Campus

‘Mijn platen vertellen een verhaal’

Lucien Gresnigt, TU-student en techno-DJ, praat over zijn vak(ken), zijn muziek en zijn principes. ,,In de Nighttown zul je me niet meer tegenkomen.’

DJ Gresnigt woont in Rotterdam, centrum-west. Net twee dagen. Drie lange trappen leiden van een portiek met twijfelachtige types naar een kleine zolderkamer. Daar, temidden van onuitgepakte dozen, zijn twee voornaamste bezigheden: een bureau met studieboeken en daar tegenover, even groot en net zo prominent, twee draaitafels, speakers, mengpaneel en een hoofdtelefoon.

Hij is brak en verontschuldigt zich. ,,Gisteren was de opening van het Filmfestival Rotterdam. Op de after party draaide Richie Hawtin.” Hij neemt peinzend een trek van zijn onafscheidelijke sjekkie. ,,Die kerel is fantastisch, de beste DJ van dit moment.”

Het begon op de middelbare school, acht jaar geleden. Gresnigt was een verwoed bezoeker van discotheek Nighttown in Rotterdam. Daar stond hij, vanaf het eerste moment dat de house muziek opkwam, vooraan. ,,Ik vond niet alleen de muziek fantastisch, ik stond ook de hele tijd de DJ op z’n vingers te kijken. Dat wilde ik ook, mensen uit hun dak laten gaan.”

Hij kwam terecht in Delft, bij technische bestuurskunde. Met twee draaitafels en een versterker arriveerde hij op zijn kamer op het Bosboom Toussaintplein. ,,Toen ben ik gaan oefenen, oefenen, oefenen. Om de techniek in de vingers te krijgen. Ik draaide minstens twee uur per dag. In die tijd begon ik ook met het aanleggen van mijn platenverzameling.” Na een half jaar had hij er een stuk of tachtig, maar er zat geen enkele lijn in. ,,Ik kocht maar wat, ik vond alles mooi.” Misprijzend kijkt hij naar een aantal kratten in de hoek: ,,Allemaal club, daar doe ik nu niets meer mee.”
Waardigheid

,,House is voor mij elke muziek met een beat, waarbij geen enkel instrument als zodanig herkenbaar is, en waar geen zang in voorkomt. House is super-individueel, kil. Je danst wel samen, maar nooit echt met elkaar.” De soorten zijn legio: ,,Club, ambient, trance, drum ’n bass, jungle en techno.” Gresnigt heeft zijn voorkeur: ,,Club is beneden mijn waardigheid, van drum ’n bass word ik zenuwachtig, met ambient ben ik begonnen, dat doe ik nog wel eens maar ik draai nu alleen techno: straf beuken, dus.”

Jaren geleden draaide hij op Virgiel. Na drie kwartier goed doorrammen had hij de dansvloer leeggespeeld en werd hem verzocht op te hoepelen. ,,Toen dachten ze dat ik gek geworden was, maar intussen zweren ze allemaal bij Marcello. Ik was mijn tijd misschien wat vooruit.”

Na wat schnabbels her en der kwam hij terecht bij een ‘volwassen’ discotheek. De Solo in Rotterdam en later De Danssalon. Vanaf toen draaide hij elk weekend, voor geld. Met zijn vaardigheid groeide ook zijn platenverzameling. ,,Ik benvinyl-verslaafd. Ik gaf al het geld dat ik verdiende meteen uit aan nieuwe platen.” Hij heeft er nu honderden, waaronder enkele zeer zeldzame. ,,Deze van Richie Hawtin bijvoorbeeld. Daar zijn er maar duizend van geperst. Een hele diepe plaat.” Hij wijst op het afgeplakte label: ,,Beroepsgeheim.”
Concessies

