Wie bij het horen over het Zuid-Holland Kennisfestival zijn rugzak op zijn rug bond en hoopte op modder, tentjes en harde muziek uit grote luidsprekers, kwam bedrogen uit.
/strong>
Op de begane grond van de aula, afgelopen zaterdag tijdens de Technologiedag, waren namelijk geen bandjes maar standjes. Belangrijkste activiteit op dit festival: kwartetten met visitekaartjes.
Netwerken staat centraal deze dag. Daar blijken bedrijven in de provincie Zuid-Holland namelijk niet goed in, vertelt drs. Cees van Laren van Stichting Delft Kennisstad, medeorganisator van het festijn. ,,Deze provincie heeft de grootste kennisconcentratie van Nederland, maar de innovatiegraad van het bedrijfsleven is slecht. Er zijn acht provincies die het beter doen.”
Als voorbeeld noemt Van Laren kleine ondernemingen die zich met zeer specialistische technologie op een nichemarkt richten. ,,Veel van die bedrijven zijn een soort uit de hand gelopen afstudeerscripties. Ze hebben twintig klanten wereldwijd en vergeten dat het misschien ook wel mogelijk is om het product om te vormen tot iets dat interessant is voor de consumentenmarkt.”
Dat moet dus anders. Van Laren: ,,Overheid, onderzoek, onderwijs en ondernemen % kortweg de vier O’s – moeten meer mogelijkheden krijgen om elkaar tegen te komen.” Op een Kennisfestival bijvoorbeeld. Bij de stands staan geen bedrijven maar clusters. Negen gifgroene zuiltjes geven de vakgebieden aan: water- en deltatechnologie, life sciences, glastuinbouw, enzovoorts.
Bij de stand van ict-kring Delft staat ir. Joris Kleinveld: ,,In Delft bestaan zo’n zeshonderd ict-bedrijven, waarvan er tweehonderd echt serieus zijn. Maar de meeste bedrijven kunnen maar vijf andere bedrijven in dezelfde branche noemen. En dat is jammer, want als bedrijven elkaar beter kennen, kunnen ze veel meer leuke dingen doen. Wij organiseren nu een maandelijkse borrel voor ict-bedrijven. Inmiddels zijn er zo’n vijfentwintig bedrijven die meeborrelen. Maar het werkt als een sneeuwbal, er komen steeds meer bedrijven bij.”
Wim Rutgers, die de kraam van West-Holland Foreign Investment Agency bemant, is uiterst tevreden over de dag. ,,We hebben een mooie centrale plek en profileren ons redelijk goed. De sfeer op het festival is informeel en ontspannen. Ik ben een groot voorstander van dit soort netwerkbijeenkomsten.” En hoeveel visitekaartjes heeft Rutgers dan al bemachtigd? ,,Het gaat niet om het aantal, het gaat erom of je de juiste hebt”, doceert hij, terwijl hij een stapeltje uit zijn binnenzak tovert. ,,Ik heb in ieder geval de kaartjes die ik wilde hebben.” (RK)
Wie bij het horen over het Zuid-Holland Kennisfestival zijn rugzak op zijn rug bond en hoopte op modder, tentjes en harde muziek uit grote luidsprekers, kwam bedrogen uit.
Op de begane grond van de aula, afgelopen zaterdag tijdens de Technologiedag, waren namelijk geen bandjes maar standjes. Belangrijkste activiteit op dit festival: kwartetten met visitekaartjes.
Netwerken staat centraal deze dag. Daar blijken bedrijven in de provincie Zuid-Holland namelijk niet goed in, vertelt drs. Cees van Laren van Stichting Delft Kennisstad, medeorganisator van het festijn. ,,Deze provincie heeft de grootste kennisconcentratie van Nederland, maar de innovatiegraad van het bedrijfsleven is slecht. Er zijn acht provincies die het beter doen.”
Als voorbeeld noemt Van Laren kleine ondernemingen die zich met zeer specialistische technologie op een nichemarkt richten. ,,Veel van die bedrijven zijn een soort uit de hand gelopen afstudeerscripties. Ze hebben twintig klanten wereldwijd en vergeten dat het misschien ook wel mogelijk is om het product om te vormen tot iets dat interessant is voor de consumentenmarkt.”
Dat moet dus anders. Van Laren: ,,Overheid, onderzoek, onderwijs en ondernemen % kortweg de vier O’s – moeten meer mogelijkheden krijgen om elkaar tegen te komen.” Op een Kennisfestival bijvoorbeeld. Bij de stands staan geen bedrijven maar clusters. Negen gifgroene zuiltjes geven de vakgebieden aan: water- en deltatechnologie, life sciences, glastuinbouw, enzovoorts.
Bij de stand van ict-kring Delft staat ir. Joris Kleinveld: ,,In Delft bestaan zo’n zeshonderd ict-bedrijven, waarvan er tweehonderd echt serieus zijn. Maar de meeste bedrijven kunnen maar vijf andere bedrijven in dezelfde branche noemen. En dat is jammer, want als bedrijven elkaar beter kennen, kunnen ze veel meer leuke dingen doen. Wij organiseren nu een maandelijkse borrel voor ict-bedrijven. Inmiddels zijn er zo’n vijfentwintig bedrijven die meeborrelen. Maar het werkt als een sneeuwbal, er komen steeds meer bedrijven bij.”
Wim Rutgers, die de kraam van West-Holland Foreign Investment Agency bemant, is uiterst tevreden over de dag. ,,We hebben een mooie centrale plek en profileren ons redelijk goed. De sfeer op het festival is informeel en ontspannen. Ik ben een groot voorstander van dit soort netwerkbijeenkomsten.” En hoeveel visitekaartjes heeft Rutgers dan al bemachtigd? ,,Het gaat niet om het aantal, het gaat erom of je de juiste hebt”, doceert hij, terwijl hij een stapeltje uit zijn binnenzak tovert. ,,Ik heb in ieder geval de kaartjes die ik wilde hebben.” (RK)
Comments are closed.