, is een behoorlijk raar idee. Dan kan je net zo goed de crux van een vraagstelling verduidelijken door iemand buiten de collegezaal ,,Er is koffie!” te laten roepen. Je hebt dan wel aandacht, maar waar?
Toch volhardt de reclamemaker in de verspreiding van telefoonnummers. Dat de Gouden Gids dit veel beter doet, wil er bij hem niet in. Met een beetje pech krijg je zo een paar pseudofoontjes achter elkaar. Het wachten is nu op het eerste spotje met het geluid van een wisselgesprek. Sta je mooi twee keer voor paal.
De radio staat aan. Hysterisch opgewekte reclamespots trekken onopgemerkt aan je voorbij, als de telefoon gaat. Je zet de radio zachter, neemt op en hoort de kiestoon. Pas dan besef je dat je het slachtoffer bent van een wanhoopspoging om je aandacht te trekken.
Want dat is het. Reclame maken kan echt een heel treurig beroep zijn. Je opdrachtgever is bijvoorbeeld een dienstverlenende instantie, en denkt dat iedereen rond het hele uur met de pen in de aanslag zit om zijn telefoonnummer maar niet te missen.
Welnu, dat is een misverstand. Fanatieke verzamelaars van telefoonnummers daargelaten, wacht iedereen op de weersverwachting. En die komt tegenwoordig na de laatste reclameboodschap. Dus wacht iedereen op het einde van de laatste reclameboodschap, als de telefoon gaat. Iedereen zet de radio zachter, neemt op en hoort de kiestoon.
Het geluid van de telefoon wordt namelijk steeds vaker gebruikt in reclamespotjes, en met je radio op achtergrondbehang-volume klinkt zo’n pseudofoon vaak verrassend echt. Minstens zo irritant is de opkomst van het computerpiepje, dat altijd weer even verwarring teweegbrengt als je zelf met zo’n ding bezig bent. In beide gevallen is de aandacht voor het radiospotje zelf minder dan nihil.
Wat is het nut daarvan? Dat je je boodschap overbrengt door de aandacht van je publiek weg te rukken, is een behoorlijk raar idee. Dan kan je net zo goed de crux van een vraagstelling verduidelijken door iemand buiten de collegezaal ,,Er is koffie!” te laten roepen. Je hebt dan wel aandacht, maar waar?
Toch volhardt de reclamemaker in de verspreiding van telefoonnummers. Dat de Gouden Gids dit veel beter doet, wil er bij hem niet in. Met een beetje pech krijg je zo een paar pseudofoontjes achter elkaar. Het wachten is nu op het eerste spotje met het geluid van een wisselgesprek. Sta je mooi twee keer voor paal.

Comments are closed.