Campus

Olifanten, barbies en een vliegend tapijt

Gastschrijver Hugo Brandt Corstius houdt deze week de afsluitende Vermeerlezing van zijn gastschrijverschap. Zijn vijf masterclasses stonden in het teken van vormtheorie en -experiment.

Het resultaat: de prille programmatuur van de vormfax en een stofzuiger in de vorm van een olifant .

Donderdag, 15 mei. Martijn Schaafsma is een kwartier voor aanvang van de op een na laatste masterclass aanwezig. Verklaarbaar, want de eerstejaars technische natuurkundestudent noemt zichzelf ‘een absolute Hugo Brandt Corstius-fan.’ Schaafsma: ,,Ik heb bijna al zijn columns en boeken gelezen. Ik ben gek op zijn woordexperimenten.”

Onder zijn arm heeft Schaafsma een vuilnisbak geklemd. Ook een woordexperiment? Schaafsma: ,,Nee, een vormexperiment. Brandt Corstius vroeg ons een vorm in de vorm van iets anders te maken. Ik heb een broodrooster in de vorm van een vuilnisbak gemaakt. Kijk maar…”

Hij opent de klep. En inderdaad, aan de binnenkant zitten twee tosti-ijzers aan het plastic vastgelijmd. ,,Ik wilde eigenlijk een broodrooster in de vorm van een brievenbus maken. Ik heb daarvoor geprobeerd een TPG-brievenbus te bemachtigen. Maar ze waren niet zo enthousiast. Een brievenbus moest toch vooral een brievenbus blijven.”

Inmiddels is eerstejaars IO-studente Marieke Oostrom present. Ze laat schetsen zien van een barbecue in de vorm van een octopus. Oostrom: ,,Ik heb ook gedacht aan een auto in de vorm van een vliegend tapijt, een wasmachine in de vorm van een aquarium, en een gsm in de vorm van een stressbal.”

Heeft Brandt Corstius nog een beetje gestuurd in haar uiteindelijke keuze? Oostrom: ,,Over sommige ideeën is hij duidelijk enthousiaster dan over andere. Ik wilde eerst een fles in de vorm van een kraan maken. Dat vond hij maar niks. Hij zei: ‘Een fles is al een soort kraan. Uit beiden stroomt een door de gebruiker te beïnvloeden hoeveelheid vloeistof.’ Ook over vormcombinaties met lampen was hij niet te spreken, omdat een lamp zelf al allerlei verschijningsvormen heeft.”

Civielstudent Bjorn van Raaij is thuis nog druk bezig met het fabriceren van een verkeersdrempel in de vorm van een verkeersslachtoffer. Van Raaij: ,,Het is in eerste instantie kunst, een vormexperiment. Maar misschien dat er ook nog wel een markt voor is. Automobilisten zullen vast extra afremmen als ze denken dat er een gewonde op de weg ligt? Maar misschien dat het ethisch niet echt verantwoord is.”

Vormfax

Genoeg spielerei, vandaag is het tijd voor het echte werk: de theorie. Brandt Corstius is namelijk op zoek naar een grammatica van vormen. Uiteindelijk moet dat leiden tot praktische toepassingen als een vormfax, een fax die effectief en efficiënt vormen kan lezen en overstralen naar de andere kant van de wereld. Brandt Corstius: ,,En dan bedoel ik niet zoiets als een kopieermachine. Die maakt gewoon een foto van het origineel. Ik denk meer aan iets als e-mail. Daarbij wordt ook niet de letter zelf getransporteerd, maar een code die die letter representeert. Ik zoek naar een code die vormen vereenvoudigt en volledig beschrijft.”

De vormgrammatica moet een soort opvolger worden van Linnaeus’ plantencategorisatie, Mendelejews periodieke systeem der elementen en – natuurlijk – het woordenboek. Brandt Corstius: ,,Een woordenboek is uit systematisch oogpunt eigenlijk een onding. Als je debetekenis van een woord opzoekt vind je weer nieuwe woorden. En als je die nieuwe woorden opzoekt, vind je wéér nieuwe woorden.”

