Opinie

Onderwijsvernieuwing kan ‘vakkendevaluatie’ voorkomen

‘Vanuit de student naar een beter rendement’ is de titel van een onderwijsseminar dat de VSSD volgende week vrijdag houdt, samen met studentenpartij Oras.

Het seminar is bedoeld voor mensen die zich aan de TU bezig houden met onderwijsvernieuwing en studierendement. ,,Moet de TU niet eens zijn licht opsteken bij het studiehuisconcept dat nu op de middelbare scholen geïntroduceerd wordt?”, vraagt een VVSD-bestuurslid zich af.

Er gebeurt veel op het gebied van onderwijsvernieuwing aan de TU. Met name het projectonderwijs is een uitermate geschikte werkvorm gebleken, waarmee de inzet en motivatie van studenten worden vergroot. Bovendien leren ze probleemoplossend te werken. Maar er is ook minder gunstige ontwikkeling waar te nemen. Een ‘vakkendevaluatie’, aangemoedigd door de tempo- en prestatienorm. Een aantal vakken kan simpelweg worden gehaald door oefenbundels te reproduceren. Wat niet voor de tentamens is vereist, wordt ook niet voorbereid, efficiënt als studenten (moeten) zijn.

Laten we vanuit dit oogpunt eens kijken of de opleiding in de huidige opzet een student wel gericht naar het beoogde doel laat toewerken. De universiteit streeft ernaar ingenieurs af te leveren die mee kunnen gaan met de snelle ontwikkelingen in hun vak. Deze mensen moeten dus in staat zijn zelf de benodigde informatie te verzamelen en selecteren, en ze moeten zichzelf inzicht kunnen verschaffen in relevante, aangrenzende vakgebieden. Je mag er vanuit gaan dat de opleiding in ieder geval vaardigheden en vorming meegeeft, zoals analytisch of conceptueel denken, en daarnaast ook communicatieve vaardigheden en maatschappijbesef. Maar bovenal moet een ingenieur in staat zijn zichzelf te blijven ontwikkelen.
Nieuwe instroom

Naast de doelmatigheid van de opleiding kan bij het opzetten van het onderwijs meer uitgegaan worden van de mensen in de collegebanken. Een mooi voorbeeld hiervan is het college van Civiel-hoogleraar prof.dr.ir. F.B.J. Barends, die beelden van rampen vertoont om het leereffect van zijn college te verhogen. Hij hoopt studenten zo te laten inzien dat beheersing van de theorie nog niet wil zeggen dat de praktische problemen hetzelfde zijn. ,,Er komt meer bij kijken, en dat kan de stof boeiend maken”, aldus Barends onlangs in Delta.

Ook op het vwo wordt aan studentgericht onderwijs gewerkt. Daar wordt nu het zogeheten ‘studiehuisconcept’ geïntroduceerd, en aangezien deze studiehuisleerlingen straks onze instroom zullen vormen is het verstandig hier als universiteit eens goed naar te kijken. Het studiehuis heeft tot doel de student geleidelijk aan meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te geven over het eigen leerproces. De docent treedt hierbij op als activerend begeleider door vragen bij de leerling op te roepen en feedback te geven.

Een dergelijke onderwijsbenadering is veel mensen tetheoretisch. En deze scepsis is te begrijpen. Conceptualisering en veralgemenisering van de praktijk op andere instellingen kunnen ertoe leiden dat er een hoop wordt gepraat over de theorie, maar dat er ondertussen weinig gebeurt. Het is vaak ook maar de vraag in hoeverre het mogelijk is zulke algemene concepten uit te werken tot een onderwijsinrichting die past bij de eigen instelling.

Toch denk ik dat je door naar andere instellingen te kijken een hoop kan leren. De problemen zijn immers vergelijkbaar. Je moet je daarbij wel blijven afvragen waarom juist dat systeem is ingevoerd, welk idee zit erachter en welk effect beogen ze? Waarom werkt het daar (of niet)?

