Studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek doen te lang over hun studie. Gemiddeld studeren ze pas na zeven jaar af. Volgens de internationale visitatiecommissie die de faculteit in juni bezocht, moeten zowel docenten als studenten ‘een cultuuromslag’ maken.
br />
Het officiële verslag van de visiatiecommissie is gisteren openbaar gemaakt. De faculteit L&R krijgt daarin een pluim: de kwaliteit van het onderwijsprogramma en het onderzoek zijn van hoog niveau, gemeten aan de internationale standaard. In Europa hebben de Delftse wetenschappers een leidende positie.
De commissie stelt echter dat de doorstroming van studenten verbeterd moet worden. Het vierjarig programma wordt zwaar en compact genoemd, waardoor veel studenten afhaken of te laat afstuderen. Inmiddels is de cursusduur opgeschroefd tot vijf jaar, maar de commissie verwacht niet dat daarmee alle knelpunten worden opgelost.
Ze pleit daarom voor een betere begeleiding van afstudeerders en een sterkere selectie in de propaedeuse. Eerstejaars die lager dan een acht scoorden voor wiskude en natuurkunde op hun vwo-eindexamen, halen hun ‘P’ niet vaak in een jaar. Aan deze groep zou de faculteit meer aandacht kunnen besteden. De commissie denkt aan een introductie of bijspijkercursus in de zomer of een bindend studieadvies voor degenen met te lage studiecapaciteiten.
L&R-decaan prof.dr.ir. J.L. van Ingen zegt in een reactie dat de faculteit al begonnen is de ‘studeerbaarheid’ van de opleiding te verbeteren. Mechanica, een bekende bottleneck in de propaedeuse, wordt bijvoorbeeld gegeven in kleinere instructiegroepen. De resultaten noemt hij goed. Het afgelopen jaar ronde 32 procent van de eerstejaars de propaedeuse-fase af, tegen negentien procent in de jaren ervoor. Het is de bedoeling dat deze aanpak wordt doorgezet in de eerste drie studiejaren. Volgens Van Ingen wordt er binnenkort een werkgroep geïnstalleerd, die de verantwoording voor het onderwijs op zich neemt. Hiermee komt er meer structurele aandacht voor het lesprogramma en de knelpunten.
De decaan tekent erbij aan dat er grenzen zijn aan ‘studeerbaarheid’. ,,Onze studenten moeten in het buitenland aan de slag kunnen, dus willen we voldoen aan de internationale norm.” Dat lukt tot nu toe, zo blijkt uit een kwaliteitstoets van de Amerikaanse organisatie Abet (Accreditation Board for Engineering and Technology). Dergelijke resultaten vereisen volgen Van Ingen extra inzet van de studenten. ,,Vergelijk de mentaliteit hier maar eens met de prestatiegerichtheid in Amerika. Als je dezelfde kwaliteit wilt behalen, maar wel in minder dan veertig uur per week, dan zet ik daar vraagtekens bij. Studenten mogen best keihard werken voor hun toekomst. Dat laat echter onverlet dat het onderwijsprogramma nog te verbeteren valt.” (A.d.J.)
Studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek doen te lang over hun studie. Gemiddeld studeren ze pas na zeven jaar af. Volgens de internationale visitatiecommissie die de faculteit in juni bezocht, moeten zowel docenten als studenten ‘een cultuuromslag’ maken.
Het officiële verslag van de visiatiecommissie is gisteren openbaar gemaakt. De faculteit L&R krijgt daarin een pluim: de kwaliteit van het onderwijsprogramma en het onderzoek zijn van hoog niveau, gemeten aan de internationale standaard. In Europa hebben de Delftse wetenschappers een leidende positie.
De commissie stelt echter dat de doorstroming van studenten verbeterd moet worden. Het vierjarig programma wordt zwaar en compact genoemd, waardoor veel studenten afhaken of te laat afstuderen. Inmiddels is de cursusduur opgeschroefd tot vijf jaar, maar de commissie verwacht niet dat daarmee alle knelpunten worden opgelost.
Ze pleit daarom voor een betere begeleiding van afstudeerders en een sterkere selectie in de propaedeuse. Eerstejaars die lager dan een acht scoorden voor wiskude en natuurkunde op hun vwo-eindexamen, halen hun ‘P’ niet vaak in een jaar. Aan deze groep zou de faculteit meer aandacht kunnen besteden. De commissie denkt aan een introductie of bijspijkercursus in de zomer of een bindend studieadvies voor degenen met te lage studiecapaciteiten.
L&R-decaan prof.dr.ir. J.L. van Ingen zegt in een reactie dat de faculteit al begonnen is de ‘studeerbaarheid’ van de opleiding te verbeteren. Mechanica, een bekende bottleneck in de propaedeuse, wordt bijvoorbeeld gegeven in kleinere instructiegroepen. De resultaten noemt hij goed. Het afgelopen jaar ronde 32 procent van de eerstejaars de propaedeuse-fase af, tegen negentien procent in de jaren ervoor. Het is de bedoeling dat deze aanpak wordt doorgezet in de eerste drie studiejaren. Volgens Van Ingen wordt er binnenkort een werkgroep geïnstalleerd, die de verantwoording voor het onderwijs op zich neemt. Hiermee komt er meer structurele aandacht voor het lesprogramma en de knelpunten.
De decaan tekent erbij aan dat er grenzen zijn aan ‘studeerbaarheid’. ,,Onze studenten moeten in het buitenland aan de slag kunnen, dus willen we voldoen aan de internationale norm.” Dat lukt tot nu toe, zo blijkt uit een kwaliteitstoets van de Amerikaanse organisatie Abet (Accreditation Board for Engineering and Technology). Dergelijke resultaten vereisen volgen Van Ingen extra inzet van de studenten. ,,Vergelijk de mentaliteit hier maar eens met de prestatiegerichtheid in Amerika. Als je dezelfde kwaliteit wilt behalen, maar wel in minder dan veertig uur per week, dan zet ik daar vraagtekens bij. Studenten mogen best keihard werken voor hun toekomst. Dat laat echter onverlet dat het onderwijsprogramma nog te verbeteren valt.” (A.d.J.)
Comments are closed.