Door het universele karakter van vormen moet de vormgrammatica het woordenboek toch zeker de loef kunnen afsteken. Er zijn al enkele pogingen ondernomen.

Brandt Corstius: ,,In de wiskunde, en in de kristallografie, in de tekenkunst, en in de techniek, zijn de eenvoudigste vormen benoemd en in systeem gebracht. Bol, ei, ring, kubus, buis, piramide, balk en ook hoek, gat, evenwijdig, dunwandig, symmetrie zijn enkele van de dan gebruikte termen. Maar voor ingewikkelder vormen, zoals menselijke lichamen, gebouwen en gebruiksvoorwerpen, is bij elke toepassing een ander systeem van ontleding, beschrijving, constructie in zwang, en valt men liefst terug op de tekening, tweedimensionaal op papier of driedimensionaal in een computer, of op een schaalmodel. Het ontbreekt in de wereld van de vormen aan een syntaxis: een systeem dat uit atomaire vormen gecompliceerde vormen samenstelt.”

De elf aanwezige studenten luisteren aandachtig. Dat moet ook wel, want het onderwerp is complex en abstract, en Brandt Corstius praat snel, heel snel. Maar dan opeens stelt hij een vraag: ,,In taal is er sprake van deletie, is dat bij vormen ook zo?”

De vraag wordt geretourneerd: ,,Wat is deletie?” Brandt Corstius schrijft op zijn flip-over: ‘Ik kook en eet soep’

,,Hier staat eigenlijk: ik kook soep en ik eet soep. Maar we kunnen prima één keer ‘ik’ en één keer ‘soep’ weglaten. Zijn dat soort fenomenen er ook in onze vormgrammatica? Kun je een vorm weglaten en ‘m toch denken?”

Derdejaars bouwkundestudent Eva Vrouwe vindt van wel. ,,Als ik kijk naar iemand die met zijn voeten in mul zand staat, denk ik niet: hé, die heeft geen voeten.”

Iedereen knikt instemmend. We zijn weer een stapje verder: ook bij vormgrammatica is sprake van deletie.

Volgende vraag van de meester: ,,Beschrijven we vormen met de termen ‘onder’ en ‘boven’? Is oriëntatie belangrijk?”

De meningen verschillen. Civieler Van Raaij: ,,De onder- en bovenkant van objecten is afhankelijk van de functie. Bij een stoelvormige vorm, zijn we geneigd de poten de onderkant te noemen. Bij het beschrijven van vormen doet de functie niet ter zake. Dus bij de vormgrammatica hoeven we geen gebruik te maken van oriëntatie.”

Een andere student valt hem bij. ,,Ik ben tegen onder- en bovenkanten, dat is subjectief. En alles wat subjectief is moet vermeden worden bij de vormsyntaxis.”

Natuurkundestudent Bram van Driel is het hier niet mee eens. ,,Het besef van onder en boven is universeel. Door een referentie-assenstelsel te definiëren, kan veel makkelijker worden uitgelegd hoe een voorwerp eruit ziet. Neem mijn olifant%”

Hij wijst naar de papier-maché constructie op zijn tafel. Het is het resultaat van zijn eigen vormstudie: een stofzuiger in de vorm van een olifant. Van Driel: ,,Als ik zeg: dit is een bol met bovenop een slurf en twee oren, dan kan iedereen zich een voorstelling maken van hoe het object eruit ziet. Als ik het woord ‘bovenop’ niet mag gebruiken, wordt het al een stuk lastiger.”

De discussie verzandt in een filosofisch gepingpong van tegenstrijdige meningen. Brandt Corstius treedt op als scheidsrechter en blaast voor het eindsignaal: ,,Ik ben bang dat er vandaag twee concurrerende vormgrammaticascholen ontstaan. Eén met oriëntatie, en één zonder.”

