Campus

Proefkonijn met geluk

Martine de Herdt (21) is, samen met drie andere studentes, de eerste Nederlandse universitaire bachelor. De vier zijn bovendien de eerste afgestudeerden van de Leids/Delftse studie life science & technology (LS&T).

Vorige week dinsdag kregen zij, in aanwezigheid van collegeleden van de twee universiteiten, hun bachelors degree uitgereikt.

,,Ik ben nog helemaal aan het nagenieten”, zegt De Herdt met een brede glimlach op haar gezicht. Gisteren kreeg ze, samen met drie andere LS&T-studentes, haar diploma. ,,Er was een aantal mensen dat ik niet had verwacht, erg bijzonder allemaal.” Haar kleine studentenkamer staat vol bloemen. ,,En dan heb ik de meeste nog aan mijn moeder meegegeven.”

Susan Meijer, Nelleke Snelder, Andrea Witkam en De Herdt zijn de eerste officiële universitaire bachelors in Nederland én de eerste afstudeerders van de Leids/Delftse studie life science & technology (LS&T). Reden voor een feestje, moeten ze bij de twee universiteiten gedacht hebben. Naast familie, vrienden en medestudenten kwamen diverse Leidse en Delftse universiteitsbobo’s naar de uitreiking.

Drie jaar geleden ging de nieuwe opleiding van start bij zowel de TU Delft als de Rijksuniversiteit Leiden. Vooruitlopend op de invoering van de bachelor-masterstructuur werd LS&T vanaf het begin als bachelor opgezet. De opleiding ligt volgens de studievoorlichting ‘op het snijvlak van biologie en informatica, natuurkunde en techniek, en van farmacologie en wiskunde’. De studenten volgen vakken en practica in beide steden. ,,Het mooie van deze studie is dat je van verschillende wetenschappen net dat oppikt wat je nodig hebt.”

Foldertje

Life science bleek precies wat De Herdt zocht. Ze groeide op in Gent, waar ze het Vlaamse equivalent voor het vwo volgde. Na de middelbare school wilde ze ‘iets’ met moleculaire biologie doen. In België kon ze geen geschikte studie vinden, maar na rondbellen in Nederland kwam ze in Delft terecht. ,,En dat was het helemaal. LS&T sluit perfect aan op mijn interesses. Ik ben nooit naar een open dag geweest, ik heb alleen het foldertje gelezen, maar ik heb er geen moment spijt van gehad.”

Samen met 35 andere pioniers begon ze in 1999 aan de opleiding. Slechts vier studenten haalden dit jaar de eindstreep. Drie uit Delft, één uit Leiden. ,,Er waren in het begin veel afvallers. Sommigen verwachtten iets anders van de studie, anderen wilden eigenlijk medicijnen doen maar waren uitgeloot, anderen werden een jaar later alsnog ingeloot.”

Het is leuk om de eerste te zijn, maar aanloopproblemen zijn er ook zeker geweest, zegt De Herdt. ,,Tijdens de uitreiking werd gesproken over de goed geoliede machine van LS&T. Toen moesten ervier bachelors even glimlachen.”

De studiedruk liep soms erg hoog op. De eerste lichting kreeg vaak vakken die voor de eerste keer gegeven werden en waaraan de student meer tijd kwijt was dan verwacht. ,,In het tweede jaar, rond kerst, had ik weken waarin verwacht werd dat ik zestig uur bezig was, contacturen en zelfstudie bij elkaar opgeteld. We moesten er met de voorhamer inslaan: het gaat niet meer”, zegt de jonge bachelor. ,,Toen werden ze wakker en is er ook meteen wat aan gedaan. Wat dat betreft hebben we als proefkonijnen geluk, de deur van de directie staat altijd open en we kunnen altijd zeggen wat we denken.”

De studie was ook wel eens eenzaam. ,,Wij hadden meestal met vier tot tien man college. Dat is wat anders dan colleges met tweehonderd man”, zegt De Herdt. ,,Ik heb zelfs wel eens privé-college gehad.” Toch is de studie niet zo heel klein, vergeleken bij andere studies in Delft en Leiden. Op dit moment beginnen jaarlijks zo’n zestig studenten aan LS&T en is het afvalpercentage heel laag. ,,Studenten weten nu heel goed waar ze voor kiezen en wat ze met de studie kunnen. Het begint nu echt te lopen”, aldus De Herdt.

Schaatsen

De eerste Delftse en Leidse life science-studenten kwamen elkaar nauwelijks tegen. ,,Wij zijn met de Leidse studenten op nuldejaarsweekend geweest en wij zijn een keer gaan schaatsen, dat was het.” Zowel in Leiden als in Delft werden de LS&T-studenten soms als een vreemde eend in de bijt gezien. ,,Zo van: dat zijn nou die LS&T’ers.”

