Onderwijs

NVAO-oordeel kan geld opleveren

Een kamermeerderheid wil dat het NVAO-oordeel over opleidingen belangrijker wordt. Het moet “zwaar wegen” in de prestatiebekostiging en op termijn moeten opleidingen met het oordeel ‘goed’ kunnen selecteren aan de poort.


De Tweede Kamer nam daarover vanmiddag twee moties aan van de hand Anne-Wil Lucas (VVD). Tijdens het debat over de ‘strategische agenda’ vorige week stelde Lucas voor om in de toekomst een systeem van kwaliteitsbekostiging in te voeren. Ze reageerde op staatssecretaris Zijlstra die zeven procent van het hogeronderwijsbudget wil verdelen op basis van prestatieafspraken met universiteiten en hogescholen. Daarbij denkt hij aan meetbare criteria als studierendement en het opleidingsniveau van docenten.



Maar volgens Lucas moeten de NVAO-oordelen over opleidingen – voldoende, goed of excellent – bepalend zijn voor het bedrag dat een instelling per student krijgt. “Opleidingen die excellent scoren zouden meer geld moeten krijgen dan degenen die voldoende scoren.”



Staatssecretaris Zijlstra vond dat wat te snel gaan. De NVAO-oordelen kunnen een belangrijke rol spelen in de prestatieafspraken met individuele hogescholen en universiteiten, zei hij. “Maar op die basis bekostigen: nee.”



Lucas paste haar motie daarop een beetje aan. Omdat de kwaliteitsoordelen van de NVAO “benut zouden kunnen worden om te komen tot een bekostigingssysteem op basis van kwaliteit”, vraagt ze de regering om ze “zwaar te laten wegen” in de prestatieafspraken. Op die manier kan er “ervaring” worden opgedaan met het gebruik van de oordelen van de opleidingenkeurder, stelt Lucas. Een kamermeerderheid van PvdA, D66, VVD, SGP, CDA en PVV is het met haar eens.



Op de PvdA na, zijn die partijen bovendien met Lucas van mening dat op termijn niet alleen ‘excellente’ opleidingen hun studenten mogen selecteren, maar ook degenen die van de NVAO het predicaat ‘goed’ krijgen. Daar heeft Zijlstra minder moeite mee, zolang straks maar niet voor alle opleidingen kan worden geselecteerd, zei hij vorige week. De Tweede Kamer moest er maar over beslissen.

De langverwachte milieueffectrapportage (mer) is 1 november in concept naar buiten gebracht. In deze mer is onderzoek gedaan naar de effecten die bouwplannen in het TU-gebied hebben op het milieu. Verschillende mogelijkheden zijn onderzocht en daaruit is een ‘meest milieuvriendelijk alternatief’ (mma) naar voren gekomen. Dat voorziet onder meer tot 2013 in 4800 nieuwe woningen, waarvan drieduizend studenteneenheden.

Voldoen aan de vraag
Directeur vastgoed Arne Dolle van Duwo is verheugd dat de mer bijna klaar is. “We kunnen nu verder met bouwen . Alle plannen die we hebben achter de faculteit EWI mogen doorgaan en er is plaats voor meer.”

Hij plaatst ook een kritische kanttekening: “Waarom voldoen we niet meteen aan de vraag?” De gemeente heeft laten berekenen dat er tot 2023 vijfduizend nieuwe woningen nodig zijn. Volgens Dolle zou het mooi zijn als er daarvan vierduizend de komende tien jaar in Delft Zuid-Oost, het TU-gebied, zouden komen.

Haast met overleg
Verder ‘wringt voor Duwo de schoen op de Kanaalhof’ in TU-Noord. Daar had de studentenhuisvester een nieuw gebouw met tweehonderd studentenwoningen voor ogen. Dat kan in het mma niet doorgaan, omdat het plan valt in een gebied dat is aangewezen als ecologische hoofdstructuur. “We begrijpen niet dat dat project helemaal wordt weggestreept. Het had best ergens anders in TU-Noord gekund.”

Dolle wil samen met de TU in overleg met de gemeente. Daar is haast bij, want die laatste wil nog deze maand op basis van het mma en input van omwonenden en belanghebbenden een voorkeursalternatief opstellen.

Lees ook: ‘In TU-wijk is plek voor 4800 woningen’

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.