Intelligent

Einde van de les. Wat vinden de studenten eigenlijk van de masterclasses van Hugo Brandt Corstius? Rasechte HBC-fan Schaafsma is alleen maar enthousiaster geworden over zijn idool. ,,Het is mooi om hem een keer in het echt te zien. En het is goed om van hem te leren hoe je kritisch naar de dingen om je heen moet kijken. Abstraheren en niet zomaar iets aannemen, zo hoort het. Het viel me ook op dat hij een beetje stottert. Dat is toch bijzonder, voor iemand die op papier zo met woorden speelt, toch?”

Eva Vrouwe heeft moeite een mening te vormen. ,,Het was af en toe wel héél erg vaag. Soms miste ik de richting: waar gaat dit allemaal naartoe? Maar als een probleemgebied ongedefinieerd is, levert het wel vaak leuke discussies op. En ik heb er natuurlijk een leuk kunstwerk aan over gehouden.”

Ze opent haar tas. Er verschijnt een schaalmodel van een autobaan. Er staat een barbiepop wijdbeens over het wegdek. Wat is het? Vrouwe: ,,Dat is toch duidelijk? Een triomfboog in de vorm van een barbiepop.”

Brandt Corstius maakt aanstalten huiswaarts te keren. Nog één vraag op de valreep. Wat vindt hij zelf eigenlijk van zijn Delftse studenten? Brandt Corstius: ,,Het zijn ideale studenten, eerlijk waar. En dat zeg ik niet om politiek correct over te komen. Ik ben ook gastschrijver geweest aan andere universiteiten en ik kan er diverse noemen waar ik de deelnemers maar stompzinnig vond. Deze studenten zijn intelligent en mondig. Het enige nadeel is dat ik af en toe mijn colleges niet helemaal kan afmaken omdat er lange discussies ontstaan. Maar dat heb ik er graag voor over.”

Donderdag 22 mei om 20.00 uur in Het Prinsenhof: Vermeerlezing van Hugo Brandt Corstius en expositie van de vormexperimenten van zijn masterclassstudenten

Gastschrijver Hugo Brandt Corstius houdt deze week de afsluitende Vermeerlezing van zijn gastschrijverschap. Zijn vijf masterclasses stonden in het teken van vormtheorie en -experiment. Het resultaat: de prille programmatuur van de vormfax en een stofzuiger in de vorm van een olifant .

Donderdag, 15 mei. Martijn Schaafsma is een kwartier voor aanvang van de op een na laatste masterclass aanwezig. Verklaarbaar, want de eerstejaars technische natuurkundestudent noemt zichzelf ‘een absolute Hugo Brandt Corstius-fan.’ Schaafsma: ,,Ik heb bijna al zijn columns en boeken gelezen. Ik ben gek op zijn woordexperimenten.”

Onder zijn arm heeft Schaafsma een vuilnisbak geklemd. Ook een woordexperiment? Schaafsma: ,,Nee, een vormexperiment. Brandt Corstius vroeg ons een vorm in de vorm van iets anders te maken. Ik heb een broodrooster in de vorm van een vuilnisbak gemaakt. Kijk maar…”

Hij opent de klep. En inderdaad, aan de binnenkant zitten twee tosti-ijzers aan het plastic vastgelijmd. ,,Ik wilde eigenlijk een broodrooster in de vorm van een brievenbus maken. Ik heb daarvoor geprobeerd een TPG-brievenbus te bemachtigen. Maar ze waren niet zo enthousiast. Een brievenbus moest toch vooral een brievenbus blijven.”

Inmiddels is eerstejaars IO-studente Marieke Oostrom present. Ze laat schetsen zien van een barbecue in de vorm van een octopus. Oostrom: ,,Ik heb ook gedacht aan een auto in de vorm van een vliegend tapijt, een wasmachine in de vorm van een aquarium, en een gsm in de vorm van een stressbal.”

