Rijkswaterstaat gaf even niet thuis, maar via het ministerie van Economische Zaken kreeg de projectgroep van prof.i
r. S. Hengst toch nog toegang tot de subsidiepot. Hoe de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek onderaannemer werd.
Stilliggende schepen leveren niets op. Containeroverslag is dus een kostenpost voor de schipper. De komende jaren zal het goederenvervoer over water echter fors toenemen, en het toekomstige gedrang aan de kades baart de vervoerders zorgen. Verladers, binnenvaartorganisaties en onderzoeksbureaus staken daarom de koppen bij elkaar, en klopten aan bij de TU Delft.
,,Zij vroegen zich af hoe de op- en overslagkosten van containers verminderd kunnen worden”, vertelt Hengst. ,,Op een schip valt namelijk weinig te halen om de transportkosten terug te brengen. Zeg dat het vervoeren van een container driehonderd gulden kost, dan is maar vijftig gulden daarvan voor het schip en de schipper.”
De bulk van de kosten blijkt in de handling van de containers te zitten. Voor de overslag worden gewoonlijk hijskranen gebruikt, die de containers stuk voor stuk van een vrachtschip tillen. Het schip ligt daardoor wel vrij lang stil, een vervelend probleem als je je geld verdient met varen. Na enig plussen en minnen ontstond zo het idee voor de Rollerbarge: de containers worden daarbij per lopende band van het schip gerold.
,,Meer varen, minder stil liggen”, vat Hengst het project samen. ,,Een compleet nieuw concept. Laat de hijskranen weg, zet een lift op het schip en maak de pakketen groter. De ligtijd van de schepen wordt zo verkleind, en de kosten van de handling verlaagd. Door de kosten van het schip marginaal te verhogen, kan je een enorme besparing bereiken.”
Na een korte voorstudie werd het echter een beetje stil rond het project.
Hengst: ,,We hebben toen een professionele subsidieschrijver ingehuurd, die een onderzoeksvoorstel voor ons heeft geschreven.” Het voorstel werd vervolgens ingediend bij Rijkswaterstaat, maar viel daar niet in de prijzen. ,,Dat begrijp ik nog steeds niet. Het voorstel voldeed echt aan alle voorwaarden die ze daar stellen. Maar we zijn toen niet bij de pakken neer gaan zitten.”
Nadat een scheepswerf bij het project was betrokken, klopte de projectgroep aan bij Senter, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken dat innovatief onderzoek stimuleert. ,,Daar volgde een positief advies op, en begin dit jaar zijn we echt met Rollerbarge aan de slag”, aldus Hengst. Bij het project werkt de sectie Maritieme Techniek nauw samen met de sectie transporttechniek, en inmiddels breken ook afstudeerders hun hoofd over het overslagsysteem. Een interessant object, meent Hengst dan ook. ,,Er komt niet alleen techniek bij kijken, maar ook economie en logistiek.”
Begin november worden de eerste resultaten en aanbevelingen gepresenteerd. Het ‘TU Delft’-logo zal daarbij overigens niet nadrukkelijk aanwezig zijn. ,,Eigenlijk zijn wij maar onderaannemer, we hebben een onderzoek geboekt”, verklaartHengst. ,,Maar daarna ligt er wellicht nog een traject. Het systeem dat het meest aantrekkelijk is, moet dan verder ontwikkelt worden. Dan praten we over prototypes en echte demonstraties.”
Deze bedrijfsmatige manier van onderzoek doen bevalt Hengst wel. ,,Het is een leuke beweging in de markt. Je tekent een performance overeenkomst, en levert een van te voren vastgestelde prestatie voor een vaste prijs, volgens een strak tijdschema. Dat is voor sommigen wel even wennen, ja. Maar dat geeft niet.”
Rijkswaterstaat gaf even niet thuis, maar via het ministerie van Economische Zaken kreeg de projectgroep van prof.ir. S. Hengst toch nog toegang tot de subsidiepot. Hoe de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek onderaannemer werd.
Stilliggende schepen leveren niets op. Containeroverslag is dus een kostenpost voor de schipper. De komende jaren zal het goederenvervoer over water echter fors toenemen, en het toekomstige gedrang aan de kades baart de vervoerders zorgen. Verladers, binnenvaartorganisaties en onderzoeksbureaus staken daarom de koppen bij elkaar, en klopten aan bij de TU Delft.
,,Zij vroegen zich af hoe de op- en overslagkosten van containers verminderd kunnen worden”, vertelt Hengst. ,,Op een schip valt namelijk weinig te halen om de transportkosten terug te brengen. Zeg dat het vervoeren van een container driehonderd gulden kost, dan is maar vijftig gulden daarvan voor het schip en de schipper.”
De bulk van de kosten blijkt in de handling van de containers te zitten. Voor de overslag worden gewoonlijk hijskranen gebruikt, die de containers stuk voor stuk van een vrachtschip tillen. Het schip ligt daardoor wel vrij lang stil, een vervelend probleem als je je geld verdient met varen. Na enig plussen en minnen ontstond zo het idee voor de Rollerbarge: de containers worden daarbij per lopende band van het schip gerold.
,,Meer varen, minder stil liggen”, vat Hengst het project samen. ,,Een compleet nieuw concept. Laat de hijskranen weg, zet een lift op het schip en maak de pakketen groter. De ligtijd van de schepen wordt zo verkleind, en de kosten van de handling verlaagd. Door de kosten van het schip marginaal te verhogen, kan je een enorme besparing bereiken.”
Na een korte voorstudie werd het echter een beetje stil rond het project.
Hengst: ,,We hebben toen een professionele subsidieschrijver ingehuurd, die een onderzoeksvoorstel voor ons heeft geschreven.” Het voorstel werd vervolgens ingediend bij Rijkswaterstaat, maar viel daar niet in de prijzen. ,,Dat begrijp ik nog steeds niet. Het voorstel voldeed echt aan alle voorwaarden die ze daar stellen. Maar we zijn toen niet bij de pakken neer gaan zitten.”
Nadat een scheepswerf bij het project was betrokken, klopte de projectgroep aan bij Senter, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken dat innovatief onderzoek stimuleert. ,,Daar volgde een positief advies op, en begin dit jaar zijn we echt met Rollerbarge aan de slag”, aldus Hengst. Bij het project werkt de sectie Maritieme Techniek nauw samen met de sectie transporttechniek, en inmiddels breken ook afstudeerders hun hoofd over het overslagsysteem. Een interessant object, meent Hengst dan ook. ,,Er komt niet alleen techniek bij kijken, maar ook economie en logistiek.”
Begin november worden de eerste resultaten en aanbevelingen gepresenteerd. Het ‘TU Delft’-logo zal daarbij overigens niet nadrukkelijk aanwezig zijn. ,,Eigenlijk zijn wij maar onderaannemer, we hebben een onderzoek geboekt”, verklaartHengst. ,,Maar daarna ligt er wellicht nog een traject. Het systeem dat het meest aantrekkelijk is, moet dan verder ontwikkelt worden. Dan praten we over prototypes en echte demonstraties.”
Deze bedrijfsmatige manier van onderzoek doen bevalt Hengst wel. ,,Het is een leuke beweging in de markt. Je tekent een performance overeenkomst, en levert een van te voren vastgestelde prestatie voor een vaste prijs, volgens een strak tijdschema. Dat is voor sommigen wel even wennen, ja. Maar dat geeft niet.”
Comments are closed.