De VSNU toonde zich gematigd enthousiast over het voorstel van de Europese Commissie voor een overkoepelend European Institute of Technology (EIT). Collegevoorzitter Hans van Luijk ziet ook voordelen.
Delen
Een commissie van wetenschappers die de EU adviseert vond het voorstel in mei te log en te bureaucratisch.
“Wij zijn positiever, misschien omdat het idee sindsdien wat is bijgesteld. De Europese Commissie heeft net via een uitgebreide enquête onder meer alle technische universiteiten van Europa over het voorstel geraadpleegd. Op dit moment is nog niet duidelijk of men een netwerk van topuniversiteiten wil opzetten of een netwerk van de beste onderzoeksgroepen en . instituten, maar in principe staan we positief tegenover een EIT. Als er voldoende geld wordt vrijgemaakt en het instituut op een slimme manier wordt georganiseerd, zouden we als partner binnen de 3-TU-federatie graag participeren.”
Wat is de meerwaarde van zo’n EIT?
“Ruimere financiële middelen die kunnen worden vrijgemaakt, in combinatie met groter opgezette combinaties van excellent onderzoek. Maar het mag geen bakstenen centrum worden waar al het onderzoek wordt ondergebracht. Met name in Frankrijk denken sommigen in die richting, maar dat lijkt ons veel te centralistisch. Ik denk eerder aan een netwerk, dat is meer van deze tijd.”
Is het de bedoeling dat alle TU’s van Europa samenwerken binnen de EIT?
“Zo heb ik het voorstel niet begrepen. Er zal eerder sprake zijn van een waterscheiding: alleen de topuniversiteiten kunnen meedoen. Anders kan zo’n EIT ook niet uitgroeien tot de tegenhanger van MIT. Er zullen dus zeker winnaars en verliezers zijn.”
Doorkruist dit voorstel de voorgenomen nauwere samenwerking tussen de TU’s van Eindhoven, Delft en Twente?
“Nee, zeker niet. Een directe stimulans voor samenwerking kun je het ook niet noemen, want het zal jaren duren voor zo’n EIT kan worden verwezenlijkt. Maar als we binnen de TU-federatie op een aantal cruciale onderzoeksgebieden veel nauwer samenwerken, kunnen we straks deel uitmaken van het EIT.”
Hoe staat het op dit moment met de 3-TU-samenwerking?
“Daar wordt nu intensief aan gewerkt, omdat we binnenkort uitgewerkte voorstellen aan de ministeries van onderwijs en economische zaken moeten voorleggen. En het kabinet stelt bepaalde eisen aan de 3-TU-plannen. Op de vijftig miljoen euro die in het Paasakkoord is vrijgemaakt kunnen we slechts onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken. Zo moet er sprake zijn van ‘onomkeerbare stappen’ in de richting van een federatie van de drie TU’s. Die politieke druk weegt zwaarder dan het bedrag van vijftig miljoen euro: dat is, als je de budgetten van de drie universiteiten bij elkaar optelt, helemaal niet zo vreselijk groot. Als mensen bezorgd tegen mij zeggen: ‘We krijgen nu mogelijk eenmalig vijftig miljoen, maar hoeveel gaat er straks dan weer af?’, is mijn antwoord: vijftig miljoen euro. Maar dat is dus geen reden tot grote bezorgdheid.”
Hans van Luijk. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Een commissie van wetenschappers die de EU adviseert vond het voorstel in mei te log en te bureaucratisch.
“Wij zijn positiever, misschien omdat het idee sindsdien wat is bijgesteld. De Europese Commissie heeft net via een uitgebreide enquête onder meer alle technische universiteiten van Europa over het voorstel geraadpleegd. Op dit moment is nog niet duidelijk of men een netwerk van topuniversiteiten wil opzetten of een netwerk van de beste onderzoeksgroepen en . instituten, maar in principe staan we positief tegenover een EIT. Als er voldoende geld wordt vrijgemaakt en het instituut op een slimme manier wordt georganiseerd, zouden we als partner binnen de 3-TU-federatie graag participeren.”
Wat is de meerwaarde van zo’n EIT?
“Ruimere financiële middelen die kunnen worden vrijgemaakt, in combinatie met groter opgezette combinaties van excellent onderzoek. Maar het mag geen bakstenen centrum worden waar al het onderzoek wordt ondergebracht. Met name in Frankrijk denken sommigen in die richting, maar dat lijkt ons veel te centralistisch. Ik denk eerder aan een netwerk, dat is meer van deze tijd.”
Is het de bedoeling dat alle TU’s van Europa samenwerken binnen de EIT?
“Zo heb ik het voorstel niet begrepen. Er zal eerder sprake zijn van een waterscheiding: alleen de topuniversiteiten kunnen meedoen. Anders kan zo’n EIT ook niet uitgroeien tot de tegenhanger van MIT. Er zullen dus zeker winnaars en verliezers zijn.”
Doorkruist dit voorstel de voorgenomen nauwere samenwerking tussen de TU’s van Eindhoven, Delft en Twente?
“Nee, zeker niet. Een directe stimulans voor samenwerking kun je het ook niet noemen, want het zal jaren duren voor zo’n EIT kan worden verwezenlijkt. Maar als we binnen de TU-federatie op een aantal cruciale onderzoeksgebieden veel nauwer samenwerken, kunnen we straks deel uitmaken van het EIT.”
Hoe staat het op dit moment met de 3-TU-samenwerking?
“Daar wordt nu intensief aan gewerkt, omdat we binnenkort uitgewerkte voorstellen aan de ministeries van onderwijs en economische zaken moeten voorleggen. En het kabinet stelt bepaalde eisen aan de 3-TU-plannen. Op de vijftig miljoen euro die in het Paasakkoord is vrijgemaakt kunnen we slechts onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken. Zo moet er sprake zijn van ‘onomkeerbare stappen’ in de richting van een federatie van de drie TU’s. Die politieke druk weegt zwaarder dan het bedrag van vijftig miljoen euro: dat is, als je de budgetten van de drie universiteiten bij elkaar optelt, helemaal niet zo vreselijk groot. Als mensen bezorgd tegen mij zeggen: ‘We krijgen nu mogelijk eenmalig vijftig miljoen, maar hoeveel gaat er straks dan weer af?’, is mijn antwoord: vijftig miljoen euro. Maar dat is dus geen reden tot grote bezorgdheid.”
Hans van Luijk. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Comments are closed.