Heeft Brandt Corstius nog een beetje gestuurd in haar uiteindelijke keuze? Oostrom: ,,Over sommige ideeën is hij duidelijk enthousiaster dan over andere. Ik wilde eerst een fles in de vorm van een kraan maken. Dat vond hij maar niks. Hij zei: ‘Een fles is al een soort kraan. Uit beiden stroomt een door de gebruiker te beïnvloeden hoeveelheid vloeistof.’ Ook over vormcombinaties met lampen was hij niet te spreken, omdat een lamp zelf al allerlei verschijningsvormen heeft.”

Civielstudent Bjorn van Raaij is thuis nog druk bezig met het fabriceren van een verkeersdrempel in de vorm van een verkeersslachtoffer. Van Raaij: ,,Het is in eerste instantie kunst, een vormexperiment. Maar misschien dat er ook nog wel een markt voor is. Automobilisten zullen vast extra afremmen als ze denken dat er een gewonde op de weg ligt? Maar misschien dat het ethisch niet echt verantwoord is.”

Vormfax

Genoeg spielerei, vandaag is het tijd voor het echte werk: de theorie. Brandt Corstius is namelijk op zoek naar een grammatica van vormen. Uiteindelijk moet dat leiden tot praktische toepassingen als een vormfax, een fax die effectief en efficiënt vormen kan lezen en overstralen naar de andere kant van de wereld. Brandt Corstius: ,,En dan bedoel ik niet zoiets als een kopieermachine. Die maakt gewoon een foto van het origineel. Ik denk meer aan iets als e-mail. Daarbij wordt ook niet de letter zelf getransporteerd, maar een code die die letter representeert. Ik zoek naar een code die vormen vereenvoudigt en volledig beschrijft.”

De vormgrammatica moet een soort opvolger worden van Linnaeus’ plantencategorisatie, Mendelejews periodieke systeem der elementen en – natuurlijk – het woordenboek. Brandt Corstius: ,,Een woordenboek is uit systematisch oogpunt eigenlijk een onding. Als je debetekenis van een woord opzoekt vind je weer nieuwe woorden. En als je die nieuwe woorden opzoekt, vind je wéér nieuwe woorden.”

Door het universele karakter van vormen moet de vormgrammatica het woordenboek toch zeker de loef kunnen afsteken. Er zijn al enkele pogingen ondernomen.

Brandt Corstius: ,,In de wiskunde, en in de kristallografie, in de tekenkunst, en in de techniek, zijn de eenvoudigste vormen benoemd en in systeem gebracht. Bol, ei, ring, kubus, buis, piramide, balk en ook hoek, gat, evenwijdig, dunwandig, symmetrie zijn enkele van de dan gebruikte termen. Maar voor ingewikkelder vormen, zoals menselijke lichamen, gebouwen en gebruiksvoorwerpen, is bij elke toepassing een ander systeem van ontleding, beschrijving, constructie in zwang, en valt men liefst terug op de tekening, tweedimensionaal op papier of driedimensionaal in een computer, of op een schaalmodel. Het ontbreekt in de wereld van de vormen aan een syntaxis: een systeem dat uit atomaire vormen gecompliceerde vormen samenstelt.”

De elf aanwezige studenten luisteren aandachtig. Dat moet ook wel, want het onderwerp is complex en abstract, en Brandt Corstius praat snel, heel snel. Maar dan opeens stelt hij een vraag: ,,In taal is er sprake van deletie, is dat bij vormen ook zo?”

De vraag wordt geretourneerd: ,,Wat is deletie?” Brandt Corstius schrijft op zijn flip-over: ‘Ik kook en eet soep’

,,Hier staat eigenlijk: ik kook soep en ik eet soep. Maar we kunnen prima één keer ‘ik’ en één keer ‘soep’ weglaten. Zijn dat soort fenomenen er ook in onze vormgrammatica? Kun je een vorm weglaten en ‘m toch denken?”

Derdejaars bouwkundestudent Eva Vrouwe vindt van wel. ,,Als ik kijk naar iemand die met zijn voeten in mul zand staat, denk ik niet: hé, die heeft geen voeten.”

