Onderwijs

‘Nadenken over een andere manier van lesgeven’

Met de komst van het studiehuis krijgt een TU-docent straks studenten voor zich met andere kennis en studievaardigheden. Hierop moet hij zich goed voorbereiden.

Contact met de middelbare school hebben scheikundige ir. Geert Lameris en de wiskundige drs. Agnes Verweij altijd gehad. Beiden werken voor de Technische Universitaire Leraren Opleiding (TULO) van de TU, die leraren opleidt voor het middelbaar onderwijs. Door het zoeken van stageplaatsen beschikken zij inmiddels over een aanzienlijk netwerk van middelbare scholen. Lameris geeft bovendien zelf nog scheikunde op het Stanislas-college. Verweij doceerde eerst wiskunde in het middelbaar onderwijs, vervolgens aan de lerarenopleiding en nu aan de TU.

Leraren hebben voor bijscholing altijd de weg naar de TU kunnen vinden. Tot nu toe was deze extra scholing vakgericht, waarbij de nieuwe lesstof onder de loep werd genomen. Verweij: ,,Deze bijscholing deden wij zelfstandig bij wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Vooral bij wiskunde hadden we vaak docenten voor bijscholing over de vloer omdat de examenstof regelmatig veranderde.”

In het studiehuis leren scholieren andere studievaardigheden. Naast het afleggen van een eindexamen zijn ze verplicht werkstukken af te leveren. ,,Leerlingen moeten laten zien dat ze in staat zijn de juiste stof te zoeken, een goede voorbereiding te treffen en de gegeven informatie te kunnen verwerken. Van een leraar wordt begeleiding verwacht bij het verwerven van deze vaardigheden. En dat vereist ook van leerkrachten nieuwe vaardigheden, naast het klassikaal lesgeven. Overigens hebben de leerkrachten scheikunde nog het voordeel dat er vakinhoudelijk niet heel veel verandert.”
Bijscholing

Bij wiskunde verandert met de komst van het studiehuis wel wat aan de lesstof. Maar ook hier zorgen de nieuwe vaardigheden voor de echte problemen. Wiskundedocenten moeten straks onderwerpen aanbieden voor de werkstukken en deze beoordelen. ,,En dat zijn ze helemaal niet gewend. Hun methode van proefwerken nakijken met een keurig uitgewerkte becijfering ernaast is in het studiehuis niet meer voldoende.” Die nieuwe vaardigheden worden nu gezamenlijk aan leraren en aankomende leraren van exacte vakken onderwezen. Lameris heeft meegewerkt aan een lijst van studievaardigheden die een leerling moet verwerven. Aan de hand daarvan is een bijscholingprogramma opgesteld. ,,Wij stimuleren de leraren om na te denken over een andere manier van lesgeven. Ook geven wij aanwijzingen hoe om te gaan met de nieuwe vaardigheden die zij hun leerlingen moeten bijbrengen.”

Het studiehuis maakt niet alleen bijscholing voor docenten van het vwo noodzakelijk, ook TU-docenten moeten lesstof en het lesgeven aanpassen. Zij krijgen een student tegenover zich met andere studievaardigheden en kennis. Verweij heeft de afgelopen jaren regelmatig gemerkt dat TU-docenten niet op de hoogte waren van de wiskunde-lesstof op het vwo. Verweij:,,Een voorbeeld zijn de differentiaalvergelijkingen, die geschrapt zijn uit wiskunde-B. Op de TU is dat sommige docenten ontgaan. Bij de colleges gingen zij er ten onrechte van uit dat studenten die stof beheersten, met alle gevolgen van dien.”
Contact

Binnenkort wordt er voor docenten een voorlichtingsmiddag georganiseerd over de ontwikkelingen in het middelbaar onderwijs. Lameris: ,,Hierbij zetten we eerst op een rijtje wat de huidige stof van de exacte vakken is op de middelbare school. In een volgende bijeenkomst komen de veranderingen aan de orde, die gepaard gaan met de invoering van het studiehuis.”

Er worden ook bijeenkomsten georganiseerd waar docenten van TU en vwo elkaar ontmoeten. Verweij is een groot voorstander van dit directe contact van mens tot mens. ,,Direct contact speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van wederzijds begrip onder docenten.”

