Onderwijs

Op zoek naar de wichelroedewetenschapper

Bachelorstudenten die een afstudeeronderwerp zoeken, kunnen zich bij technische aardwetenschappen verdiepen in de wichelroede.De wetenschap neemt het nog nauwelijks serieus, maar wie weet brengen toekomstige experimenten bij technische aardwetenschappen daar verandering in.

Om vast te stellen of een wichelroede echt werkt, hebben technisch aardwetenschappers prof.ir. Cor van Kruijsdijk en dr.ir. Evert Slob van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen proeven bedacht en zijn ze op zoek naar een student om die uit te voeren.

Aanleiding voor dit ‘vage’ onderzoek is civiel-ingenieur en wichelroedeloper Rinus Spruit, die bij Van Kruijsdijk aanklopte. “Spruit heeft een proefopstelling bedacht, zodat hij de straling die hij bij het wichelroede lopen gebruikt, natuurkundig kan begrijpen en er als ingenieur mee overweg kan”, vertelt Slob.

Met een wichelroede in de hand wordt de mens meetinstrument voor het bepalen van energievelden. Op die manier hebben wichelroedelopers gezocht naar lijken, olie of water. Soms tevergeefs, maar soms ook niet.

Om de mens, die nodig is tijdens het wichelroede lopen, te vervangen, hebben onderzoekers een houten wichelroede in piramidevorm gemaakt. Die bestaat uit vier houten stokjes van gelijke lengten, die aan de uiteinden met elkaar zijn verbonden. De hoekpunten van de vrije uiteinden vormen een vierkant, zodat een piramide ontstaat.

De gedachte is dat de piramide zal gaan stralen als één van de zijvlakken is gericht op het aardmagnetische Noorden (vlakbij het geografische Noorden). Aangenomen wordt dat deze straling van elektromagnetische aard is, zodat er iets te meten zou kunnen zijn.

De onderzoekers zetten vervolgens een metaalfolie voor één van de vlakken van de piramide. Het metaalfolie wordt via een condensator verbonden met de aarde, waarna continue het spanningsverschil wordt gemeten. Als de condensator oplaadt wordt dezelfde proef herhaald in afwezigheid van de piramide, om vast te stellen dat de aanwezigheid van de piramide er werkelijk toe doet.

Aardstralen, kosmische straling, Leylijnen. Evert Slob heeft geen flauw idee wat hij moet verwachten. “Ik ken al die termen niet. Daar gaat het me niet om, ik ben gewoon benieuwd wat het onderzoek oplevert.” Bang voor sceptische collega’s is hij niet: “Misschien begeven we ons in de vage hoek, maar het zou toch prachtig zijn die minder vaag te maken.”

Bachelorstudenten die een afstudeeronderwerp zoeken, kunnen zich bij technische aardwetenschappen verdiepen in de wichelroede.

De wetenschap neemt het nog nauwelijks serieus, maar wie weet brengen toekomstige experimenten bij technische aardwetenschappen daar verandering in. Om vast te stellen of een wichelroede echt werkt, hebben technisch aardwetenschappers prof.ir. Cor van Kruijsdijk en dr.ir. Evert Slob van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen proeven bedacht en zijn ze op zoek naar een student om die uit te voeren.

Aanleiding voor dit ‘vage’ onderzoek is civiel-ingenieur en wichelroedeloper Rinus Spruit, die bij Van Kruijsdijk aanklopte. “Spruit heeft een proefopstelling bedacht, zodat hij de straling die hij bij het wichelroede lopen gebruikt, natuurkundig kan begrijpen en er als ingenieur mee overweg kan”, vertelt Slob.

Met een wichelroede in de hand wordt de mens meetinstrument voor het bepalen van energievelden. Op die manier hebben wichelroedelopers gezocht naar lijken, olie of water. Soms tevergeefs, maar soms ook niet.

Om de mens, die nodig is tijdens het wichelroede lopen, te vervangen, hebben onderzoekers een houten wichelroede in piramidevorm gemaakt. Die bestaat uit vier houten stokjes van gelijke lengten, die aan de uiteinden met elkaar zijn verbonden. De hoekpunten van de vrije uiteinden vormen een vierkant, zodat een piramide ontstaat.

De gedachte is dat de piramide zal gaan stralen als één van de zijvlakken is gericht op het aardmagnetische Noorden (vlakbij het geografische Noorden). Aangenomen wordt dat deze straling van elektromagnetische aard is, zodat er iets te meten zou kunnen zijn.

De onderzoekers zetten vervolgens een metaalfolie voor één van de vlakken van de piramide. Het metaalfolie wordt via een condensator verbonden met de aarde, waarna continue het spanningsverschil wordt gemeten. Als de condensator oplaadt wordt dezelfde proef herhaald in afwezigheid van de piramide, om vast te stellen dat de aanwezigheid van de piramide er werkelijk toe doet.

Aardstralen, kosmische straling, Leylijnen. Evert Slob heeft geen flauw idee wat hij moet verwachten. “Ik ken al die termen niet. Daar gaat het me niet om, ik ben gewoon benieuwd wat het onderzoek oplevert.” Bang voor sceptische collega’s is hij niet: “Misschien begeven we ons in de vage hoek, maar het zou toch prachtig zijn die minder vaag te maken.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.