Huize Wipkolder (Wippolder is the name of a Delft neighbourhood; ‘kolder’ means craziness) is renowned as a ‘Delftsch Huis’ with many traditions, ranging from Christmas dinners to the HJ (house youngest) putting the old paper for recycling out on the sidewalk every Monday night.
One tradition that club members, fellow students and parents find most amazing is the fact that there’s no coffee machine in this, the NP38 (Nassauplein 38) student house. For years the coffee has been made using ground coffee beans, filters and hot water. And this coffee is very special because of the love that goes into its making. How this love is precisely added to the coffee by the HO (house oldest) is hard to describe in words. But during the entire coffee-making process, the name Pluto doesn’t go unmentioned. That’s not the house dog’s name (the only pets at NP38 are the mice), but rather a cup that comes from the Pluto ice cream brand. For years Pluto has provided loyal service as the cup that catches the excess coffee from the filter. In this student house, coffee is drunk without milk or sugar (although men and women are allowed to have differing opinions about how tea should be drunk).
Huize Wipkolder is a close-knit student house, says Wouter Steenstra, one of its nine residents. “Because the nine housemates all follow different studies, belong to different clubs, are of varying ages and genders, the times we’re all at home vary greatly.” One moment during the week when they do all see each other is Sunday nights at café Tango. The #38 Delft Blue tile on the wall marks the spot where the housemates gather to drink to the end of the weekend and start of a new week. When Tango closes, Oude Jan hosts the after-party. The hangovers on Monday morning are then cured with the cups of coffee made with lots of love.
Naam: Shahid Ali
Nationaliteit: Pakistaan
Promotor: Prof.dr.ir. Guus Stelling (sectie vloeistofmechanica, Civiele Techniek en Geowetenschappen)
Onderwerp: Weerstand in rivieren tijdens hoogwater
Tussenstand: Ongeveer halverwege
“Wat je hier ziet, is een riviermodel met een schaal van een op vijftig. In het water steek ik staafjes, langwerpige kegels en roosters. Zo boots ik de vegetatie op de kribben en in de uiterwaarden na: gras, bosjes en dichte bebossing. Stroomafwaarts meet ik de stroomsnelheid.
De data verzamel ik om overstromingsmodellen te verbeteren. Daarmee kun je uitrekenen hoe hoog het water in de rivier wordt opgestuwd door de weerstand die het ondervindt. Dat is belangrijke informatie voor Rijkswaterstaat. Die kan de gegevens gebruiken om te bepalen hoeveel de dijken moeten worden verhoogd, en hoe groot opvangbekkens langs de rivier moeten worden.
Het is heel spannend werk, maar eigenlijk ook heel saai. Ik doe deze metingen al meer dan een halfjaar. Het duurt zo lang omdat ik snelheidsprofielen van de hele waterkolom moet maken en omdat ik experimenteer met verschillende typen kribben, vegetatie en stroomsnelheden. Van bodem tot oppervlak meet ik op tien punten de snelheid. Aangezien het water erg turbulent is, moet ik op elk punt vier minuten meten en de snelheden uitmiddelen om betrouwbare gegevens te verkrijgen.
Het spannendste gedeelte komt binnenkort: de data-analyse. Daar komt veel fysica en wiskunde aan te pas. Al moet ik zeggen dat ik ook tijdens het experimenteerwerk op iets spannends en onverwachts ben gestuit. Zo zag ik tijdens metingen aan een bepaald type krib dat er staande golven ontstonden in de rivier. Die werden veroorzaakt door de vorm van de krib. Die zorgde voor veel weerstand.
Ik ben hier terecht gekomen dankzij een beurs van de Pakistaanse overheid. Daarvoor deed ik zeven jaar toegepast onderzoek voor bedrijven naar stromingen in pijpen. Nu ben ik meer wetenschappelijk bezig. Dat bevalt me goed. Een deel van de kennis die ik hier opdoe, is ook voor de hydrologische industrie in Pakistan interessant. Als ik klaar ben kan ik weer terug naar mijn oude werkgever.
Drie maanden geleden zijn mijn vrouw en mijn zes jaar oude zoontje naar Nederland gekomen. Het was een heel gedoe. In Pakistan konden we geen visa krijgen. We moesten daarvoor helemaal naar de Nederlandse ambassade in Dubai.
Mijn zoon heeft op school al een paar woorden Nederlands geleerd. Hij vindt het hier in Delft fijn. Maar hij mist Pakistan ook. In Pakistan hebben we een heel andere leefstijl. We wonen daar met de hele familie in een groot huis. En het weer hier… (zucht). Maar toch, als ik hier een interessante baan kan krijgen, blijf ik graag in Nederland.”

Comments are closed.