Onderwijs

Nieuwe eerstejaars mijden natuurkunde

De laatste vooraanmeldingscijfers wijzen erop dat de TU dit jaar na enkele jaren van stijging studenten verliest. Bij natuurkunde dreigt een nieuwe glijval.

Hoewel de vooraanmeldingscijfers zelden een juiste prognose geven, zijn ze wel indicatief voor hoeveel studenten er komen. Op 22 januari hadden zich 1.144 nieuwe eerstejaars aangemeld, wat neerkomt op een daling van 12 procent.

Op grond van deze cijfers blijkt dat de zorgenkinderen elektrotechniek, scheikundige technologie en werktuigbouwkunde vooralsnog niet uit het dal kruipen waarin ze jaren geleden terecht kwamen. De tikker van de drie studies staat op respectievelijk minus 10, minus 16 en minus 21 eerstejaars.

Huisstatisticus W. Heeringa interpreteert de cijfers als ‘niet best’. Hij is vooral geschrokken van technische natuurkunde: ,,Er tekenen zich drama’s af. Natuurkunde in Delft was jarenlang verreweg de grootste en telde bijna evenveel studenten als Eindhoven en Twente bij elkaar. Nu dreigt datzelfde natuurkunde de kleinste te worden.”

Tot 1994 telde natuurkunde een kleine tweehonderd studenten, maar in dat jaar kreeg de studie plotseling vijftig studenten minder. Vorig jaar was opnieuw sprake van een glijval. Toen zakte het aantal eerstejaars van 121 naar 86. Op basis van de huidige cijfers moet ervan uitgegaan worden dat natuurkunde dit jaar misschien nog maar 50 eerstejaars overhoudt.

Ook bouwkunde lijkt flink wat studenten te verliezen, maar kan daarmee leven aangezien de faculteit bijna uit zijn voegen barst.

Maritieme techniek trekt weer wat aan, net als materiaalkunde. Echt reden tot vreugde is er alleen bij lucht- en ruimtevaarttechniek. De scherpe daling van een paar jaar geleden herstelt zich; 28 procent erbij (220 eerstejaars).

Het college van bestuur beraadde zich deze week op ‘extra inspanningen’ om het tij te keren.

Hoewel de vooraanmeldingscijfers zelden een juiste prognose geven, zijn ze wel indicatief voor hoeveel studenten er komen. Op 22 januari hadden zich 1.144 nieuwe eerstejaars aangemeld, wat neerkomt op een daling van 12 procent.

Op grond van deze cijfers blijkt dat de zorgenkinderen elektrotechniek, scheikundige technologie en werktuigbouwkunde vooralsnog niet uit het dal kruipen waarin ze jaren geleden terecht kwamen. De tikker van de drie studies staat op respectievelijk minus 10, minus 16 en minus 21 eerstejaars.

Huisstatisticus W. Heeringa interpreteert de cijfers als ‘niet best’. Hij is vooral geschrokken van technische natuurkunde: ,,Er tekenen zich drama’s af. Natuurkunde in Delft was jarenlang verreweg de grootste en telde bijna evenveel studenten als Eindhoven en Twente bij elkaar. Nu dreigt datzelfde natuurkunde de kleinste te worden.”

Tot 1994 telde natuurkunde een kleine tweehonderd studenten, maar in dat jaar kreeg de studie plotseling vijftig studenten minder. Vorig jaar was opnieuw sprake van een glijval. Toen zakte het aantal eerstejaars van 121 naar 86. Op basis van de huidige cijfers moet ervan uitgegaan worden dat natuurkunde dit jaar misschien nog maar 50 eerstejaars overhoudt.

Ook bouwkunde lijkt flink wat studenten te verliezen, maar kan daarmee leven aangezien de faculteit bijna uit zijn voegen barst.

Maritieme techniek trekt weer wat aan, net als materiaalkunde. Echt reden tot vreugde is er alleen bij lucht- en ruimtevaarttechniek. De scherpe daling van een paar jaar geleden herstelt zich; 28 procent erbij (220 eerstejaars).

Het college van bestuur beraadde zich deze week op ‘extra inspanningen’ om het tij te keren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.