Onderwijs

OOD-geld voor Delft Research Centers en logistieke kwaliteit

Het college van bestuur heeft vorige week besloten hoe op korte termijn ‘OOD-geld’ aan onderwijs en onderzoek moet worden besteed.

Een werkgroep onder leiding van TNW-decaan Karel Luyben bracht eerder al advies uit over de beste manier om geld dat vrijkomt uit de reorganisatie naar de ‘core business‘ van de TU Delft te laten vloeien. Daarbij liet de commissie wegens tijdgebrek de besteding van OOD-geld op de langere termijn buiten beschouwing. Ook het college wil daarvoor de tijd nemen. Niet onbelangrijk, want in het eerste jaar komt naar verwachting twee miljoen euro vrij, op langere termijn is dat circa twintig miljoen euro per jaar.

Nu gaat het dus om ‘maar’ twee miljoen, waarvan drie ton gereserveerd wordt om eventuele tegenvallende kosten van de uitvoering van de reorganisatie op te vangen.

Vier ton gaat naar het onderwijs. Maar liefst driekwart daarvan gaat naar de verfijning van digitale leeromgevingen als (vooral) Blackboard, de rest mogen studentenraad (20 duizend euro) en facultaire studentenraden (10 duizend euro elk) naar eigen goeddunken besteden aan het verbeteren van de zogeheten logistieke kwaliteit, die zo bepalend is voor de manier waarop met name eerstejaars de universiteit ervaren.

Het is uniek dat studentenraad en facultaire studentenraad zelf een dergelijk potje mogen beheren: voor studentenraadpartijen AAG en Oras kwam dit onderdeel van de plannen dan ook als een grote verrassing. Over de invulling moeten studentenraad en de facultaire studentenraad nog overleggen, maar bij de besteding van het geld willen ze overlap met het werk van de projectgroep logistieke kwaliteit vermijden.

Een ton gaat naar YesDelft, de incubator van Delftse technostarters aan de Rotterdamseweg. De elf Delft Research Centers (speerpunten) krijgen een ton. Achterliggende gedachte is dat de Delft Resaerch Centers daarmee de tweede en derde geldstroom kunnen vergroten. Met zulk ‘risicokapitaal’ kunnen wetenschappers onderzoeken continueren of alvast opstarten.

Het college wil de toewijzing van het geld zo transparant en eenvoudig mogelijk houden. Bureaucratie moet worden voorkomen, anders arriveert het geld te laat bij het gekozen doel.

In de toekomst zal de werkgroep Luyben ook advies uitbrengen over de besteding van de OOD-gelden op de lange termijn.

Een werkgroep onder leiding van TNW-decaan Karel Luyben bracht eerder al advies uit over de beste manier om geld dat vrijkomt uit de reorganisatie naar de ‘core business‘ van de TU Delft te laten vloeien. Daarbij liet de commissie wegens tijdgebrek de besteding van OOD-geld op de langere termijn buiten beschouwing. Ook het college wil daarvoor de tijd nemen. Niet onbelangrijk, want in het eerste jaar komt naar verwachting twee miljoen euro vrij, op langere termijn is dat circa twintig miljoen euro per jaar.

Nu gaat het dus om ‘maar’ twee miljoen, waarvan drie ton gereserveerd wordt om eventuele tegenvallende kosten van de uitvoering van de reorganisatie op te vangen.

Vier ton gaat naar het onderwijs. Maar liefst driekwart daarvan gaat naar de verfijning van digitale leeromgevingen als (vooral) Blackboard, de rest mogen studentenraad (20 duizend euro) en facultaire studentenraden (10 duizend euro elk) naar eigen goeddunken besteden aan het verbeteren van de zogeheten logistieke kwaliteit, die zo bepalend is voor de manier waarop met name eerstejaars de universiteit ervaren.

Het is uniek dat studentenraad en facultaire studentenraad zelf een dergelijk potje mogen beheren: voor studentenraadpartijen AAG en Oras kwam dit onderdeel van de plannen dan ook als een grote verrassing. Over de invulling moeten studentenraad en de facultaire studentenraad nog overleggen, maar bij de besteding van het geld willen ze overlap met het werk van de projectgroep logistieke kwaliteit vermijden.

Een ton gaat naar YesDelft, de incubator van Delftse technostarters aan de Rotterdamseweg. De elf Delft Research Centers (speerpunten) krijgen een ton. Achterliggende gedachte is dat de Delft Resaerch Centers daarmee de tweede en derde geldstroom kunnen vergroten. Met zulk ‘risicokapitaal’ kunnen wetenschappers onderzoeken continueren of alvast opstarten.

Het college wil de toewijzing van het geld zo transparant en eenvoudig mogelijk houden. Bureaucratie moet worden voorkomen, anders arriveert het geld te laat bij het gekozen doel.

In de toekomst zal de werkgroep Luyben ook advies uitbrengen over de besteding van de OOD-gelden op de lange termijn.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.