De Nederlandse steden zijn ontworpen met hun rug naar de snelweg, vindt ir. Luisa Maria Calabrese. Hoe het anders kan is volgende maand te zien in Rotterdam, tijdens de eerste internationale Architectuur Biënnale.
/strong>
,,Als je in Nederland op de snelweg rijdt, weet je vaak niet waar je bent”, meent ir. Luisa Maria Calabrese, universitair hoofddocent theorie en methoden van de afdeling Stedenbouwkundig Ontwerpen (Bouwkunde). ,,Alles lijkt op elkaar.” Graag ziet ze dat het verkeersriool, zoals ze de infrastructuur in Nederland noemt, wordt ingericht met afwisselende bebouwing en landschappen.
Dat de Nederlandse infrastructuur zo saai is, komt doordat grootschalige infrastructuren niet als onderdeel van een stad zijn gebouwd, maar apart. ,,Infrastructuur is een paradoxale combinatie van ballast en noodzaak. Het produceert overlast en tegelijk kan een stad niet zonder.”
Calabrese werkt momenteel aan haar proefschrift ‘Urbanism, mobility, architecture. The critical order‘. Daarin onderzoekt ze een methodologie die de samenhang tussen stad en infrastructuur weer kan herstellen. Het is een integrale ontwerpmethode, waarin kennis van verkeerskundigen, stedenbouwkundigen en architecten samenkomt.
,,Bij een stedenbouwkundig ontwerp met een grote rol voor infrastructuur zijn vaak drie partijen betrokken die vaak niet goed communiceren: de afdelingen stedelijk ontwikkeling en verkeer van de gemeente en private partijen”, aldus Calabrese. ,,Ik pleit voor een betere integratie van infrastructuur, stad en landschap. De vraag is alleen hoe we opdrachtgevers daarvan kunnen overtuigen.”
Toch, zegt Calabrese, is Nederland al een stapje verder ten opzichte van andere landen. Nederlandse architecten en stedenbouwkundigen zitten al samen om de beslissingtafel. Alleen, ontwerpers spelen vaak een rol als inspirator en niet als specialist op het gebied van mobiliteit.
Een goed voorbeeld van waar de snelweg niet alleen maar een functionele (vervoers)functie heeft maar echt een onderdeel is van een stedenbouwkundig plan, is de grote Vinex-locatie Leidsche Rijn bij Utrecht, volgens Calabrese. Daar is de snelweg ontworpen als een deel van het stedenbouwkundige plan.
Het moge duidelijk zijn: mobiliteit betekent voor Calabrese niet hetzelfde als een manier om van A naar B te komen. ,,Mobiliteit is letterlijk de vrijheid om zich te bewegen”, zegt ze. ,,Mobiliteit is een deel van onze fysieke en mentale belevingsruimte, van onze cultuur en uiteindelijk van onze bebouwde omgeving.”
Vanuit dat oogpunt is ook de internationale Architectuur Biënnale ingericht, waarvan Calabrese en prof. Francine Houben van de afdeling architectonisch ontwerpen (Bouwkunde) respectievelijk onderzoeksdirecteur en curator zijn. De stedenbouwkundige filosofie van Calabrese en de architectonische filosofie van Houben zijn in de opzet van de biënnale verweven.
Pronkjuweel
De tentoonstelling loopt van 7 mei tot 7 juli. Pronkjuweel is World Avenue. Door in een van de tien gebruikte auto’s uit verschillende landen te stappen kan de bezoeker een tien kilometerlange multimediale expositieroute over mobiliteitscultuur volgen. De getoonde beelden zijn de resultaten van een internationaal wetenschappelijk onderzoek naar de meest gebruikte routes in de metropolen Los Angeles, het Ruhrgebied, Mexico-stad, Tokio, Pearl River Delta, Jakarta, Beijing, Boedapest, Beirut en de Randstad. Daarvoor is in elke metropool een route gefilmd vanuit de auto.
Een jaar lang werkten dertien universiteiten aan dit wereldonderzoek, dat onder leiding van Calabrese werd gecoördineerd. Samen met Houben verzamelde ze alle analyses, essays, fotografische blikken, collages, ontwerpvoorstellen en statistisch materiaal in het boek ‘Mobility. A room with a view’. ,,Het boek en de expositie zijn bedoeld als eye-opener voor stedenbouwkundige ontwerpers, architecten en verkeerskundigen”, aldus Calabrese.
Ook het onderwijs krijgt aandacht op de biënnale. Twaalf architectuurscholen uit de hele wereld, waaronder de Delftse faculteit Bouwkunde, tonen hun ontwerp voor de A13 tussen Delft en Overschie. Calabrese onderzochte dit gebied met haar Delftse studenten van de masterclass urbanism.
www.1ab.nl . .
