Op proef

Zand wordt in ronde mallen gegooid en met stalen stampers samengeperst. Als de ruimte iets duisterder was, zou het bijna spannend kunnen zijn. Maar schijn bedriegt.

In het kader van de proefstudeerdagen op de TU Delft staan zes vwo’ers hun best te doen op een practicum. In de aangestampte aarde zitten mallen met sterrenbeelden, in de aangrenzende ruimte wordt aluminium gesmolten. Tevreden stelt een van de surveillerende begeleiders vast: ,,Ze zijn braaf.”

Het proefstuderen komt voort uit veranderingen op de middelbare school. Daar zijn ze bezig met de invoering van het studiehuis: leerlingen moeten meer zelf leren studeren. Onderdeel daarvan is dat zij zich beter oriënteren op het vervolgonderwijs. Dus kunnen vwo’ers, in plaats van alleen maar open dagen te bezoeken, nu ook een dag meelopen met studenten. Daarnaast zijn de TU en de Erasmus Universiteit in Rotterdam al drie jaar bezig met het gezamenlijk organiseren van ‘proefstudeerdagen’. Het vrijblijvende is eraf: vwo’ers krijgen twee dagen echt les en een bijbehorende huiswerkopdracht. Negentien middelbare scholen uit de regio, en elf studies doen er aan mee.

Dit jaar meldden zich vierhonderd belangstellenden. Dat er van die vierhonderd 130 proefstuderen aan de TU, wordt in Delft ‘heel gunstig’ genoemd. De meesten kozen voor Bouwkunde en Informatica; Materiaalkunde kreeg er zes.

Als de mallen goed zijn bevonden, worden ze volgegoten met aluminium. De leerlingen mogen helaas niet zelf gieten. Met een mengeling van interesse en onverschilligheid kijken ze toe. Beleefd wordt er geluisterd naar de uitleg over de gebruikte legering.

Terwijl het aluminium afkoelt, is het tijd voor de thee. De aankomende studenten kunnen vragen stellen aan de ouderejaars over het leven in Delft. De vraag ,,Hoe kom ik hier aan een kamer?” leidt tot een korte woordenwisseling tussen ouderejaars. Ranzige studenten onder elkaar en de vwo’ers zitten stilletjes hun thee te drinken, onder de indruk van het studentikoze gedrag.

Na een half uur is de klus klaar. Na enig zaag- en vijlwerk, wordt trots het resultaat bekeken: je eigen sterrenbeeld in glanzend aluminium.

Hoe vaak is er zo’n practicum, informeert een student in spe. De begeleiders krabben zich even achter het oor. Na enig onderling overleg blijkt dat zo’n twee middagen per week te zijn in het eerste jaar. De gezichten van de vwo’ers betrekken. De proeflessen Materiaalkunde waren wel interessant, maar practicum is natuurlijk het leukst.

In het kader van de proefstudeerdagen op de TU Delft staan zes vwo’ers hun best te doen op een practicum. In de aangestampte aarde zitten mallen met sterrenbeelden, in de aangrenzende ruimte wordt aluminium gesmolten. Tevreden stelt een van de surveillerende begeleiders vast: ,,Ze zijn braaf.”

Het proefstuderen komt voort uit veranderingen op de middelbare school. Daar zijn ze bezig met de invoering van het studiehuis: leerlingen moeten meer zelf leren studeren. Onderdeel daarvan is dat zij zich beter oriënteren op het vervolgonderwijs. Dus kunnen vwo’ers, in plaats van alleen maar open dagen te bezoeken, nu ook een dag meelopen met studenten. Daarnaast zijn de TU en de Erasmus Universiteit in Rotterdam al drie jaar bezig met het gezamenlijk organiseren van ‘proefstudeerdagen’. Het vrijblijvende is eraf: vwo’ers krijgen twee dagen echt les en een bijbehorende huiswerkopdracht. Negentien middelbare scholen uit de regio, en elf studies doen er aan mee.

Dit jaar meldden zich vierhonderd belangstellenden. Dat er van die vierhonderd 130 proefstuderen aan de TU, wordt in Delft ‘heel gunstig’ genoemd. De meesten kozen voor Bouwkunde en Informatica; Materiaalkunde kreeg er zes.

Als de mallen goed zijn bevonden, worden ze volgegoten met aluminium. De leerlingen mogen helaas niet zelf gieten. Met een mengeling van interesse en onverschilligheid kijken ze toe. Beleefd wordt er geluisterd naar de uitleg over de gebruikte legering.

Terwijl het aluminium afkoelt, is het tijd voor de thee. De aankomende studenten kunnen vragen stellen aan de ouderejaars over het leven in Delft. De vraag ,,Hoe kom ik hier aan een kamer?” leidt tot een korte woordenwisseling tussen ouderejaars. Ranzige studenten onder elkaar en de vwo’ers zitten stilletjes hun thee te drinken, onder de indruk van het studentikoze gedrag.

Na een half uur is de klus klaar. Na enig zaag- en vijlwerk, wordt trots het resultaat bekeken: je eigen sterrenbeeld in glanzend aluminium.

Hoe vaak is er zo’n practicum, informeert een student in spe. De begeleiders krabben zich even achter het oor. Na enig onderling overleg blijkt dat zo’n twee middagen per week te zijn in het eerste jaar. De gezichten van de vwo’ers betrekken. De proeflessen Materiaalkunde waren wel interessant, maar practicum is natuurlijk het leukst.