Delft minacht zijn natuurschoon. Het wordt vertrapt, vernield, stukgereden, met papier en kauwgom beplakt, beklad, overgeverfd, berookt, beroet, bekrast, bepist en bescheten.
Elk jaar leid ik mijn studenten door de binnenstad van Delft om ze van de wonderen der natuur te laten genieten, en elk jaar staat de natuur er slechter bij. In een vlak land als Nederland met alleen maar klei, zand en veen moet je zuinig zijn op elk stukje natuursteen. Natuursteen is niet alleen puur natuur, maar het vertelt ook prachtige verhalen. Kijk eens met je loep naar de Bentheimer zandsteen op het bordes van het stadhuis, als je toch moet wachten. Dan zie je die prachtig glasheldere, bijna parelende kwartskorrels, net alsof je honderd miljoen jaar geleden op het strand met het zand ligt te spelen. Kijk naar die paar regeltjes rode bontzandsteen in de gevel van de Oude Kerk: dan waan je je in de hete Triassische woestijnen van Oost-Groningen. Kijk naar die tufsteen van het TU-hoofdgebouw: je bent toeschouwer van die gigantische eruptie van de Laacher See in de Eifel elfduizend jaar geleden, waarvan de aswolken de hemel in Nederland verduisterden. Of die ronde veldspaten, grijs van buiten, rood van binnen, in het rapakivi granieten stoepje van dat bakkertje op het Vrouwenregt. Anderhalf miljard jaar oude toverballen! Mijn studenten liggen daar elk jaar met hun loep op de vloer om ze te bewonderen. Er zijn kostbare puien van iriserend blauwe larvikiet uit Noorwegen, roze Spaanse granieten, diepzwarte Zuid-Afrikaanse Bushveldgabbro’s, groene Italiaanse serpentijnen, Indiase migmatieten vol met dieprode granaat. En dat is allemaal hier te zien, hier in Delft!
Maar het natuursteen wordt bedreigd. In de eerste plaats door wansmaak. Een schoenenzaak op de Hippolytusbuurt heeft de prachtigste lichtblauwe Braziliaanse nefeliensyeniet gecombineerd met donkerblauwe larvikiet, maar het nepsteen vloertje erbij zou je nog niet in een hangar willen hebben. Een juwelier op de Brabantse Turfmarkt heeft een pui van het lelijkste travertijn dat je maar kunt bedenken, met plastic geïmpregneerd omdat het anders van ellende uit elkaar valt. Daar zou ik nooit edelstenen kopen. Het allerdiepste dieptepunt zijn natuurlijk die tafeltjes langs de Voldersgracht die beplakt zijn met plakplastic – met granietmotief!
Maar erger dan de wansmaak is de absolute verachting voor het natuursteen. Zie hoe grove laarzen tere koraalriffen in de blauwe stoepsteen uit het Carboon vertrappen. Zie hoe de naaldhakken fossiele kwallen uit de lithografische kalksteen verbrijzelen. Zie de remsporen op de stoepranden van Boheems graniet. Zie hoe de luchtvervuiling de zandstenen in de Nieuwe Kerk heeft zwartgeblakerd. Ik kan het niet met droge ogen aanzien.
Er moeten dringend gemeenteverordeningen komen ter redding van ons natuursteenerfgoed.
Het is verboden aan te plakken op natuursteen.
Regenpijpen mogen alleen non-destructief en afneembaar aan natuursteen puien worden bevestigd.
Graffiti mogen alleen worden aangebracht op baksteen, grindtegels en andere nepproducten
Winkelend publiek dient de schoenen uit te trekken bij het betreden van natuurstenen vloeren.
Fietsen moeten worden uitgerust met rubberen knietjes om het stuur om te voorkomen dat zij puien bekrassen.
In drukke winkelstraten moeten baksteen zuiltjes komen voor de honden zodat die de puien niet langer bevuilen.
Naleving van de regels moet worden gecontroleerd door de natuursteenwacht. Overtreders adviseer ik gaarne bij de keuze van hun grafsteen.
