Ondanks mogelijke privacybezwaren willen sommige universiteiten en hogescholen precies weten welke van hun studenten kritiek hebben of juist tevreden zijn: ze willen de Nationale Studenten Enquête aan hun eigen studentadministratie koppelen.
De meeste betrokkenen willen niet van een conflict spreken. “We zoeken naar een elegante oplossing”, zegt Paul Rullmann, bestuurslid van de TU Delft en tevens bestuurder van de stichting Studiekeuze123. Die stichting is formeel de opdrachtgever van de landelijke enquête onder studenten.
Maar het Interstedelijk Studenten Overleg, dat ook in het stichtingsbestuur zit, is harder in zijn oordeel en vindt dat enkele universiteiten en hogescholen de nationale enquête “saboteren”.
Ieder jaar krijgen duizenden studenten vragen toegestuurd over de kwaliteit van hun opleiding: wat vinden ze van hun docenten, de faciliteiten en hun opleiding? De bedoeling is dat scholieren deze antwoorden kunnen meewegen als ze voor een bepaalde opleiding kiezen. De resultaten van deze Nationale Studenten Enquête (NSE) zijn openbaar en worden gebruikt voor onder andere de website Studiekeuze123.nl en de verschillende edities van de Keuzegids Hoger Onderwijs.
Normaal gesproken blijven de studenten anoniem: hun instellingen kunnen nooit achterhalen welke studenten vernietigend oordelen en welke juist hun opleiding bejubelen. Daar hebben de instellingen moeite mee: zo kunnen ze niet genoeg van de enquête leren, zeggen ze.
Studiekeuze123 wil om redenen van privacy geen studentgegevens aan de instellingen leveren. Daarom doen dit jaar – behalve enkele hogescholen – twee universiteiten niet mee aan de Nationale Studenten Enquête: de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Die twee laten nu precies dezelfde enquête door precies hetzelfde onderzoeksbureau (ResearchNed) uitvoeren, met dit verschil: ze kunnen zien welke student welk antwoord geeft.
“Wij doen al veertien jaar onze eigen studentenonderzoek en kunnen heel fijnmazige analyses maken”, zegt Felipe Salve van de Universiteit Utrecht. “Het is voor onze kwaliteitszorg belangrijk om zulke gedetailleerde informatie te hebben, omdat je niet kunt voorspellen welke vragen je in de toekomst wilt stellen. Nu willen we bijvoorbeeld naar excellentie onder studenten kijken: wie voelen zich uitgedaagd, hoe presteren zij, wat is hun achtergrond? Als de NSE onze eigen evaluaties gaat vervangen, dan willen we de koppeling met onze eigen gegevens kunnen maken, zoals we altijd doen.”
De UvA en UU zijn overigens glashelder in hun ‘eigen’ NSE en vermelden duidelijk dat de antwoorden aan studentgegevens zullen worden gekoppeld. De resultaten blijven wat hen betreft beschikbaar voor studiekeuzewebsite Studiekeuze123.nl.
Er komt mogelijk een oplossing voor het meningsverschil: waarschijnlijk krijgen studenten vanaf volgend jaar de vraag of ze anoniem willen blijven of niet. “In onze alumni-enquête stellen we diezelfde vraag en de ervaring leert dat verreweg de meeste studenten zich geen zorgen maken om een eventuele koppeling met hun persoonsgegevens”, zegt Salve. “De universiteit gaat al jaren prudent met privacygevoelige gegevens om.”
Het bestuur van Studiekeuze123 moet zich nog over het nieuwe voorstel buigen, maar Paul Rullmann denkt dat de oplossing op deze manier nabij is. De studenten van het ISO maken een voorbehoud: “Het moet absoluut gewaarborgd blijven dat alleen de kwaliteitsmedewerkers toegang krijgen tot de studentgegevens”, zegt ISO-bestuurslid Marco Mout.
