Campus

Leentjebuur voor vakantielectuur

Wie wetenschappelijke anekdotes wilde lezen, moest tot nu toe altijd spitten in verder doorgaans gortdroge boeken. Gelukkig is er nu een bloemlezing getiteld ‘Eurekas and euphorias’, waarin opmerkelijke incidenten uit de wetenschap verzameld zijn.

br />
Onder ingewijden bestaat er weinig discussie dat Richard Feynmann de grappigste topfysicus ooit was. Hij schreef ook een luchtige autobiografie onder de titel ‘Surely, you must be joking, mr Feynmann’.

Maar er waren er meer met gevoel voor humor. Niels Bohr, bijvoorbeeld, had de gewoonte om gasten mee te nemen naar een brug vlakbij zijn instituut en daar een ketting in beweging te brengen. Tegelijkertijd liet hij met een trucje een andere ketting slingeren. Een sterk staaltje resonantie, betoogde Bohr dan.

Een van de mensen die erin trapte was de Nederlandse natuurkundige Hendrik Casimir, die zich daar erg voor schaamde. Geeft niet, zei Bohr, Heisenberg is er ook in getrapt en die heeft nog een heel verhaal over resonantie tegen me gehouden. De jonge Bohr zelf kreeg overigens als keeper tijdens een voetbalwedstrijd nog eens bijna een doelpunt tegen, omdat hij berekeningen stond te maken op de doelpaal.

Bohr en Feynmann maken meerdere keren hun opwachting in ‘Eurekas and euphorias’ van Walter Gratzer, dat 181 anekdotes uit de wetenschap oplepelt, van regelrecht hilarische tot schrijnende.

Tot de eerste behoort het verhaal van de geniale wiskundige David Hilbert, die vlak voor een diner met vrienden door zijn vrouw naar boven gestuurd was om een andere stropdas om te doen. Hilbert kwam niet terug. Uiteindelijk besloot men toch maar eens te gaan kijken en vond Hilbert in bed. Nadat hij zijn das had afgedaan, had hij zijn dagelijkse routine verder gevolgd en was gaan slapen.

Schrijnend wordt het als vijf fysici een satirische brief schrijven aan hun chef, die net een artikel heeft geschreven waarin hij het werk van Einstein naar de prullenbak verwijst. De vijf mogen meteen hun opwachting maken voor een raad van arbeiders die hen veroordeelt wegen contrarevolutionaire activiteiten. De prominentste van het stel, Georgy Gamow (de bedenker van de big bang), besluit daarop dat het verstandiger is om de Sovjet-Unie te verlaten. In Amerika schrijft hij zijn memoires, met daarin onder meer een bizar verhaal van zijn collega Igor Tamm.

Raadsel

Tamm werd in de turbulente periode vlak na de Russische revolutie gevangen genomen door een groep die streed tegen de communisten. Hij verdedigde zichzelf door te zeggen dat hij geen communist was maar hoogleraar in de wiskunde. Dat wilde de woest ogende hoofdman wel eens bewezen zien: ,,Geef me een schatting van de fout die men maakt als men de Maclaurin-reeks bij de n-de term afkapt.” Tamm ging bibberend aan het werk met dit staaltje hogere wiskunde. De hoofdman keurde de oplossing goed en Tamm bracht het er levend vanaf. Hoe de hoofdman aan zijn kennis kwam, zou altijd een raadsel blijven.

Gratzer, die moleculaire wetenschappen doceert aan King’s College in Londen, heeft voor zijn verzameling anekdotes leentjebuur gespeeld bij tientallen (auto)biografieën en andere minder formele documenten uit de wetenschapsgeschiedenis. Sommige van de verhalen die hij opdist zijn nogal belegen, maar allemaal zijn ze puntig opgeschreven en daardoor idealevakantielectuur.

Wat bij lezing na een poosje wel begint op te vallen is dat de generatie van Bohr en Feynmann, de natuur- en wiskundigen die tijdens het interbellum de kwantummechanica groot maakten, verreweg het meeste afwijkende gedrag ten toon spreiden. Misschien zegt het iets over de verbeeldingskracht die je moest bezitten om in dat pionierstijdperk aan de top van de natuurkunde mee te draaien.

Maar soms stonden ze er collectief gekleurd op. Het volgende verhaal is afkomstig uit een brief van Robert Oppenheimer aan Eleanor Roosevelt. Los Alamos, vlak voor de eerste test van de atoombom. Een ufo wordt gesignaleerd aan de hemel. Een selectie van de beroemdste wetenschappers van het moment staat er verbaasd naar te kijken. De commandant van de nabije luchtmachtbasis meldt dat zijn vliegtuigen er niet in slagen in de buurt te komen. Dan meldt de personeelschef zich bij Oppenheimer. Of ze willen ophouden met hun pogingen om Venus neer te halen.

Walter Gratzer, ‘Eurekas and Euphorias’, the Oxford book of scientific anecdotes. Oxford University Press, 2002, 301 pp., 30 euro (import).

