Hun omgeving reageerde lacherig toen ze zich gingen toeleggen op ‘die sport met dat bezempje’. Nu spelen de leden van de Virgiliaanse jaarclub Antarctica curling onder het oog van twee cameraploegen.
,,Ken je die Jamaicaanse bobsleeërs die de Olympische spelen haalden? Dit kan net zo’n verhaal worden.”
Ze hebben nog nooit deelgenomen aan een internationale wedstrijd curling. Eigenlijk oefenen ze nog op de basisbeginselen: het schuiven van de stenen, het bezemen van het ijs en het mikken op de gekleurde cirkel die doorgewinterde curlingspelers ‘het huis’ noemen. Toch worden de leden van de jaarclub Antarctica van studentenvereniging Virgiel tijdens hun training op deze donderdagavond gevolgd door twee cameraploegen. ,,Ken je de film over die Jamaicaanse bobsleeërs die naar de Olympische Spelen gingen?%%, vraagt regisseur Allard Faas aan een toeschouwer die verbaasd reageert op al die aandacht. ,,Dit kan net zo’n verhaal worden.”
Het Olympische doel van de twaalf afgestudeerde TU-studenten is in ieder geval in overeenstemming met de film. Nu trainen ze weliswaar nog met een tweedehands uitrusting, op het ijs van de Zoetermeerse Prins Willem-Alexanderhal, dat maar matig geschikt is voor hun nieuwe sport. Maar hun einddoel ligt in Turijn. Daar willen ze tijdens de Olympische Spelen van 2006 Nederland vertegenwoordigen op het onderdeel curling.
,,We doen nog steeds heel veel samen met onze jaarclub. Zo zijn we ook begonnen met curling”, aldus Jop Timmer, lid van Antarctica. ,,Het leek ons een leuke sport en het vertoont overeenkomsten met petanque, dat we ’s zomers graag spelen. Nu we eenmaal bezig zijn en het redelijk goed gaat, groeit opeens een Olympische droom die eigenlijk iedereen als jongen wel eens gehad heeft.”
En Olympische dromen werken aanstekelijk. In navolging van de cameraploeg gokt ook de nationale curlingbond erop dat het studentikoze initiatief straks resulteert in een sportief sprookje. Meteen nadat de jaarclub interesse toonde voor het spel met de ronde stenen en de bezems, nodigden de bestuurders de oud-studenten uit om een wedstrijd bij te wonen. Inmiddels trainen de Virgilianen zelfs met de Nederlandse selectie mee.
,,Die enthousiaste ontvangst heeft natuurlijk ook te maken met de manier waarop wij ons idee gepresenteerd hebben”, zegt Robert-Jan Berg van Antarctica. ,,Nadat we hadden besloten om ons op curling te richten, hebben we onmiddellijk de voorzitter van de Nederlandse bond opgebeld en hem uitgenodigd voor een etentje. Maar ik denk dat je in geen enkele andere sport zo snel met het nationale team mee traint.”
Gezichten
Rob Vilain, speler van de huidige Nederlandse ploeg, beaamt dat. ,,De Prins Willem-Alexanderhal hebben we op dit moment maar twee uur per week tot onze beschikking. En dat terwijl de selecties van andere landen vrijwel iedere dag op de ijsbaan staan.” Vilain vermoedt wel dat de ontwikkeling van de curlingsport in Nederland een vlucht zal nemen door de komst van een nieuwe ijshal, die nog dit jaar in Zoetermeer verrijst. ,,Daar kunnen we vaker trainen, we krijgen zelfs een aparte ijsvloer, waarop de stenen beter glijden. Maar we hebben niet alleenbetere faciliteiten nodig, het is ook belangrijk dat meer jonge mensen de sport gaan beoefenen. Daarom ben ik blij met de nieuwe gezichten op de baan.”
Maar omdat een curlingploeg maar uit vier teamleden bestaat, zijn de Olympische Spelen uiteindelijk maar voor weinig spelers weggelegd. De leden van Antarctica bereiden zich voor op de eerste selectiewedstrijd voor de nieuwe Nederlandse ploeg. Zoals het wetenschappers betaamt, benaderen ze hun sport met een stopwatch in de hand, om tijdsintervallen en gemiddelde snelheden te berekenen van de stenen die over het ijs glijden.
