Opinie

Op reis

Eigenlijk is zo’n buitenlandse conferentie helemaal niet leuk. Als ik op de PSE2004 naar een praatje over plasmadynamica luister dan haak ik even snel af als de plasmafysicus die mij over coherente chroomnitrideplaatjes in gereedschapstaal hoort.

br />
Gaat zo’n sessie de hele dag door, dan kun je je behoorlijk vervelen. Nee, confereren is niet mijn grootste hobby. Belangrijk is het wel. De praatjes en posters zijn er om bij te blijven in je vakgebied. Je legt er contacten voor eventuele samenwerking. Belangrijker nog, je maakt er reclame voor je eigen werk.

Op een PSE2004-avond trof ik een organisator van een andere conferentie. Hij vroeg mij of ik volgend jaar ook naar de Icmctf in San Diego ging. Het antwoord was ja, want die conferentie is in mijn vakgebied verplichte kost. “Als je er dan toch bent”, zei hij, “dan kan je de week daarop ook naar mijn conferentie, want die is ook in Amerika.” Ik ben niet echt een liefhebber van Amerika en stond dan ook niet te springen van enthousiasme. Ik vroeg hem waarin de proceedings gepubliceerd werden. Zonder noemenswaardige output had ik er helemaal geen zin in. “De proceedings komen in een boek”, vertelde hij mij. Die worden zoals bekend in het Delftse puntensysteem weinig gewaardeerd. Ik vertelde hem dat ik eigenlijk alleen maar naar conferenties ga als de proceedings in een hoog scorend tijdschrift terecht komen.

Na een nachtje slapen zag de wereld er weer anders uit en toen hij bij het ontbijt weer over de conferentie begon stelde ik hem voor mij uit te nodigen. Naar een invited lecture komen in het algemeen meer mensen luisteren, en dan geef je zo’n praatje dus niet voor niks. Nu had ik te maken met een industrieel, en hij gaf zich niet zo gemakkelijk gewonnen. “Dat is goed… Maar van invited lecturers wordt wel verwacht dat ze een artikel schrijven.” Tja, zo’n artikel in een boek, daar kijkt eigenlijk niemand meer naar, vertelde ik hem. Hij counterde: “Als dat zo is, dan kun je hetzelfde artikel toch ook bij een tijdschrift indienen?” Nee nee, dat gaat echt niet, zei ik op mijn beurt. Als mijn collega’s daar achter komen, dan word ik niet meer serieus genomen en bovendien vind ik zelf dat dat niet kan. “En als we de beste artikelen van de conferentie nu eens in een tijdschrift plaatsen?” vroeg hij aarzelend. Als mijn artikel daarbij hoort, dan zijn we eruit, zei ik.

Het is toch indrukwekkend hoe het Delftse beoordelingssysteem de koopmansgeest voedt. Volgend jaar een week extra naar Amerika om de output op peil te houden. Of die koopmansgeest de wetenschap ook op een hoger plan brengt weet ik niet, maar er wordt vandaag de dag dan ook méér van ons gevraagd.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Eigenlijk is zo’n buitenlandse conferentie helemaal niet leuk. Als ik op de PSE2004 naar een praatje over plasmadynamica luister dan haak ik even snel af als de plasmafysicus die mij over coherente chroomnitrideplaatjes in gereedschapstaal hoort.

Gaat zo’n sessie de hele dag door, dan kun je je behoorlijk vervelen. Nee, confereren is niet mijn grootste hobby. Belangrijk is het wel. De praatjes en posters zijn er om bij te blijven in je vakgebied. Je legt er contacten voor eventuele samenwerking. Belangrijker nog, je maakt er reclame voor je eigen werk.

Op een PSE2004-avond trof ik een organisator van een andere conferentie. Hij vroeg mij of ik volgend jaar ook naar de Icmctf in San Diego ging. Het antwoord was ja, want die conferentie is in mijn vakgebied verplichte kost. “Als je er dan toch bent”, zei hij, “dan kan je de week daarop ook naar mijn conferentie, want die is ook in Amerika.” Ik ben niet echt een liefhebber van Amerika en stond dan ook niet te springen van enthousiasme. Ik vroeg hem waarin de proceedings gepubliceerd werden. Zonder noemenswaardige output had ik er helemaal geen zin in. “De proceedings komen in een boek”, vertelde hij mij. Die worden zoals bekend in het Delftse puntensysteem weinig gewaardeerd. Ik vertelde hem dat ik eigenlijk alleen maar naar conferenties ga als de proceedings in een hoog scorend tijdschrift terecht komen.

Na een nachtje slapen zag de wereld er weer anders uit en toen hij bij het ontbijt weer over de conferentie begon stelde ik hem voor mij uit te nodigen. Naar een invited lecture komen in het algemeen meer mensen luisteren, en dan geef je zo’n praatje dus niet voor niks. Nu had ik te maken met een industrieel, en hij gaf zich niet zo gemakkelijk gewonnen. “Dat is goed… Maar van invited lecturers wordt wel verwacht dat ze een artikel schrijven.” Tja, zo’n artikel in een boek, daar kijkt eigenlijk niemand meer naar, vertelde ik hem. Hij counterde: “Als dat zo is, dan kun je hetzelfde artikel toch ook bij een tijdschrift indienen?” Nee nee, dat gaat echt niet, zei ik op mijn beurt. Als mijn collega’s daar achter komen, dan word ik niet meer serieus genomen en bovendien vind ik zelf dat dat niet kan. “En als we de beste artikelen van de conferentie nu eens in een tijdschrift plaatsen?” vroeg hij aarzelend. Als mijn artikel daarbij hoort, dan zijn we eruit, zei ik.

Het is toch indrukwekkend hoe het Delftse beoordelingssysteem de koopmansgeest voedt. Volgend jaar een week extra naar Amerika om de output op peil te houden. Of die koopmansgeest de wetenschap ook op een hoger plan brengt weet ik niet, maar er wordt vandaag de dag dan ook méér van ons gevraagd.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.