Hoogleraar elektronische instrumentatie Paddy French is benoemd tot Simon Stevin meester. Prof.dr. Paddy French (41) is vooral blij met de prijs omdat hij grote vrijheid heeft in de besteding van het geldbedrag.
Zijn plannen liggen al klaar. Hij wil slimme, zelfregulerende sensoren ontwikkelen. ,, Mensen gebruiken ogen, oren, neus én handen om op hun omgeving te reageren. Sensoren die niet alleen temperatuur, maar bijvoorbeeld ook druk, snelheid en luchtvochtigheid meten, kunnen ook beter op de omstandigheden reageren.”
Goede smart sensors corrigeren eigen fouten en leren ervan, waardoor ze volledig zelfstandig kunnen werken. Ze zijn daarom geschikt voor gebruik op ‘moeilijke plaatsen’, bijvoorbeeld in het menselijk lichaam, op satellieten, diep in een olieput of in een reactorvat van een continue draaiende fabriek.
Elektrotechnicus Paddy French is Engelsman. Na zijn promotie in Southampton werkte hij anderhalf jaar in Delft op basis van een Europees uitwisselingsprogramma. Sinds 1994, na een driejarig uitstapje in Japan, is hij docent bij de basiseenheid elektronische instrumentatie. In 1999 werd hij hoogleraar.
Het Simon Stevin meesterschap lijkt een Delftse aangelegenheid te worden. Eerder kregen French’s naaste collega’s prof.dr.ir. Johan Huijsing (1998) en dr.ir. Gerard Meijer (1999) de prijs van één miljoen gulden. Vorig jaar viel de eer toe aan prof.dr. Jacob Moulijn (TNW). Voor French is het de tweede grote prijs in korte tijd. In 1999 kreeg hij al een pioniersubsidie van NWO.
De technologiestichting STW reikt de Simon Stevin meesterschappen sinds 1998 uit. Naast Delft telt Leiden één meester en Twente twee. Bij de beoordeling let de jury niet alleen op de reputatie van de wetenschapper, maar ook op zijn of haar succes bij het aanvragen van onderzoeksvoorstellen.
Prof.dr. Paddy French (41) is vooral blij met de prijs omdat hij grote vrijheid heeft in de besteding van het geldbedrag. Zijn plannen liggen al klaar. Hij wil slimme, zelfregulerende sensoren ontwikkelen. ,, Mensen gebruiken ogen, oren, neus én handen om op hun omgeving te reageren. Sensoren die niet alleen temperatuur, maar bijvoorbeeld ook druk, snelheid en luchtvochtigheid meten, kunnen ook beter op de omstandigheden reageren.”
Goede smart sensors corrigeren eigen fouten en leren ervan, waardoor ze volledig zelfstandig kunnen werken. Ze zijn daarom geschikt voor gebruik op ‘moeilijke plaatsen’, bijvoorbeeld in het menselijk lichaam, op satellieten, diep in een olieput of in een reactorvat van een continue draaiende fabriek.
Elektrotechnicus Paddy French is Engelsman. Na zijn promotie in Southampton werkte hij anderhalf jaar in Delft op basis van een Europees uitwisselingsprogramma. Sinds 1994, na een driejarig uitstapje in Japan, is hij docent bij de basiseenheid elektronische instrumentatie. In 1999 werd hij hoogleraar.
Het Simon Stevin meesterschap lijkt een Delftse aangelegenheid te worden. Eerder kregen French’s naaste collega’s prof.dr.ir. Johan Huijsing (1998) en dr.ir. Gerard Meijer (1999) de prijs van één miljoen gulden. Vorig jaar viel de eer toe aan prof.dr. Jacob Moulijn (TNW). Voor French is het de tweede grote prijs in korte tijd. In 1999 kreeg hij al een pioniersubsidie van NWO.
De technologiestichting STW reikt de Simon Stevin meesterschappen sinds 1998 uit. Naast Delft telt Leiden één meester en Twente twee. Bij de beoordeling let de jury niet alleen op de reputatie van de wetenschapper, maar ook op zijn of haar succes bij het aanvragen van onderzoeksvoorstellen.
Comments are closed.