Voor studenten is de toekomst rooskleurig: ze hebben de banen straks voor het uitkiezen. Maar de universiteiten, die hen moeten klaarstomen voor de krappe arbeidsmarkt, klagen steen en been.
Universiteiten verkopen zich slecht, zei collegevoorzitter Yvonne van Rooy bij de opening van het academisch jaar van de universiteit in Tilburg. Terwijl het aantal personeelsleden is gehalveerd, studeren tegenwoordig vier keer zoveel studenten af als in 1970, daalden de kosten per diploma met veertig procent en worden er drie maal zoveel dissertaties geschreven. Een prestatie, aldus Van Rooy, ‘waar menig bedrijf jaloers op zou zijn.’
Maar politiek Den Haag heeft er geen weet van. Nog altijd beschouwen politici universiteiten als dure instituten, waar mensen in hun ivoren toren werk verrichten met weinig maatschappelijke relevantie. Zo verklaart althans Van Rooy dat Paars-II in het regeerakkoord slechts tien regels wijdt aan het hoger onderwijs en onderzoek.
Die tien regels zijn een koude douche. Want Paars-II belooft investeringen in de ‘kenniseconomie’, maar wil tegelijkertijd dat de universiteiten opnieuw bezuinigen, ditmaal zo’n 300 miljoen gulden. Het is ’tekenend voor de desinteresse van de overheid voor het hoger onderwijs’, zei dr. K.L.L.M. Dittrich van de Universiteit Maastricht.
Topman Rien Meijerink van de vereniging van universiteiten, de VSNU, noemde het financiële perspectief ‘beschamend’. De ‘aanhoudende schaarste aan geld’, zei hij als gastspreker in Maastricht, dwingt universiteiten verder de markt op. En dat betekent meer post-doctorale cursussen in opdracht van het bedrijfsleven, meer contractonderzoek en meer ‘strategische allianties’ met bedrijven. Nu al vergaren universiteiten op deze manier ruim een kwart van hun inkomsten, aldus Meijerink.
Uittrekken
Een overheid die steeds minder geld uittrekt voor het hoger onderwijs, zo vinden alle universiteiten, moet het hoger onderwijs meer vrijheid geven. En dat betekent ‘behalve minder regels ook minder bemoeizucht’, aldus vice-voorzitter Donner van de Vrije Universiteit. Zijn Leidse collega Vredevoogd ziet in regeerakkoord wat dat betreft ‘interessante aanknopingspunten’.
Rector-magnificus Van Vught van de Universiteit Twente vestigt zijn hoop op Hermans, de nieuwe minister. Die heeft volgens hem al laten weten ‘radicaal te willen breken met de regeldriftige politiek van zijn voorganger’. Vorige week zei de Utrechtse voorzitter Veldhuis ook dat er met de komst van Hermans hopelijk licht aan het einde van de donkere tunnel is gekomen. Nog even de tanden op elkaar om die 300 miljoen te bezuinigen, zo luidde diens verhaal, daarna breken betere tijden aan. Dittrich uit Maastricht deelt die visie. Hij hoopt dat minister Hermans na het tijdperk Ritzen er in slaagt deuniversiteiten en hogescholen ‘in een wat ruimer jasje onder te brengen’.
Naam
Maar Leiden wil zich niet langer afhankelijk opstellen van de overheid. Uit onvrede met de Haagse bemoeizucht heet de instelling voortaan Universiteit Leiden. Het voorvoegsel ‘rijks’, dat de naam ruim honderd jaar sierde, heeft Vredevoogd geschrapt. ,,Ons gevoel van verbondenheid met de overheid is er sinds 1876 niet bepaald op vooruit gegaan”, gaf hij als verklaring.
