Minister mag toezicht op nieuwe studies niet loslaten

Tot nu toe moesten ze hun plannen onderwerpen aan een `doelmatigheidstoets’: ze moesten aantonen dat ze met een nieuwe studie niet in het vaarwater van andere opleidingen terecht zouden komen. Maar die toets wil Hermans afschaffen.

Een meerderheid in de Kamer vindt echter dat dat te ver gaat, zo bleek gisteren bij de behandeling van Hermans’ Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan. Onder meer de regeringspartijen PvdA en D66 vrezen een wildgroei van opleidingen. Ook is de Kamer bang dat er vooral modieuze studies gestart zullen worden die veel studenten trekken. Kleine opleidingen zouden wel eens uit de markt gedrukt kunnen worden.

Hermans deelt die vrees niet. Hij wil de risico’s van de toegenomen vrijheid ondervangen door universiteiten en hogescholen te verplichten tot onderling overleg over hun plannen voor nieuwe studies. Daarnaast moeten ze aannemelijk maken dat de nieuwe opleiding kwaliteit zal leveren.

De Kamer vindt dit niet genoeg. Uiteindelijk is de minister verantwoordelijk voor het geheel aan opleidingen in het hoger onderwijs, betoogden verschillende woordvoerders. Die verantwoordelijkheid mag hij niet afschuiven op ‘het veld’. De Kamer eiste daarom van Hermans dat hij een nieuwe studie pas gaat betalen als hijzelf zich ervan vergewist heeft dat die `doelmatig’ zal zijn.

Hermans gaat zijn plan nu omzetten in een wetsvoorstel. Hij verwacht niet dat hij daarbij al te veel last van de Kamer-uitspraak zal hebben, zo liet hij aan het slot van het debat doorschemeren.

De Tweede Kamer wil niet dat hogescholen en universiteiten vrij en ongelimiteerd nieuwe opleidingen kunnen starten.

Minister Hermans wil dat universiteiten en hogescholen voortaan naar eigen goeddunken nieuwe opleidingen kunnen beginnen. Tot nu toe moesten ze hun plannen onderwerpen aan een `doelmatigheidstoets’: ze moesten aantonen dat ze met een nieuwe studie niet in het vaarwater van andere opleidingen terecht zouden komen. Maar die toets wil Hermans afschaffen.

Een meerderheid in de Kamer vindt echter dat dat te ver gaat, zo bleek gisteren bij de behandeling van Hermans’ Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan. Onder meer de regeringspartijen PvdA en D66 vrezen een wildgroei van opleidingen. Ook is de Kamer bang dat er vooral modieuze studies gestart zullen worden die veel studenten trekken. Kleine opleidingen zouden wel eens uit de markt gedrukt kunnen worden.

Hermans deelt die vrees niet. Hij wil de risico’s van de toegenomen vrijheid ondervangen door universiteiten en hogescholen te verplichten tot onderling overleg over hun plannen voor nieuwe studies. Daarnaast moeten ze aannemelijk maken dat de nieuwe opleiding kwaliteit zal leveren.

De Kamer vindt dit niet genoeg. Uiteindelijk is de minister verantwoordelijk voor het geheel aan opleidingen in het hoger onderwijs, betoogden verschillende woordvoerders. Die verantwoordelijkheid mag hij niet afschuiven op ‘het veld’. De Kamer eiste daarom van Hermans dat hij een nieuwe studie pas gaat betalen als hijzelf zich ervan vergewist heeft dat die `doelmatig’ zal zijn.

Hermans gaat zijn plan nu omzetten in een wetsvoorstel. Hij verwacht niet dat hij daarbij al te veel last van de Kamer-uitspraak zal hebben, zo liet hij aan het slot van het debat doorschemeren.