,,Wanneer je meet na hoeveel seconden de steen op de helft van de baan is, kun je precies bepalen waar de steen in het huis komt, en wanneer de andere spelers moeten beginnen met bezemen om hem meer of minder snelheid te geven”, legt Timmers uit. ,,Maar naast wiskunde, komt er ook een heleboel tactiek en vaardigheid bij dit spel kijken. Sommige mensen reageren lacherig als ik zeg dat ik curling speel. ‘Dat is toch die sport met dat bezempje?’, zeggen ze dan. Maar als ze eenmaal horen dat je er de Olympische spelen mee wilt halen, praten ze wel anders.”
Ook voor zijn jaarclubgenoot Joost van de Loo, die vandaag in de gekleurde cirkel staat en aangeeft hoe hard en in welke richting de vegers hun bezems over het ijs moeten halen, is Torino 2006 een belangrijke drijfveer.
,,Ik zal heel erg teleurgesteld zijn als we de Spelen niet halen”, aldus van de Loo. ,,Het is alsof ik een relatie begin met de curlingsport. Pas na afloop weet ik of het de moeite waard was.”
Curling in het kort
Curling is een ijssport die wordt gespeeld tussen twee teams van vier man. Iedere speler beschikt over twee granieten schijven van twintig kilo en een bezem. Het doel van het spel is om zoveel mogelijk stenen in een gekleurde cirkel te schuiven. De cirkels hebben een doorsnede van 1,83 meter en worden ook wel ‘huis’ of ’tee’ genoemd.
Met de bezem kunnen de spelers het ijs verwarmen en zo de snelheid van de steen beïnvloeden. Een team verdient een punt voor elke schijf die dichter bij het middelpunt van het huis ligt dan de best gepositioneerde steen van de tegenpartij. De spelers mogen de stenen van de tegenstanders wegkaatsen, behalve de eerste twee die geschoven zijn. Een wedstrijd bestaat meestal uit acht rondes (ends) en duurt ongeveer tweeëneenhalf uur. Een effectvolle worp heet curl (draaiing). Daaraan ontleent de sport zijn naam.
Curling stond dit jaar voor het eerst op het officiële programma van de Olympische Spelen. Daarvoor was het een demonstratiesport.
Hun omgeving reageerde lacherig toen ze zich gingen toeleggen op ‘die sport met dat bezempje’. Nu spelen de leden van de Virgiliaanse jaarclub Antarctica curling onder het oog van twee cameraploegen. ,,Ken je die Jamaicaanse bobsleeërs die de Olympische spelen haalden? Dit kan net zo’n verhaal worden.”
Ze hebben nog nooit deelgenomen aan een internationale wedstrijd curling. Eigenlijk oefenen ze nog op de basisbeginselen: het schuiven van de stenen, het bezemen van het ijs en het mikken op de gekleurde cirkel die doorgewinterde curlingspelers ‘het huis’ noemen. Toch worden de leden van de jaarclub Antarctica van studentenvereniging Virgiel tijdens hun training op deze donderdagavond gevolgd door twee cameraploegen. ,,Ken je de film over die Jamaicaanse bobsleeërs die naar de Olympische Spelen gingen?%%, vraagt regisseur Allard Faas aan een toeschouwer die verbaasd reageert op al die aandacht. ,,Dit kan net zo’n verhaal worden.”
Het Olympische doel van de twaalf afgestudeerde TU-studenten is in ieder geval in overeenstemming met de film. Nu trainen ze weliswaar nog met een tweedehands uitrusting, op het ijs van de Zoetermeerse Prins Willem-Alexanderhal, dat maar matig geschikt is voor hun nieuwe sport. Maar hun einddoel ligt in Turijn. Daar willen ze tijdens de Olympische Spelen van 2006 Nederland vertegenwoordigen op het onderdeel curling.
,,We doen nog steeds heel veel samen met onze jaarclub. Zo zijn we ook begonnen met curling”, aldus Jop Timmer, lid van Antarctica. ,,Het leek ons een leuke sport en het vertoont overeenkomsten met petanque, dat we ’s zomers graag spelen. Nu we eenmaal bezig zijn en het redelijk goed gaat, groeit opeens een Olympische droom die eigenlijk iedereen als jongen wel eens gehad heeft.”