Hij opereerde toen nog onder de naam DJ Lucy in the Sky with Diamonds. Volkomen onhandelbaar. Daarna kwam bij wijze van grap DJ Gresnigt uit de bus. ,,Klinkt voor geen meter maar dat maakt me niet uit.” Het tekent zijn instelling. Hij is wie hij is en daar zal iedereen het mee moeten doen. Aan concessies doet hij (bijna) niet. Dat merkten ze op een huisfeest in Delft. ,,Daar hadden ze, om wat meer meiden op hun feest te hebben, een hele set ‘I will survive’-trutjes uit Utrecht uitgenodigd. Ik had mijn tweede plaat nog niet ingedraaid of er kwam al iemand op me af of ik dance classics kon draaien. Na een half uur waren het er veertig.” Gresnigt lacht geringschattend: ,,Die shit heb ik niet eens.”

Een goede avond, een mooie set, dat geeft een kick. ,,Ik vertel mensen een verhaal met mijn platen, ik schotel ze wat magie voor. Als ze zich daardoor laten grijpen doe ik mijn werk goed. ,,Vorig jaar draaide ik op een ander huisfeest in Delft, in een ruimte van vijf bij vijf. Daar kon ik toen, heel goedkoop, niet minder dan drie en een half duizend Watt aan geluid neerzetten. Ik heb de speakers de hele avond niet meer dan half open gehad. Waanzinnig geluid, iedereen werd gek.” Krabt zich achter zijn oor. ,,Dat soort avonden, daar doe je het voor.”

Hij is nu gestopt met zijn werk bij de Solo en de Danssalon. Hij kon er niet spelen wat hij wilde, voelde zich een ‘vinyl-hoer’. Om de paar weken draait hij nog op een houseparty, al dan niet illegaal, maar zijn studie heeft voorrang gekregen. ,,Volgend jaar afstuderen, daar richt ik me op. Tot die tijd moet het allemaal wat minder.” Maar helemaal afzweren zal hij het nooit. Zijn ogen gaan van een dictaat naar zijn mengpaneel ,,Tussen het studeren door, na elke twee uur leren even een kwartiertje, dat is echt ontspannend.”

Lucien Gresnigt, TU-student en techno-DJ, praat over zijn vak(ken), zijn muziek en zijn principes. ,,In de Nighttown zul je me niet meer tegenkomen.”

DJ Gresnigt woont in Rotterdam, centrum-west. Net twee dagen. Drie lange trappen leiden van een portiek met twijfelachtige types naar een kleine zolderkamer. Daar, temidden van onuitgepakte dozen, zijn twee voornaamste bezigheden: een bureau met studieboeken en daar tegenover, even groot en net zo prominent, twee draaitafels, speakers, mengpaneel en een hoofdtelefoon.

Hij is brak en verontschuldigt zich. ,,Gisteren was de opening van het Filmfestival Rotterdam. Op de after party draaide Richie Hawtin.” Hij neemt peinzend een trek van zijn onafscheidelijke sjekkie. ,,Die kerel is fantastisch, de beste DJ van dit moment.”

Het begon op de middelbare school, acht jaar geleden. Gresnigt was een verwoed bezoeker van discotheek Nighttown in Rotterdam. Daar stond hij, vanaf het eerste moment dat de house muziek opkwam, vooraan. ,,Ik vond niet alleen de muziek fantastisch, ik stond ook de hele tijd de DJ op z’n vingers te kijken. Dat wilde ik ook, mensen uit hun dak laten gaan.”