Contact met de middelbare school hebben scheikundige ir. Geert Lameris en de wiskundige drs. Agnes Verweij altijd gehad. Beiden werken voor de Technische Universitaire Leraren Opleiding (TULO) van de TU, die leraren opleidt voor het middelbaar onderwijs. Door het zoeken van stageplaatsen beschikken zij inmiddels over een aanzienlijk netwerk van middelbare scholen. Lameris geeft bovendien zelf nog scheikunde op het Stanislas-college. Verweij doceerde eerst wiskunde in het middelbaar onderwijs, vervolgens aan de lerarenopleiding en nu aan de TU.

Leraren hebben voor bijscholing altijd de weg naar de TU kunnen vinden. Tot nu toe was deze extra scholing vakgericht, waarbij de nieuwe lesstof onder de loep werd genomen. Verweij: ,,Deze bijscholing deden wij zelfstandig bij wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Vooral bij wiskunde hadden we vaak docenten voor bijscholing over de vloer omdat de examenstof regelmatig veranderde.”

In het studiehuis leren scholieren andere studievaardigheden. Naast het afleggen van een eindexamen zijn ze verplicht werkstukken af te leveren. ,,Leerlingen moeten laten zien dat ze in staat zijn de juiste stof te zoeken, een goede voorbereiding te treffen en de gegeven informatie te kunnen verwerken. Van een leraar wordt begeleiding verwacht bij het verwerven van deze vaardigheden. En dat vereist ook van leerkrachten nieuwe vaardigheden, naast het klassikaal lesgeven. Overigens hebben de leerkrachten scheikunde nog het voordeel dat er vakinhoudelijk niet heel veel verandert.”
Bijscholing

Bij wiskunde verandert met de komst van het studiehuis wel wat aan de lesstof. Maar ook hier zorgen de nieuwe vaardigheden voor de echte problemen. Wiskundedocenten moeten straks onderwerpen aanbieden voor de werkstukken en deze beoordelen. ,,En dat zijn ze helemaal niet gewend. Hun methode van proefwerken nakijken met een keurig uitgewerkte becijfering ernaast is in het studiehuis niet meer voldoende.” Die nieuwe vaardigheden worden nu gezamenlijk aan leraren en aankomende leraren van exacte vakken onderwezen. Lameris heeft meegewerkt aan een lijst van studievaardigheden die een leerling moet verwerven. Aan de hand daarvan is een bijscholingprogramma opgesteld. ,,Wij stimuleren de leraren om na te denken over een andere manier van lesgeven. Ook geven wij aanwijzingen hoe om te gaan met de nieuwe vaardigheden die zij hun leerlingen moeten bijbrengen.”

Het studiehuis maakt niet alleen bijscholing voor docenten van het vwo noodzakelijk, ook TU-docenten moeten lesstof en het lesgeven aanpassen. Zij krijgen een student tegenover zich met andere studievaardigheden en kennis. Verweij heeft de afgelopen jaren regelmatig gemerkt dat TU-docenten niet op de hoogte waren van de wiskunde-lesstof op het vwo. Verweij:,,Een voorbeeld zijn de differentiaalvergelijkingen, die geschrapt zijn uit wiskunde-B. Op de TU is dat sommige docenten ontgaan. Bij de colleges gingen zij er ten onrechte van uit dat studenten die stof beheersten, met alle gevolgen van dien.”
Contact

Binnenkort wordt er voor docenten een voorlichtingsmiddag georganiseerd over de ontwikkelingen in het middelbaar onderwijs. Lameris: ,,Hierbij zetten we eerst op een rijtje wat de huidige stof van de exacte vakken is op de middelbare school. In een volgende bijeenkomst komen de veranderingen aan de orde, die gepaard gaan met de invoering van het studiehuis.”

Er worden ook bijeenkomsten georganiseerd waar docenten van TU en vwo elkaar ontmoeten. Verweij is een groot voorstander van dit directe contact van mens tot mens. ,,Direct contact speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van wederzijds begrip onder docenten.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.