En Olympische dromen werken aanstekelijk. In navolging van de cameraploeg gokt ook de nationale curlingbond erop dat het studentikoze initiatief straks resulteert in een sportief sprookje. Meteen nadat de jaarclub interesse toonde voor het spel met de ronde stenen en de bezems, nodigden de bestuurders de oud-studenten uit om een wedstrijd bij te wonen. Inmiddels trainen de Virgilianen zelfs met de Nederlandse selectie mee.
,,Die enthousiaste ontvangst heeft natuurlijk ook te maken met de manier waarop wij ons idee gepresenteerd hebben”, zegt Robert-Jan Berg van Antarctica. ,,Nadat we hadden besloten om ons op curling te richten, hebben we onmiddellijk de voorzitter van de Nederlandse bond opgebeld en hem uitgenodigd voor een etentje. Maar ik denk dat je in geen enkele andere sport zo snel met het nationale team mee traint.”
Gezichten
Rob Vilain, speler van de huidige Nederlandse ploeg, beaamt dat. ,,De Prins Willem-Alexanderhal hebben we op dit moment maar twee uur per week tot onze beschikking. En dat terwijl de selecties van andere landen vrijwel iedere dag op de ijsbaan staan.” Vilain vermoedt wel dat de ontwikkeling van de curlingsport in Nederland een vlucht zal nemen door de komst van een nieuwe ijshal, die nog dit jaar in Zoetermeer verrijst. ,,Daar kunnen we vaker trainen, we krijgen zelfs een aparte ijsvloer, waarop de stenen beter glijden. Maar we hebben niet alleenbetere faciliteiten nodig, het is ook belangrijk dat meer jonge mensen de sport gaan beoefenen. Daarom ben ik blij met de nieuwe gezichten op de baan.”
Maar omdat een curlingploeg maar uit vier teamleden bestaat, zijn de Olympische Spelen uiteindelijk maar voor weinig spelers weggelegd. De leden van Antarctica bereiden zich voor op de eerste selectiewedstrijd voor de nieuwe Nederlandse ploeg. Zoals het wetenschappers betaamt, benaderen ze hun sport met een stopwatch in de hand, om tijdsintervallen en gemiddelde snelheden te berekenen van de stenen die over het ijs glijden.
,,Wanneer je meet na hoeveel seconden de steen op de helft van de baan is, kun je precies bepalen waar de steen in het huis komt, en wanneer de andere spelers moeten beginnen met bezemen om hem meer of minder snelheid te geven”, legt Timmers uit. ,,Maar naast wiskunde, komt er ook een heleboel tactiek en vaardigheid bij dit spel kijken. Sommige mensen reageren lacherig als ik zeg dat ik curling speel. ‘Dat is toch die sport met dat bezempje?’, zeggen ze dan. Maar als ze eenmaal horen dat je er de Olympische spelen mee wilt halen, praten ze wel anders.”
Ook voor zijn jaarclubgenoot Joost van de Loo, die vandaag in de gekleurde cirkel staat en aangeeft hoe hard en in welke richting de vegers hun bezems over het ijs moeten halen, is Torino 2006 een belangrijke drijfveer.
,,Ik zal heel erg teleurgesteld zijn als we de Spelen niet halen”, aldus van de Loo. ,,Het is alsof ik een relatie begin met de curlingsport. Pas na afloop weet ik of het de moeite waard was.”
Curling in het kort
Curling is een ijssport die wordt gespeeld tussen twee teams van vier man. Iedere speler beschikt over twee granieten schijven van twintig kilo en een bezem. Het doel van het spel is om zoveel mogelijk stenen in een gekleurde cirkel te schuiven. De cirkels hebben een doorsnede van 1,83 meter en worden ook wel ‘huis’ of ’tee’ genoemd.
Met de bezem kunnen de spelers het ijs verwarmen en zo de snelheid van de steen beïnvloeden. Een team verdient een punt voor elke schijf die dichter bij het middelpunt van het huis ligt dan de best gepositioneerde steen van de tegenpartij. De spelers mogen de stenen van de tegenstanders wegkaatsen, behalve de eerste twee die geschoven zijn. Een wedstrijd bestaat meestal uit acht rondes (ends) en duurt ongeveer tweeëneenhalf uur. Een effectvolle worp heet curl (draaiing). Daaraan ontleent de sport zijn naam.
Curling stond dit jaar voor het eerst op het officiële programma van de Olympische Spelen. Daarvoor was het een demonstratiesport.

Comments are closed.