Le Corbusier is de meest besproken architect van de twintigste eeuw. De Zwitser wordt door uitgever Phaidon geëerd met een reusachtig boek van maar liefst negen kilo, dat zijn invloed weerspiegelt.
Alles is groots aan deze publicatie. Zelfs de titel: ‘Le Corbusier Le Grand’, waarmee de architect wordt gelijkgeschakeld met wereldvernieuwers die ook de erenaam ‘de grote’ kregen. Zoals de Griekse heerser Alexander, de Romeinse keizer Constantijn en de Russische tsaar Peter.
Dat is een hoge inzet van Phaidon. Tegelijkertijd is de vergelijking treffend. Want los van zijn invloed, was Le Corbusier net als de genoemde historische figuren ook zeer omstreden. Zijn ouders hadden liever gezien dat hun zoon horlogemaker zou worden, zoals zo velen in het Zwitserse dorpje waar hij opgroeide. Hij ontwierp wel verschillende huizen voor ze. Waaronder een villa, waarbij de bouwkosten zo hoog opliepen dat zijn ouders gedwongen werden het te verkopen. Met zijn geboortestreek had hij een haat-liefdeverhouding. Hij was blij dat hij er weg was, maar kwam toch regelmatig terug. Villa Schwob, dat hij voor een lokale horlogemaker ontwierp, was zelfs bepalend voor zijn carrière. In dit grote huis met vele rondingen presenteerde hij onder meer de promenadearchitecturale – een reis door een huis waardoor de bewoner het huis zelf en de doorzichten naar buiten steeds vanuit andere perspectieven aanschouwt.
Zijn ouders zouden Le Corbusier als architect nooit helemaal accepteren. Dat wordt pijnlijk duidelijk uit de brieffragmenten die in het boek zijn opgenomen. Le Corbusier schreef wekelijks brieven aan zijn moeder waarin hij zichzelf ophemelde. Dat deed hij zelfs nog toen hij al lang een gevierd architect was. In 1955, op 68-jarige leeftijd, schrijft hij na de voltooiing van de bouw van een door hem ontworpen Franse kerk: ‘Jouw Corbu had een ereplaats, aan de top. Hooggewaardeerd, geliefd. Gerespecteerd. Dit was een lastig spel om te spelen. Het zal voor lange tijd het meest revolutionaire werk van een architect zijn’. Die kerk noemt hij terecht een van de hoogtepunten uit zijn oeuvre. De Zwitser ontwierp een kerk met golvende daken, dikke houten banken en zelf ontworpen, kleurige glas-in-loodramen die aan de Nederlandse schilder Piet Mondriaan doen denken.
De gebouwen van Le Corbusier voeren de boventoon in het boek. Het boek toont de vele schetsen van het begin tot foto’s van het eindresultaat. Naast de gebouwen is er veel aandacht voor de schilderskunst van de architect, die eigenlijk een gemankeerd kunstenaar was. Zijn schilderijen werden noch door architecten, noch door kunstcritici serieus genomen.
De laatste jaren worden zijn schilderijen terecht hoger gewaardeerd.
Deze schitterende uitgave is een hoogtepunt in de talloze werken die al over Le Corbusier verschenen. De lezer wordt getrakteerd op waardevolle documenten, zoals brieven, opzienbarende schetsen, treffende foto’s (waaronder een naakt schilderende Le Corbusier) en schitterende schilderijen. De meeste boeken over Le Corbusier zijn informatiever dan dit exemplaar, doordat er meer tekst in staat. Maar door de grote schoonheid en veelzijdigheid van het materiaal in het boek, mag dat gebrek aan informatie voor lief genomen worden. Het beeld is veelzeggend genoeg.
Het enige grote nadeel is de prijs. Met 150 euro is dit boek peperduur. Dat de architect hooghartig als Le Grand wordt aangeduid, valt de uitgever te vergeven. Door dit fenomenale boek ga je het bijna zelf ook geloven. Dat neemt niet weg dat Le Corbusier ook veel lelijks heeft ontworpen, waarvan veel gelukkig nooit is gebouwd. Zoals zijn megalomane plannen voor Parijs, waarbij hij de historische stad wilde vervangen door wolkenkrabbers met grote parken. In Berlijn staat zo’n zogenaamd unité d’habitation. Een grauwe flat, waar Le Corbusier zijn stempel op drukte door de woningen in deze kolos van beton aan de buiten- en binnenkant een verschillend uiterlijk te geven. Deze ‘lelijke’ ontwerpen fascineren toch. Dat was de kracht van Le Corbusier, die in dit boek zo goed tot uiting komt. Zelfs als hij iets afzichtelijks maakte, was het nog ongelooflijk interessant.
‘Le Corbusier, Le Grand’, Phaidon, 767 p., 150 euro.

Comments are closed.