Ook in Groningen is nagedacht over nieuwe namen, maar dan voor afgestudeerden. Volgens rector magnificus Van der Woude leidt de titel doctorandus in het buitenland tot verwarring. Engelstalige universiteiten kennen de titel niet. Zij denken dat het gaat om een ’tussentitel’. Daarom zou een ‘meestertitel’ beter zijn, vindt Van der Woude. Maar dan moeten opleidingen wel vijf jaar duren, net als in Angelsaksische landen het geval is. Studenten doen nu overigens al ruim vijf jaar over hun studie. Dat tempo, vindt Van der Woude, ‘past bij de maat van een academische opleiding’. (HOP)
Universiteiten verkopen zich slecht, zei collegevoorzitter Yvonne van Rooy bij de opening van het academisch jaar van de universiteit in Tilburg. Terwijl het aantal personeelsleden is gehalveerd, studeren tegenwoordig vier keer zoveel studenten af als in 1970, daalden de kosten per diploma met veertig procent en worden er drie maal zoveel dissertaties geschreven. Een prestatie, aldus Van Rooy, ‘waar menig bedrijf jaloers op zou zijn.’
Maar politiek Den Haag heeft er geen weet van. Nog altijd beschouwen politici universiteiten als dure instituten, waar mensen in hun ivoren toren werk verrichten met weinig maatschappelijke relevantie. Zo verklaart althans Van Rooy dat Paars-II in het regeerakkoord slechts tien regels wijdt aan het hoger onderwijs en onderzoek.
Die tien regels zijn een koude douche. Want Paars-II belooft investeringen in de ‘kenniseconomie’, maar wil tegelijkertijd dat de universiteiten opnieuw bezuinigen, ditmaal zo’n 300 miljoen gulden. Het is ’tekenend voor de desinteresse van de overheid voor het hoger onderwijs’, zei dr. K.L.L.M. Dittrich van de Universiteit Maastricht.
Topman Rien Meijerink van de vereniging van universiteiten, de VSNU, noemde het financiële perspectief ‘beschamend’. De ‘aanhoudende schaarste aan geld’, zei hij als gastspreker in Maastricht, dwingt universiteiten verder de markt op. En dat betekent meer post-doctorale cursussen in opdracht van het bedrijfsleven, meer contractonderzoek en meer ‘strategische allianties’ met bedrijven. Nu al vergaren universiteiten op deze manier ruim een kwart van hun inkomsten, aldus Meijerink.
Uittrekken
Een overheid die steeds minder geld uittrekt voor het hoger onderwijs, zo vinden alle universiteiten, moet het hoger onderwijs meer vrijheid geven. En dat betekent ‘behalve minder regels ook minder bemoeizucht’, aldus vice-voorzitter Donner van de Vrije Universiteit. Zijn Leidse collega Vredevoogd ziet in regeerakkoord wat dat betreft ‘interessante aanknopingspunten’.
Rector-magnificus Van Vught van de Universiteit Twente vestigt zijn hoop op Hermans, de nieuwe minister. Die heeft volgens hem al laten weten ‘radicaal te willen breken met de regeldriftige politiek van zijn voorganger’. Vorige week zei de Utrechtse voorzitter Veldhuis ook dat er met de komst van Hermans hopelijk licht aan het einde van de donkere tunnel is gekomen. Nog even de tanden op elkaar om die 300 miljoen te bezuinigen, zo luidde diens verhaal, daarna breken betere tijden aan. Dittrich uit Maastricht deelt die visie. Hij hoopt dat minister Hermans na het tijdperk Ritzen er in slaagt deuniversiteiten en hogescholen ‘in een wat ruimer jasje onder te brengen’.
Naam
Maar Leiden wil zich niet langer afhankelijk opstellen van de overheid. Uit onvrede met de Haagse bemoeizucht heet de instelling voortaan Universiteit Leiden. Het voorvoegsel ‘rijks’, dat de naam ruim honderd jaar sierde, heeft Vredevoogd geschrapt. ,,Ons gevoel van verbondenheid met de overheid is er sinds 1876 niet bepaald op vooruit gegaan”, gaf hij als verklaring.
Ook in Groningen is nagedacht over nieuwe namen, maar dan voor afgestudeerden. Volgens rector magnificus Van der Woude leidt de titel doctorandus in het buitenland tot verwarring. Engelstalige universiteiten kennen de titel niet. Zij denken dat het gaat om een ’tussentitel’. Daarom zou een ‘meestertitel’ beter zijn, vindt Van der Woude. Maar dan moeten opleidingen wel vijf jaar duren, net als in Angelsaksische landen het geval is. Studenten doen nu overigens al ruim vijf jaar over hun studie. Dat tempo, vindt Van der Woude, ‘past bij de maat van een academische opleiding’. (HOP)
Comments are closed.