Sommige docenten vragen zich af waarom er zo nodig iets moet veranderen. Juist van die docenten willen studenten horen wat hun kritiek is en wat hun argumenten daarvoor zijn. Waarom gaat iets volgens hen niet werken en wat kan er dan wél beter. Door met studenten in discussie te gaan wordt het mogelijk te werken aan onderwijs dat meer oplevert voor docent en student. Dit vereist een open houding en een bereidheid naar elkaars ideeën te luisteren. Ook als die niet direct overeenkomen.
Mari Higashidani

(De auteur is bestuurslid van de VSSD)

‘Vanuit de student naar een beter rendement’ is de titel van een onderwijsseminar dat de VSSD volgende week vrijdag houdt, samen met studentenpartij Oras. Het seminar is bedoeld voor mensen die zich aan de TU bezig houden met onderwijsvernieuwing en studierendement. ,,Moet de TU niet eens zijn licht opsteken bij het studiehuisconcept dat nu op de middelbare scholen geïntroduceerd wordt?”, vraagt een VVSD-bestuurslid zich af.

Er gebeurt veel op het gebied van onderwijsvernieuwing aan de TU. Met name het projectonderwijs is een uitermate geschikte werkvorm gebleken, waarmee de inzet en motivatie van studenten worden vergroot. Bovendien leren ze probleemoplossend te werken. Maar er is ook minder gunstige ontwikkeling waar te nemen. Een ‘vakkendevaluatie’, aangemoedigd door de tempo- en prestatienorm. Een aantal vakken kan simpelweg worden gehaald door oefenbundels te reproduceren. Wat niet voor de tentamens is vereist, wordt ook niet voorbereid, efficiënt als studenten (moeten) zijn.

Laten we vanuit dit oogpunt eens kijken of de opleiding in de huidige opzet een student wel gericht naar het beoogde doel laat toewerken. De universiteit streeft ernaar ingenieurs af te leveren die mee kunnen gaan met de snelle ontwikkelingen in hun vak. Deze mensen moeten dus in staat zijn zelf de benodigde informatie te verzamelen en selecteren, en ze moeten zichzelf inzicht kunnen verschaffen in relevante, aangrenzende vakgebieden. Je mag er vanuit gaan dat de opleiding in ieder geval vaardigheden en vorming meegeeft, zoals analytisch of conceptueel denken, en daarnaast ook communicatieve vaardigheden en maatschappijbesef. Maar bovenal moet een ingenieur in staat zijn zichzelf te blijven ontwikkelen.
Nieuwe instroom

Naast de doelmatigheid van de opleiding kan bij het opzetten van het onderwijs meer uitgegaan worden van de mensen in de collegebanken. Een mooi voorbeeld hiervan is het college van Civiel-hoogleraar prof.dr.ir. F.B.J. Barends, die beelden van rampen vertoont om het leereffect van zijn college te verhogen. Hij hoopt studenten zo te laten inzien dat beheersing van de theorie nog niet wil zeggen dat de praktische problemen hetzelfde zijn. ,,Er komt meer bij kijken, en dat kan de stof boeiend maken”, aldus Barends onlangs in Delta.

Ook op het vwo wordt aan studentgericht onderwijs gewerkt. Daar wordt nu het zogeheten ‘studiehuisconcept’ geïntroduceerd, en aangezien deze studiehuisleerlingen straks onze instroom zullen vormen is het verstandig hier als universiteit eens goed naar te kijken. Het studiehuis heeft tot doel de student geleidelijk aan meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te geven over het eigen leerproces. De docent treedt hierbij op als activerend begeleider door vragen bij de leerling op te roepen en feedback te geven.

Een dergelijke onderwijsbenadering is veel mensen tetheoretisch. En deze scepsis is te begrijpen. Conceptualisering en veralgemenisering van de praktijk op andere instellingen kunnen ertoe leiden dat er een hoop wordt gepraat over de theorie, maar dat er ondertussen weinig gebeurt. Het is vaak ook maar de vraag in hoeverre het mogelijk is zulke algemene concepten uit te werken tot een onderwijsinrichting die past bij de eigen instelling.

Toch denk ik dat je door naar andere instellingen te kijken een hoop kan leren. De problemen zijn immers vergelijkbaar. Je moet je daarbij wel blijven afvragen waarom juist dat systeem is ingevoerd, welk idee zit erachter en welk effect beogen ze? Waarom werkt het daar (of niet)?

Sommige docenten vragen zich af waarom er zo nodig iets moet veranderen. Juist van die docenten willen studenten horen wat hun kritiek is en wat hun argumenten daarvoor zijn. Waarom gaat iets volgens hen niet werken en wat kan er dan wél beter. Door met studenten in discussie te gaan wordt het mogelijk te werken aan onderwijs dat meer oplevert voor docent en student. Dit vereist een open houding en een bereidheid naar elkaars ideeën te luisteren. Ook als die niet direct overeenkomen.
Mari Higashidani

(De auteur is bestuurslid van de VSSD)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.