1 Illustratie: Bas WilschutHet papier kwam verfrommeld tot een waaier uit de printer zetten. Voor de derde keer opende Ortner het voorpaneel, pulkte hij weer nieuwe snippers tussen de rollen vandaan (Caution! Hot surface) en sloeg hij de klep terug.
Kloteding!
,,Problemen met de techniek?”, klonk een vrouwenstem. In de deuropening wiebelde een meisje op twee gummizolen waar ze een kolenveld mee uit de aardkorst zou kunnen gummen.
,,Hij wil nog niet zo goed luisteren, mijn computertje”, antwoordde Ortner en draaide met een terloops gebaar het beeldscherm met de speelkaarten uit het zicht van de studente.
,,Zeg eens, wat kan ik voor je doen?”
Niet meteen beginnen te slijmen, dacht hij er bestraffend bij.
,,Ik kom u bedanken voor het mooie cijfer dat u me gaf.”
Wie, ik? dacht Ortner. Het meisje was dichterbij gekomen, zodat hij het scherm nog verder draaien moest.
,,Voor het practicum 30A1”, hielp ze. Het muntje viel: dit moest het meisje met de rijmende naam zijn.
,,Ik zou graag een scriptie willen schrijven. Weet u misschien een goed onderwerp?”
Ortner voelde zich gevleid door de interesse, maar het stelde hem meteen voor een probleem. Een onderwerp, waar haal je dat zo snel vandaan? Zijn ogen dwaalden over de stapeltjes papier op zijn bureau. Daartussen lagen de waaiers die hij zojuist uit de printer gedraaid had. Zat daar misschien iets in?
,,Eens zien… repetitieve vouwvorming in plaatmateriaal tijdens hittebehandeling. Lijkt dat je iets? Het is een uiterst actueel probleemgebied.” Hij trok er geen al te serieus gezicht bij, misschien zou hij met haar mee moeten lachen.
Ze ging er serieus op in.
Na een week lagen haar ‘eerste resultaten van het literatuuronderzoek’ in zijn postvakje. Het vakgebied staat niet stil, oordeelde Ortner na het lezen van de eerste hem onbekende termen. Van de geciteerde onderzoekers kende hij een krappe helft. De conclusie van het geschrift kon waar zijn maar ook onwaar, Ortner had geen idee. Het enige commentaar dat hij kon bedenken, was ‘Caution! Hot surface’. Moest hij zich gaan bijscholen? Het idee dat hij tussen de studenten in de bibliotheek zou zitten zwoegen op een taai standaardwerk, Ortner kreeg het er warm van. Als hij eerst maar eens de betekenis van dat nieuwerwetse buitenlandse vakjargon kon achterhalen. Misschien had Minon een technisch woordenboek in haar kast.
,,Ben je vastgelopen in de wetenschappelijke materie?”, vroeg Minon. ,,Daar heb je Alwin toch voor? Laat die het speurwerk doen, daar is hij voor.”
,,Alwin, jaja. Help me even: welke deur?”
,,Derde links. Je hebt hem ontmoet bij de vakgroeppresentatie, weet je nog? Hij is je aio.”
Het naambordje bij de deur vermeldde vreemd genoeg de naam van wijlen professor Gardman. Achter de deur vond Ortner nieuwe redenen voor verbazing. Wat een chique ambiance! Op de vloer lag echt tapijt en er hingen gordijnen voor de ramen. Deftige rijen boeken vulden de muren. Dicht bij de deur was een lage zithoek ingericht en ver in de diepe leegte, aan een kersehouten bureaublad, onder een expressieve halogeen-mobile, zat Alwin hem vijandig aan te kijken.
,,Alwin jongen, hoe is het? Fijn. Lees dit even door, wil je?”
Alwin wilde het niet direct aanpakken. ,,Wat is het?”
De aio duwde met een vinger zijn bril recht. Zag Ortner het goed, in de spiegeling van de glazen, dat hij op de computer bezig was met een kaartspel?
,,Studentenwerk, het is zo gepiept. Of heb je het heel druk?” Met een arm draaide Ortner de monitor naar zich toe. Het beeldscherm vertoonde een afbeelding van een ingewikkeld stroomschema.
,,Het is mijn taak niet. Maar als het u boven de pet gaat…”
Ortner schudde zuinig zijn hoofd.
,,…of wilt u de schijn ophouden? We weten toch dat u niet om uw vakkennis bent aangenomen. Ach, een netwerk in de industrie, dat is ook waardevol.”
Nu pas stak Alwin zijn hand uit naar het papier dat Ortner hem voorhield.
,,Ik leg het wel in uw postvakje. Als u me nu wilt excuseren?”
Ortner stond weer buiten. Blaag, schold hij geluidloos. Arrogante kwibus! Jij vliegt die kamer uit. Wat een kamer, wat een allure. Half kwaad en half opgelucht keerde hij terug naar zijn eigen hok. De klus was in ieder geval geklaard.
Dit was een goede dag om over te slaan in zijn memoires.