Delft minacht zijn natuurschoon. Het wordt vertrapt, vernield, stukgereden, met papier en kauwgom beplakt, beklad, overgeverfd, berookt, beroet, bekrast, bepist en bescheten. Elk jaar leid ik mijn studenten door de binnenstad van Delft om ze van de wonderen der natuur te laten genieten, en elk jaar staat de natuur er slechter bij. In een vlak land als Nederland met alleen maar klei, zand en veen moet je zuinig zijn op elk stukje natuursteen. Natuursteen is niet alleen puur natuur, maar het vertelt ook prachtige verhalen. Kijk eens met je loep naar de Bentheimer zandsteen op het bordes van het stadhuis, als je toch moet wachten. Dan zie je die prachtig glasheldere, bijna parelende kwartskorrels, net alsof je honderd miljoen jaar geleden op het strand met het zand ligt te spelen. Kijk naar die paar regeltjes rode bontzandsteen in de gevel van de Oude Kerk: dan waan je je in de hete Triassische woestijnen van Oost-Groningen. Kijk naar die tufsteen van het TU-hoofdgebouw: je bent toeschouwer van die gigantische eruptie van de Laacher See in de Eifel elfduizend jaar geleden, waarvan de aswolken de hemel in Nederland verduisterden. Of die ronde veldspaten, grijs van buiten, rood van binnen, in het rapakivi granieten stoepje van dat bakkertje op het Vrouwenregt. Anderhalf miljard jaar oude toverballen! Mijn studenten liggen daar elk jaar met hun loep op de vloer om ze te bewonderen. Er zijn kostbare puien van iriserend blauwe larvikiet uit Noorwegen, roze Spaanse granieten, diepzwarte Zuid-Afrikaanse Bushveldgabbro’s, groene Italiaanse serpentijnen, Indiase migmatieten vol met dieprode granaat. En dat is allemaal hier te zien, hier in Delft!
Maar het natuursteen wordt bedreigd. In de eerste plaats door wansmaak. Een schoenenzaak op de Hippolytusbuurt heeft de prachtigste lichtblauwe Braziliaanse nefeliensyeniet gecombineerd met donkerblauwe larvikiet, maar het nepsteen vloertje erbij zou je nog niet in een hangar willen hebben. Een juwelier op de Brabantse Turfmarkt heeft een pui van het lelijkste travertijn dat je maar kunt bedenken, met plastic geïmpregneerd omdat het anders van ellende uit elkaar valt. Daar zou ik nooit edelstenen kopen. Het allerdiepste dieptepunt zijn natuurlijk die tafeltjes langs de Voldersgracht die beplakt zijn met plakplastic – met granietmotief!
Maar erger dan de wansmaak is de absolute verachting voor het natuursteen. Zie hoe grove laarzen tere koraalriffen in de blauwe stoepsteen uit het Carboon vertrappen. Zie hoe de naaldhakken fossiele kwallen uit de lithografische kalksteen verbrijzelen. Zie de remsporen op de stoepranden van Boheems graniet. Zie hoe de luchtvervuiling de zandstenen in de Nieuwe Kerk heeft zwartgeblakerd. Ik kan het niet met droge ogen aanzien.
Er moeten dringend gemeenteverordeningen komen ter redding van ons natuursteenerfgoed.
Het is verboden aan te plakken op natuursteen.
Regenpijpen mogen alleen non-destructief en afneembaar aan natuursteen puien worden bevestigd.
Graffiti mogen alleen worden aangebracht op baksteen, grindtegels en andere nepproducten
Winkelend publiek dient de schoenen uit te trekken bij het betreden van natuurstenen vloeren.
Fietsen moeten worden uitgerust met rubberen knietjes om het stuur om te voorkomen dat zij puien bekrassen.
In drukke winkelstraten moeten baksteen zuiltjes komen voor de honden zodat die de puien niet langer bevuilen.
Naleving van de regels moet worden gecontroleerd door de natuursteenwacht. Overtreders adviseer ik gaarne bij de keuze van hun grafsteen.
Comments are closed.