Tegenwoordig volgen de studenten in principe de ene helft van het jaar colleges in Delft, en de andere helft in Leiden. Bij de eerste lichting ging het anders. Delftse studenten begonnen in Delft, en pas de laatste twee maanden van de studie kwamen ze in contact met Leiden en vice versa. In hun tweede jaar werd pas begonnen met alle studenten dezelfde vakken te geven. ,,De Leidse studenten hebben toen, zonder nog colleges te kunnen volgen, een flinke kluif gehad aan het bijspijkeren van de wiskunde- en techniekvakken”, zegt De Herdt. ,,,En wij moesten zonder colleges de moleculair-biologische vakken inhalen.”

De Leidse inbreng ligt vooral op het gebied van de moleculaire genetica en biochemie. Op de TU houden ze zich meer bezig met de realisatie van industriële biotechnologische processen en producten. ,,In Leiden kijken ze meer naar het waarom. Ze proberen de processen te begrijpen waarom een cel goed of slecht functioneert”, zegt De Herdt. ,,In Delft proberen ze deze processen in de cel te sturen. Zo kun je door genetische veranderingen aan te brengen in gist, de alcoholproductie verhogen, zodat een bierbrouwer minder gist nodig heeft om bier te brouwen.”

Kankercellen

Niet alleen de opleiding was nieuw, maar ook de opleidingsstructuur. Hoe beviel het om een bacheloropleiding te doen? ,,Het wezenlijke verschil is dat je een diploma hebt na drie jaar en een academische titel: bachelor of science.”

De Herdt is inmiddels aan het masterprogramma van de opleiding begonnen. Ze volgt de afstudeerrichting functional genomics en doetin het Leids Universitair Medisch Centrum onderzoek naar kankercellen. ,,Ik hoop dat ik kan bijdragen aan de behandeling van ziektes, zoals kanker, door te doorgronden wat er precies mis gaat in de cel.”

Het is wel even wennen dat ze al haar tijd nu in Leiden doorbrengt. ,,Leiden is toch anders dan Delft. In Delft hebben studenten te maken met een technische universiteit en in Leiden met een wetenschappelijke. Dat merk je ook aan de studenten en docenten. Delft is een nuchtere stad, de mensen staan met beide benen op de grond. Zo van: dit is de input, deze output zouden we willen, en dan gaan ze aan de slag. In Leiden gaan ze bij wijze van spreken eens door de tuin wandelen en bedenken wat er nou precies in de cel gebeurt.”

Martine de Herdt (21) is, samen met drie andere studentes, de eerste Nederlandse universitaire bachelor. De vier zijn bovendien de eerste afgestudeerden van de Leids/Delftse studie life science & technology (LS&T). Vorige week dinsdag kregen zij, in aanwezigheid van collegeleden van de twee universiteiten, hun bachelors degree uitgereikt.

,,Ik ben nog helemaal aan het nagenieten”, zegt De Herdt met een brede glimlach op haar gezicht. Gisteren kreeg ze, samen met drie andere LS&T-studentes, haar diploma. ,,Er was een aantal mensen dat ik niet had verwacht, erg bijzonder allemaal.” Haar kleine studentenkamer staat vol bloemen. ,,En dan heb ik de meeste nog aan mijn moeder meegegeven.”

Susan Meijer, Nelleke Snelder, Andrea Witkam en De Herdt zijn de eerste officiële universitaire bachelors in Nederland én de eerste afstudeerders van de Leids/Delftse studie life science & technology (LS&T). Reden voor een feestje, moeten ze bij de twee universiteiten gedacht hebben. Naast familie, vrienden en medestudenten kwamen diverse Leidse en Delftse universiteitsbobo’s naar de uitreiking.

Drie jaar geleden ging de nieuwe opleiding van start bij zowel de TU Delft als de Rijksuniversiteit Leiden. Vooruitlopend op de invoering van de bachelor-masterstructuur werd LS&T vanaf het begin als bachelor opgezet. De opleiding ligt volgens de studievoorlichting ‘op het snijvlak van biologie en informatica, natuurkunde en techniek, en van farmacologie en wiskunde’. De studenten volgen vakken en practica in beide steden. ,,Het mooie van deze studie is dat je van verschillende wetenschappen net dat oppikt wat je nodig hebt.”

Foldertje

Life science bleek precies wat De Herdt zocht. Ze groeide op in Gent, waar ze het Vlaamse equivalent voor het vwo volgde. Na de middelbare school wilde ze ‘iets’ met moleculaire biologie doen. In België kon ze geen geschikte studie vinden, maar na rondbellen in Nederland kwam ze in Delft terecht. ,,En dat was het helemaal. LS&T sluit perfect aan op mijn interesses. Ik ben nooit naar een open dag geweest, ik heb alleen het foldertje gelezen, maar ik heb er geen moment spijt van gehad.”