Wie wetenschappelijke anekdotes wilde lezen, moest tot nu toe altijd spitten in verder doorgaans gortdroge boeken. Gelukkig is er nu een bloemlezing getiteld ‘Eurekas and euphorias’, waarin opmerkelijke incidenten uit de wetenschap verzameld zijn.

Onder ingewijden bestaat er weinig discussie dat Richard Feynmann de grappigste topfysicus ooit was. Hij schreef ook een luchtige autobiografie onder de titel ‘Surely, you must be joking, mr Feynmann’.

Maar er waren er meer met gevoel voor humor. Niels Bohr, bijvoorbeeld, had de gewoonte om gasten mee te nemen naar een brug vlakbij zijn instituut en daar een ketting in beweging te brengen. Tegelijkertijd liet hij met een trucje een andere ketting slingeren. Een sterk staaltje resonantie, betoogde Bohr dan.

Een van de mensen die erin trapte was de Nederlandse natuurkundige Hendrik Casimir, die zich daar erg voor schaamde. Geeft niet, zei Bohr, Heisenberg is er ook in getrapt en die heeft nog een heel verhaal over resonantie tegen me gehouden. De jonge Bohr zelf kreeg overigens als keeper tijdens een voetbalwedstrijd nog eens bijna een doelpunt tegen, omdat hij berekeningen stond te maken op de doelpaal.

Bohr en Feynmann maken meerdere keren hun opwachting in ‘Eurekas and euphorias’ van Walter Gratzer, dat 181 anekdotes uit de wetenschap oplepelt, van regelrecht hilarische tot schrijnende.

Tot de eerste behoort het verhaal van de geniale wiskundige David Hilbert, die vlak voor een diner met vrienden door zijn vrouw naar boven gestuurd was om een andere stropdas om te doen. Hilbert kwam niet terug. Uiteindelijk besloot men toch maar eens te gaan kijken en vond Hilbert in bed. Nadat hij zijn das had afgedaan, had hij zijn dagelijkse routine verder gevolgd en was gaan slapen.

Schrijnend wordt het als vijf fysici een satirische brief schrijven aan hun chef, die net een artikel heeft geschreven waarin hij het werk van Einstein naar de prullenbak verwijst. De vijf mogen meteen hun opwachting maken voor een raad van arbeiders die hen veroordeelt wegen contrarevolutionaire activiteiten. De prominentste van het stel, Georgy Gamow (de bedenker van de big bang), besluit daarop dat het verstandiger is om de Sovjet-Unie te verlaten. In Amerika schrijft hij zijn memoires, met daarin onder meer een bizar verhaal van zijn collega Igor Tamm.

Raadsel

Tamm werd in de turbulente periode vlak na de Russische revolutie gevangen genomen door een groep die streed tegen de communisten. Hij verdedigde zichzelf door te zeggen dat hij geen communist was maar hoogleraar in de wiskunde. Dat wilde de woest ogende hoofdman wel eens bewezen zien: ,,Geef me een schatting van de fout die men maakt als men de Maclaurin-reeks bij de n-de term afkapt.” Tamm ging bibberend aan het werk met dit staaltje hogere wiskunde. De hoofdman keurde de oplossing goed en Tamm bracht het er levend vanaf. Hoe de hoofdman aan zijn kennis kwam, zou altijd een raadsel blijven.

Gratzer, die moleculaire wetenschappen doceert aan King’s College in Londen, heeft voor zijn verzameling anekdotes leentjebuur gespeeld bij tientallen (auto)biografieën en andere minder formele documenten uit de wetenschapsgeschiedenis. Sommige van de verhalen die hij opdist zijn nogal belegen, maar allemaal zijn ze puntig opgeschreven en daardoor idealevakantielectuur.

Wat bij lezing na een poosje wel begint op te vallen is dat de generatie van Bohr en Feynmann, de natuur- en wiskundigen die tijdens het interbellum de kwantummechanica groot maakten, verreweg het meeste afwijkende gedrag ten toon spreiden. Misschien zegt het iets over de verbeeldingskracht die je moest bezitten om in dat pionierstijdperk aan de top van de natuurkunde mee te draaien.

Maar soms stonden ze er collectief gekleurd op. Het volgende verhaal is afkomstig uit een brief van Robert Oppenheimer aan Eleanor Roosevelt. Los Alamos, vlak voor de eerste test van de atoombom. Een ufo wordt gesignaleerd aan de hemel. Een selectie van de beroemdste wetenschappers van het moment staat er verbaasd naar te kijken. De commandant van de nabije luchtmachtbasis meldt dat zijn vliegtuigen er niet in slagen in de buurt te komen. Dan meldt de personeelschef zich bij Oppenheimer. Of ze willen ophouden met hun pogingen om Venus neer te halen.

Walter Gratzer, ‘Eurekas and Euphorias’, the Oxford book of scientific anecdotes. Oxford University Press, 2002, 301 pp., 30 euro (import).

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.