Hij kwam terecht in Delft, bij technische bestuurskunde. Met twee draaitafels en een versterker arriveerde hij op zijn kamer op het Bosboom Toussaintplein. ,,Toen ben ik gaan oefenen, oefenen, oefenen. Om de techniek in de vingers te krijgen. Ik draaide minstens twee uur per dag. In die tijd begon ik ook met het aanleggen van mijn platenverzameling.” Na een half jaar had hij er een stuk of tachtig, maar er zat geen enkele lijn in. ,,Ik kocht maar wat, ik vond alles mooi.” Misprijzend kijkt hij naar een aantal kratten in de hoek: ,,Allemaal club, daar doe ik nu niets meer mee.”
Waardigheid

,,House is voor mij elke muziek met een beat, waarbij geen enkel instrument als zodanig herkenbaar is, en waar geen zang in voorkomt. House is super-individueel, kil. Je danst wel samen, maar nooit echt met elkaar.” De soorten zijn legio: ,,Club, ambient, trance, drum ’n bass, jungle en techno.” Gresnigt heeft zijn voorkeur: ,,Club is beneden mijn waardigheid, van drum ’n bass word ik zenuwachtig, met ambient ben ik begonnen, dat doe ik nog wel eens maar ik draai nu alleen techno: straf beuken, dus.”

Jaren geleden draaide hij op Virgiel. Na drie kwartier goed doorrammen had hij de dansvloer leeggespeeld en werd hem verzocht op te hoepelen. ,,Toen dachten ze dat ik gek geworden was, maar intussen zweren ze allemaal bij Marcello. Ik was mijn tijd misschien wat vooruit.”

Na wat schnabbels her en der kwam hij terecht bij een ‘volwassen’ discotheek. De Solo in Rotterdam en later De Danssalon. Vanaf toen draaide hij elk weekend, voor geld. Met zijn vaardigheid groeide ook zijn platenverzameling. ,,Ik benvinyl-verslaafd. Ik gaf al het geld dat ik verdiende meteen uit aan nieuwe platen.” Hij heeft er nu honderden, waaronder enkele zeer zeldzame. ,,Deze van Richie Hawtin bijvoorbeeld. Daar zijn er maar duizend van geperst. Een hele diepe plaat.” Hij wijst op het afgeplakte label: ,,Beroepsgeheim.”
Concessies

Hij opereerde toen nog onder de naam DJ Lucy in the Sky with Diamonds. Volkomen onhandelbaar. Daarna kwam bij wijze van grap DJ Gresnigt uit de bus. ,,Klinkt voor geen meter maar dat maakt me niet uit.” Het tekent zijn instelling. Hij is wie hij is en daar zal iedereen het mee moeten doen. Aan concessies doet hij (bijna) niet. Dat merkten ze op een huisfeest in Delft. ,,Daar hadden ze, om wat meer meiden op hun feest te hebben, een hele set ‘I will survive’-trutjes uit Utrecht uitgenodigd. Ik had mijn tweede plaat nog niet ingedraaid of er kwam al iemand op me af of ik dance classics kon draaien. Na een half uur waren het er veertig.” Gresnigt lacht geringschattend: ,,Die shit heb ik niet eens.”

Een goede avond, een mooie set, dat geeft een kick. ,,Ik vertel mensen een verhaal met mijn platen, ik schotel ze wat magie voor. Als ze zich daardoor laten grijpen doe ik mijn werk goed. ,,Vorig jaar draaide ik op een ander huisfeest in Delft, in een ruimte van vijf bij vijf. Daar kon ik toen, heel goedkoop, niet minder dan drie en een half duizend Watt aan geluid neerzetten. Ik heb de speakers de hele avond niet meer dan half open gehad. Waanzinnig geluid, iedereen werd gek.” Krabt zich achter zijn oor. ,,Dat soort avonden, daar doe je het voor.”

Hij is nu gestopt met zijn werk bij de Solo en de Danssalon. Hij kon er niet spelen wat hij wilde, voelde zich een ‘vinyl-hoer’. Om de paar weken draait hij nog op een houseparty, al dan niet illegaal, maar zijn studie heeft voorrang gekregen. ,,Volgend jaar afstuderen, daar richt ik me op. Tot die tijd moet het allemaal wat minder.” Maar helemaal afzweren zal hij het nooit. Zijn ogen gaan van een dictaat naar zijn mengpaneel ,,Tussen het studeren door, na elke twee uur leren even een kwartiertje, dat is echt ontspannend.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.