Universiteiten en hogescholen hadden in het verleden vaak kritiek op de vragen die studenten in de NSE voorgelegd kregen. Ze hielden bovendien ook hun eigen evaluaties. Daardoor ontstond er ‘enquêtemoeheid’: studenten zouden geen zin meer hebben om alle vragenlijsten over de kwaliteit van hun opleiding in te vullen. Nu zijn de enquêtes samengevoegd: er is een uitgebreid landelijk deel, en instellingen kunnen nog enkele eigen vragen toevoegen.
“Misschien is niet duidelijk genoeg gezegd hoe we met de studentgegevens zouden omgaan”, overweegt Rullmann. “In ieder geval hadden sommige instellingen hier andere verwachtingen van.”
Dat ziet Salve toch anders. “Het was gewoon toegezegd dat we die koppeling zouden kunnen maken”, zegt hij.
De eerste Delftse student met groene vingers moet nog geboren worden, dus om te beginnen: maak het jezelf gemakkelijk! Kies voor planten die weinig onderhoud vragen. Voor de tuin: klimop, (niet dood te krijgen, dus af en toe wel even snoeien), haagbeuk en heide. Gezegend met een klein balkonnetje? Afrikaantjes, goudsbloemen, Oost-Indische kers en Juffertjes-in-het-groen doen het altijd. Ook leuk: tabaksplant. Die geeft een vertrouwde nicotinegeur, doet het goed in de schaduw en is in allerlei kleuren verkrijgbaar.
Worm itWormen houden de aarde luchtig en gezond. Je vist ze gewoon uit een perk door een schep in de grond te steken. Sla er een paar keer tegen en voila: de wormen komen af op de trillingen. Thuis stop je ze in je grootste plantenpotten.
Easy does itPotplanten vragen wel wat werk. Lastig, met een vaak piepklein studententerrasje én een bomvolle agenda (lees: geen zin om te tuinieren). Koop geen eenjarige bloeiers, maar vaste planten. Geraniums, rozen, clematis, buxus en passievrucht doen het prima in een pot. Gooi er wel af en toe wat mest bij. Die scherven onderin om de wortels meer ruimte te geven zijn trouwens onnodig moeilijk; piepschuim werkt net zo goed en houdt je pot lekker licht.
O ja…Vergeet niet je met bloed, zweet en tranen geplante bloemetjes elke dag water te geven. Eén regenbui is niet genoeg. Handig: zet je potten op onderschalen. Die vangen het overtollige water op, houden je terras droog en je plant langer vochtig. Pluk ook elke paar dagen de dode bloemetjes uit je planten. Scheelt ze bergen energie en het staat nog mooier ook.
Biertje?De eerste de beste slak die zich nu vergrijpt aan je tuintje wil je natuurlijk met een ferme trap vermorzelen. Maar het kán ook diervriendelijk: zet een bakje bier neer. Vinden ze heerlijk en vervolgens pak je ze zo op. Zet ze wél even wat verder dan gewoon over de schutting bij de buren…
Gratis boodschappenWie niet groen is moet slim zijn: plant iets waar je wat aan hebt! Aardbeienplanten, bijvoorbeeld, en rode bessen. Ook makkelijk: suikermaïs, radijsjes, sla, prei, tuinkers, wortels en aardappels. Zien er leuk uit en besparen je heel wat avonden boodschappen. En nog gezond ook, want hartstikke biologisch.
WiedewiedewiedTja, en dan kun je je in je fanatisme nog druk maken over onkruid. Maar daarvoor geldt eigenlijk maar één ding: onkruid is wat jij niet in je tuin wilt hebben. Het kán ook heel mooi zijn. Schoffelen is funest: wortelonkruid vermeerdert daar alleen maar door, dat moet je in zijn geheel uit de grond rukken. Zaadonkruid moet je wieden voordat het is uitgebloeid, en zijn zaad laat vallen.
tuin.startpagina.nl
www.in-de-tuin.dds.nl
www.tuinen.nl
Comments are closed.