De Nederlandse steden zijn ontworpen met hun rug naar de snelweg, vindt ir. Luisa Maria Calabrese. Hoe het anders kan is volgende maand te zien in Rotterdam, tijdens de eerste internationale Architectuur Biënnale.
,,Als je in Nederland op de snelweg rijdt, weet je vaak niet waar je bent”, meent ir. Luisa Maria Calabrese, universitair hoofddocent theorie en methoden van de afdeling Stedenbouwkundig Ontwerpen (Bouwkunde). ,,Alles lijkt op elkaar.” Graag ziet ze dat het verkeersriool, zoals ze de infrastructuur in Nederland noemt, wordt ingericht met afwisselende bebouwing en landschappen.
Dat de Nederlandse infrastructuur zo saai is, komt doordat grootschalige infrastructuren niet als onderdeel van een stad zijn gebouwd, maar apart. ,,Infrastructuur is een paradoxale combinatie van ballast en noodzaak. Het produceert overlast en tegelijk kan een stad niet zonder.”
Calabrese werkt momenteel aan haar proefschrift ‘Urbanism, mobility, architecture. The critical order‘. Daarin onderzoekt ze een methodologie die de samenhang tussen stad en infrastructuur weer kan herstellen. Het is een integrale ontwerpmethode, waarin kennis van verkeerskundigen, stedenbouwkundigen en architecten samenkomt.
,,Bij een stedenbouwkundig ontwerp met een grote rol voor infrastructuur zijn vaak drie partijen betrokken die vaak niet goed communiceren: de afdelingen stedelijk ontwikkeling en verkeer van de gemeente en private partijen”, aldus Calabrese. ,,Ik pleit voor een betere integratie van infrastructuur, stad en landschap. De vraag is alleen hoe we opdrachtgevers daarvan kunnen overtuigen.”
Toch, zegt Calabrese, is Nederland al een stapje verder ten opzichte van andere landen. Nederlandse architecten en stedenbouwkundigen zitten al samen om de beslissingtafel. Alleen, ontwerpers spelen vaak een rol als inspirator en niet als specialist op het gebied van mobiliteit.
Een goed voorbeeld van waar de snelweg niet alleen maar een functionele (vervoers)functie heeft maar echt een onderdeel is van een stedenbouwkundig plan, is de grote Vinex-locatie Leidsche Rijn bij Utrecht, volgens Calabrese. Daar is de snelweg ontworpen als een deel van het stedenbouwkundige plan.
Het moge duidelijk zijn: mobiliteit betekent voor Calabrese niet hetzelfde als een manier om van A naar B te komen. ,,Mobiliteit is letterlijk de vrijheid om zich te bewegen”, zegt ze. ,,Mobiliteit is een deel van onze fysieke en mentale belevingsruimte, van onze cultuur en uiteindelijk van onze bebouwde omgeving.”
Vanuit dat oogpunt is ook de internationale Architectuur Biënnale ingericht, waarvan Calabrese en prof. Francine Houben van de afdeling architectonisch ontwerpen (Bouwkunde) respectievelijk onderzoeksdirecteur en curator zijn. De stedenbouwkundige filosofie van Calabrese en de architectonische filosofie van Houben zijn in de opzet van de biënnale verweven.
Pronkjuweel
De tentoonstelling loopt van 7 mei tot 7 juli. Pronkjuweel is World Avenue. Door in een van de tien gebruikte auto’s uit verschillende landen te stappen kan de bezoeker een tien kilometerlange multimediale expositieroute over mobiliteitscultuur volgen. De getoonde beelden zijn de resultaten van een internationaal wetenschappelijk onderzoek naar de meest gebruikte routes in de metropolen Los Angeles, het Ruhrgebied, Mexico-stad, Tokio, Pearl River Delta, Jakarta, Beijing, Boedapest, Beirut en de Randstad. Daarvoor is in elke metropool een route gefilmd vanuit de auto.
Een jaar lang werkten dertien universiteiten aan dit wereldonderzoek, dat onder leiding van Calabrese werd gecoördineerd. Samen met Houben verzamelde ze alle analyses, essays, fotografische blikken, collages, ontwerpvoorstellen en statistisch materiaal in het boek ‘Mobility. A room with a view’. ,,Het boek en de expositie zijn bedoeld als eye-opener voor stedenbouwkundige ontwerpers, architecten en verkeerskundigen”, aldus Calabrese.
Ook het onderwijs krijgt aandacht op de biënnale. Twaalf architectuurscholen uit de hele wereld, waaronder de Delftse faculteit Bouwkunde, tonen hun ontwerp voor de A13 tussen Delft en Overschie. Calabrese onderzochte dit gebied met haar Delftse studenten van de masterclass urbanism.
www.1ab.nl . .
Comments are closed.