Onderwijs

Nederlands hoger onderwijs kan weer Chinezen werven

De ‘ambassade’ van het Nederlandse hoger onderwijs in China is weer open. Sinds 1 juni was het lokale Nuffic-kantoor gesloten. De Chinezen wilden te veel invloed, zegt Nuffic.

In verschillende landen heeft internationaliseringsorganisatie Nuffic een Netherlands Education Support Office (NESO) geopend. Zo’n kantoor verzorgt de promotie van het Nederlandse hoger onderwijs, doet marktonderzoek en bemiddelt bij samenwerking tussen onderwijsinstellingen. Ook houdt het NESO contact met buitenlandse alumni.

Maar in China kun je niet zomaar zelf een pand huren en aan de slag gaan. Het is haast onvermijdelijk om samen te werken. De vorige contractpartner van de Nuffic wilde invloed op het plaatsen van Chinese studenten aan Nederlandse universiteiten, waardoor de samenwerking met het NESO stokte. Van een conflict zou geen sprake zijn, zegt het Nuffic nu. Wel van ‘andere denklijnen’.

De sluiting leidde tot enige wrevel onder bestuurders van hogescholen en universiteiten, zoals het Nuffic-blad Transfer meldde. Het leek immers goed te gaan met het aantal Chinese studenten dat naar Nederland kwam.

Maar er is een nieuwe samenwerkingspartner gevonden, meldt Nuffic: de CEAIE. Ook deze partner werkt ‘onder de paraplu’ van het Chinese ministerie van onderwijs. Toch kan de nieuwe NESO volgens afdelingshoofd promotie Han Dommers in alle vrijheid te werk gaan.

De overeenkomst zelf is vertrouwelijk. In het deel dat Nuffic wel wil toesturen, staat dat het NESO en de CEAIE gaan samenwerken bij het verzamelen en analyseren van data over elkaars hoger onderwijs. Ze werken ook samen bij het onderhouden van het alumninetwerk.  ‘Waar mogelijk’ geven ze elkaar ook toegang tot elkaars internationale netwerk.

Hierdoor lijken de Chinezen toch een vinger in de pap te hebben. Maar volgens hoogleraar Chinese geschiedenis Barend ter Haar van de Universiteit Leiden klinkt het erger dan het is. “Natuurlijk is CEAIE een overheidsorganisatie. Er zal ook wel iemand van de communistische partij bij betrokken zijn, want die zitten overal. Maar het verschil met de Nuffic is verder niet zo groot: het gaat om het kopen en verkopen van onderwijs. In theorie zou er een dissident kunnen zijn die in het buitenland heeft gestudeerd en dan in China via dat alumninetwerk in de gaten wordt gehouden. Maar in de praktijk zijn zulke dissidenten er niet. Wie zich in China niet op zijn plaats voelt, blijft in het buitenland. Dissidenten zijn meestal mensen die niet weg konden komen.”

Dat antwoordt de minister op schriftelijke vragen van de Socialistische Partij. Al eerder had hij laten weten dat hij tegen de komst van ‘promotiestudenten’ is. Promovendi horen volgens hem geen studiebeurs te krijgen, maar een salaris.

Hij gaat de uitspraak van de rechter met de universiteitenvereniging VSNU bespreken. Als universiteiten samen afspreken dat ze promovendi voortaan als werknemers zullen beschouwen, zal minister Plasterk geen juridische maatregelen nemen om hen daartoe te dwingen.

De reden daarvoor is dat hij universiteiten niet nodeloos met extra administratieve lasten wil opzadelen, schrijft hij. Als hij in de wet vastlegt dat proefschriften alleen voor bekostiging in aanmerking komen als ze geschreven zijn door werknemers, dan moeten de universiteiten immers voor ieder proefschrift een accountantsverklaring afgeven.

Toch kan het zover komen. De Rijksuniversiteit Groningen wil graag het ‘bursalenstelsel’ behouden en gaat in beroep tegen de uitspraak van de rechter. Mocht de universiteit alsnog in het gelijk worden gesteld, dan wil minister Plasterk de wet dus aanpassen.

Hij volgt daarmee ook de wens van de Tweede Kamer. Die nam vorig jaar een motie aan waarin de minister werd verzocht ervoor te zorgen dat universiteiten hun promovendi als werknemers zouden behandelen. Ook die motie beschouwde Plasterk als ondersteuning van zijn beleid.

Destijds stemde alleen de PVV tegen, maar onlangs begon ook D66 te draaien. Bursalen zijn immers stukken goedkoper dan promovendi die in dienst zijn. Voor bursalen hoef je geen werkgeverslasten te betalen. Plasterk was hoogst verbaasd over de twijfel van D66. De kwestie was al vaak genoeg aan de orde geweest, meende hij.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.