Het papier kwam verfrommeld tot een waaier uit de printer zetten. Voor de derde keer opende Ortner het voorpaneel, pulkte hij weer nieuwe snippers tussen de rollen vandaan (Caution! Hot surface) en sloeg hij de klep terug. Kloteding!
,,Problemen met de techniek?”, klonk een vrouwenstem. In de deuropening wiebelde een meisje op twee gummizolen waar ze een kolenveld mee uit de aardkorst zou kunnen gummen.
,,Hij wil nog niet zo goed luisteren, mijn computertje”, antwoordde Ortner en draaide met een terloops gebaar het beeldscherm met de speelkaarten uit het zicht van de studente.
,,Zeg eens, wat kan ik voor je doen?”
Niet meteen beginnen te slijmen, dacht hij er bestraffend bij.
,,Ik kom u bedanken voor het mooie cijfer dat u me gaf.”
Wie, ik? dacht Ortner. Het meisje was dichterbij gekomen, zodat hij het scherm nog verder draaien moest.
,,Voor het practicum 30A1”, hielp ze. Het muntje viel: dit moest het meisje met de rijmende naam zijn.
,,Ik zou graag een scriptie willen schrijven. Weet u misschien een goed onderwerp?”
Ortner voelde zich gevleid door de interesse, maar het stelde hem meteen voor een probleem. Een onderwerp, waar haal je dat zo snel vandaan? Zijn ogen dwaalden over de stapeltjes papier op zijn bureau. Daartussen lagen de waaiers die hij zojuist uit de printer gedraaid had. Zat daar misschien iets in?
,,Eens zien… repetitieve vouwvorming in plaatmateriaal tijdens hittebehandeling. Lijkt dat je iets? Het is een uiterst actueel probleemgebied.” Hij trok er geen al te serieus gezicht bij, misschien zou hij met haar mee moeten lachen.
Ze ging er serieus op in.
Na een week lagen haar ‘eerste resultaten van het literatuuronderzoek’ in zijn postvakje. Het vakgebied staat niet stil, oordeelde Ortner na het lezen van de eerste hem onbekende termen. Van de geciteerde onderzoekers kende hij een krappe helft. De conclusie van het geschrift kon waar zijn maar ook onwaar, Ortner had geen idee. Het enige commentaar dat hij kon bedenken, was ‘Caution! Hot surface’. Moest hij zich gaan bijscholen? Het idee dat hij tussen de studenten in de bibliotheek zou zitten zwoegen op een taai standaardwerk, Ortner kreeg het er warm van. Als hij eerst maar eens de betekenis van dat nieuwerwetse buitenlandse vakjargon kon achterhalen. Misschien had Minon een technisch woordenboek in haar kast.
,,Ben je vastgelopen in de wetenschappelijke materie?”, vroeg Minon. ,,Daar heb je Alwin toch voor? Laat die het speurwerk doen, daar is hij voor.”
,,Alwin, jaja. Help me even: welke deur?”
,,Derde links. Je hebt hem ontmoet bij de vakgroeppresentatie, weet je nog? Hij is je aio.”
Het naambordje bij de deur vermeldde vreemd genoeg de naam van wijlen professor Gardman. Achter de deur vond Ortner nieuwe redenen voor verbazing. Wat een chique ambiance! Op de vloer lag echt tapijt en er hingen gordijnen voor de ramen. Deftige rijen boeken vulden de muren. Dicht bij de deur was een lage zithoek ingericht en ver in de diepe leegte, aan een kersehouten bureaublad, onder een expressieve halogeen-mobile, zat Alwin hem vijandig aan te kijken.
,,Alwin jongen, hoe is het? Fijn. Lees dit even door, wil je?”
Alwin wilde het niet direct aanpakken. ,,Wat is het?”
De aio duwde met een vinger zijn bril recht. Zag Ortner het goed, in de spiegeling van de glazen, dat hij op de computer bezig was met een kaartspel?
,,Studentenwerk, het is zo gepiept. Of heb je het heel druk?” Met een arm draaide Ortner de monitor naar zich toe. Het beeldscherm vertoonde een afbeelding van een ingewikkeld stroomschema.
,,Het is mijn taak niet. Maar als het u boven de pet gaat…”
Ortner schudde zuinig zijn hoofd.
,,…of wilt u de schijn ophouden? We weten toch dat u niet om uw vakkennis bent aangenomen. Ach, een netwerk in de industrie, dat is ook waardevol.”
Nu pas stak Alwin zijn hand uit naar het papier dat Ortner hem voorhield.
,,Ik leg het wel in uw postvakje. Als u me nu wilt excuseren?”
Ortner stond weer buiten. Blaag, schold hij geluidloos. Arrogante kwibus! Jij vliegt die kamer uit. Wat een kamer, wat een allure. Half kwaad en half opgelucht keerde hij terug naar zijn eigen hok. De klus was in ieder geval geklaard.
Dit was een goede dag om over te slaan in zijn memoires.

Comments are closed.