Iedereen knikt instemmend. We zijn weer een stapje verder: ook bij vormgrammatica is sprake van deletie.

Volgende vraag van de meester: ,,Beschrijven we vormen met de termen ‘onder’ en ‘boven’? Is oriëntatie belangrijk?”

De meningen verschillen. Civieler Van Raaij: ,,De onder- en bovenkant van objecten is afhankelijk van de functie. Bij een stoelvormige vorm, zijn we geneigd de poten de onderkant te noemen. Bij het beschrijven van vormen doet de functie niet ter zake. Dus bij de vormgrammatica hoeven we geen gebruik te maken van oriëntatie.”

Een andere student valt hem bij. ,,Ik ben tegen onder- en bovenkanten, dat is subjectief. En alles wat subjectief is moet vermeden worden bij de vormsyntaxis.”

Natuurkundestudent Bram van Driel is het hier niet mee eens. ,,Het besef van onder en boven is universeel. Door een referentie-assenstelsel te definiëren, kan veel makkelijker worden uitgelegd hoe een voorwerp eruit ziet. Neem mijn olifant%”

Hij wijst naar de papier-maché constructie op zijn tafel. Het is het resultaat van zijn eigen vormstudie: een stofzuiger in de vorm van een olifant. Van Driel: ,,Als ik zeg: dit is een bol met bovenop een slurf en twee oren, dan kan iedereen zich een voorstelling maken van hoe het object eruit ziet. Als ik het woord ‘bovenop’ niet mag gebruiken, wordt het al een stuk lastiger.”

De discussie verzandt in een filosofisch gepingpong van tegenstrijdige meningen. Brandt Corstius treedt op als scheidsrechter en blaast voor het eindsignaal: ,,Ik ben bang dat er vandaag twee concurrerende vormgrammaticascholen ontstaan. Eén met oriëntatie, en één zonder.”

Intelligent

Einde van de les. Wat vinden de studenten eigenlijk van de masterclasses van Hugo Brandt Corstius? Rasechte HBC-fan Schaafsma is alleen maar enthousiaster geworden over zijn idool. ,,Het is mooi om hem een keer in het echt te zien. En het is goed om van hem te leren hoe je kritisch naar de dingen om je heen moet kijken. Abstraheren en niet zomaar iets aannemen, zo hoort het. Het viel me ook op dat hij een beetje stottert. Dat is toch bijzonder, voor iemand die op papier zo met woorden speelt, toch?”

Eva Vrouwe heeft moeite een mening te vormen. ,,Het was af en toe wel héél erg vaag. Soms miste ik de richting: waar gaat dit allemaal naartoe? Maar als een probleemgebied ongedefinieerd is, levert het wel vaak leuke discussies op. En ik heb er natuurlijk een leuk kunstwerk aan over gehouden.”

Ze opent haar tas. Er verschijnt een schaalmodel van een autobaan. Er staat een barbiepop wijdbeens over het wegdek. Wat is het? Vrouwe: ,,Dat is toch duidelijk? Een triomfboog in de vorm van een barbiepop.”

Brandt Corstius maakt aanstalten huiswaarts te keren. Nog één vraag op de valreep. Wat vindt hij zelf eigenlijk van zijn Delftse studenten? Brandt Corstius: ,,Het zijn ideale studenten, eerlijk waar. En dat zeg ik niet om politiek correct over te komen. Ik ben ook gastschrijver geweest aan andere universiteiten en ik kan er diverse noemen waar ik de deelnemers maar stompzinnig vond. Deze studenten zijn intelligent en mondig. Het enige nadeel is dat ik af en toe mijn colleges niet helemaal kan afmaken omdat er lange discussies ontstaan. Maar dat heb ik er graag voor over.”

Donderdag 22 mei om 20.00 uur in Het Prinsenhof: Vermeerlezing van Hugo Brandt Corstius en expositie van de vormexperimenten van zijn masterclassstudenten

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.