Samen met 35 andere pioniers begon ze in 1999 aan de opleiding. Slechts vier studenten haalden dit jaar de eindstreep. Drie uit Delft, één uit Leiden. ,,Er waren in het begin veel afvallers. Sommigen verwachtten iets anders van de studie, anderen wilden eigenlijk medicijnen doen maar waren uitgeloot, anderen werden een jaar later alsnog ingeloot.”

Het is leuk om de eerste te zijn, maar aanloopproblemen zijn er ook zeker geweest, zegt De Herdt. ,,Tijdens de uitreiking werd gesproken over de goed geoliede machine van LS&T. Toen moesten ervier bachelors even glimlachen.”

De studiedruk liep soms erg hoog op. De eerste lichting kreeg vaak vakken die voor de eerste keer gegeven werden en waaraan de student meer tijd kwijt was dan verwacht. ,,In het tweede jaar, rond kerst, had ik weken waarin verwacht werd dat ik zestig uur bezig was, contacturen en zelfstudie bij elkaar opgeteld. We moesten er met de voorhamer inslaan: het gaat niet meer”, zegt de jonge bachelor. ,,Toen werden ze wakker en is er ook meteen wat aan gedaan. Wat dat betreft hebben we als proefkonijnen geluk, de deur van de directie staat altijd open en we kunnen altijd zeggen wat we denken.”

De studie was ook wel eens eenzaam. ,,Wij hadden meestal met vier tot tien man college. Dat is wat anders dan colleges met tweehonderd man”, zegt De Herdt. ,,Ik heb zelfs wel eens privé-college gehad.” Toch is de studie niet zo heel klein, vergeleken bij andere studies in Delft en Leiden. Op dit moment beginnen jaarlijks zo’n zestig studenten aan LS&T en is het afvalpercentage heel laag. ,,Studenten weten nu heel goed waar ze voor kiezen en wat ze met de studie kunnen. Het begint nu echt te lopen”, aldus De Herdt.

Schaatsen

De eerste Delftse en Leidse life science-studenten kwamen elkaar nauwelijks tegen. ,,Wij zijn met de Leidse studenten op nuldejaarsweekend geweest en wij zijn een keer gaan schaatsen, dat was het.” Zowel in Leiden als in Delft werden de LS&T-studenten soms als een vreemde eend in de bijt gezien. ,,Zo van: dat zijn nou die LS&T’ers.”

Tegenwoordig volgen de studenten in principe de ene helft van het jaar colleges in Delft, en de andere helft in Leiden. Bij de eerste lichting ging het anders. Delftse studenten begonnen in Delft, en pas de laatste twee maanden van de studie kwamen ze in contact met Leiden en vice versa. In hun tweede jaar werd pas begonnen met alle studenten dezelfde vakken te geven. ,,De Leidse studenten hebben toen, zonder nog colleges te kunnen volgen, een flinke kluif gehad aan het bijspijkeren van de wiskunde- en techniekvakken”, zegt De Herdt. ,,,En wij moesten zonder colleges de moleculair-biologische vakken inhalen.”

De Leidse inbreng ligt vooral op het gebied van de moleculaire genetica en biochemie. Op de TU houden ze zich meer bezig met de realisatie van industriële biotechnologische processen en producten. ,,In Leiden kijken ze meer naar het waarom. Ze proberen de processen te begrijpen waarom een cel goed of slecht functioneert”, zegt De Herdt. ,,In Delft proberen ze deze processen in de cel te sturen. Zo kun je door genetische veranderingen aan te brengen in gist, de alcoholproductie verhogen, zodat een bierbrouwer minder gist nodig heeft om bier te brouwen.”

Kankercellen

Niet alleen de opleiding was nieuw, maar ook de opleidingsstructuur. Hoe beviel het om een bacheloropleiding te doen? ,,Het wezenlijke verschil is dat je een diploma hebt na drie jaar en een academische titel: bachelor of science.”

De Herdt is inmiddels aan het masterprogramma van de opleiding begonnen. Ze volgt de afstudeerrichting functional genomics en doetin het Leids Universitair Medisch Centrum onderzoek naar kankercellen. ,,Ik hoop dat ik kan bijdragen aan de behandeling van ziektes, zoals kanker, door te doorgronden wat er precies mis gaat in de cel.”

Het is wel even wennen dat ze al haar tijd nu in Leiden doorbrengt. ,,Leiden is toch anders dan Delft. In Delft hebben studenten te maken met een technische universiteit en in Leiden met een wetenschappelijke. Dat merk je ook aan de studenten en docenten. Delft is een nuchtere stad, de mensen staan met beide benen op de grond. Zo van: dit is de input, deze output zouden we willen, en dan gaan ze aan de slag. In Leiden gaan ze bij wijze van spreken eens door de tuin wandelen en bedenken wat er nou precies in de cel gebeurt.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.