Minon stopte juist een tumtummetje in haar mond. Had ik moeten kloppen, vroeg Ortner zich af. Dan was het geen verrassing geweest. ,,Hein, wat leuk
Minon stopte juist een tumtummetje in haar mond. Had ik moeten kloppen, vroeg Ortner zich af. Dan was het geen verrassing geweest. ,,Hein, wat leuk! Voor mij? Dat is lief. Maar eigenlijk hoort het andersom: jij bent ziek, wij zouden jou een bloemetje moeten geven.”
,,Nee, neenee. Dit heb je verdiend. En reuze bedankt hoor, voor het doorsturen van de post en dergelijke. Echt heel fijn.”
,,Neem dan een tumtummetje van me. En stop met dat zenuwachtige gefriemel aan je stropdas. Vertel eens, hoe is het er nu mee?”
,,Ik mag niet klagen, dus dan blijft er weinig te vertellen over”, grapte Ortner. Hij moest het nu snel vragen, anders durfde hij niet meer. ,,Minon?”
,,Wat scheelt er volgens de dokter aan?”
,,De dokter? Hij kon niets vinden. Toen heeft hij me een folder gegeven over angst. Wat een kolder! Het is wel interessant om te lezen waar mensen allemaal bang voor kunnen zijn. Dat gaat verder dan spinnen en dieven. Het schijnt dat sommige mensen echt bang zijn voor de bacteriën in andermans slechte adem. Of voor de Russen, nog steeds.”
,,Ach ja, ze verzinnen toch elke keer iets nieuws. Pleinvrees, smetvrees, open-gulpenvrees. Iedereen wil in de ziektewet. Daar bedoel ik natuurlijk niet jou mee”, voegde ze er snel aan toe.
,,Minon, ik wilde je nog wat vragen.”
,,Ik ga eerst even een vaas zoeken, anders hangen de asters straks slap. Wat veel a’s achter elkaar! Hoorde je dat? Zeg, let jij even op de telefoon. Als ene meneer Kouters belt, moet je hem doorverbinden met het toestel van Stoffel. Het schijnt belangrijk te zijn. Denk erom: eerst de groene knop, dan het nummer intoetsen, wachten op de zoemtoon, weer de groene knop, dan krijg je Stoffel aan de lijn en kun je opleggen. Ik ben zo terug.”
De deur viel achter Minon dicht. Snel keek Ortner naar beneden; zijn gulp zat dicht. Lekker, die tumtum. Sinaasappel. Hij bekeek de kalender. Januari lag bedolven onder sneeuwwit. Op het prikbord hing het koffierooster voor het nieuwe jaar. Veel nieuwjaarskaarten. De architect van de bibliotheek nodigde het personeel uit voor een rondleiding achter de schermen. Fijn om een uurtje hier te zijn.
Nog één tumtummetje. Was deze smaak cassis of framboos? Minon bleef wel lang weg. Wat zou hij doen als de telefoon ging, laten gaan of opnemen? En wat was het nummer van Stoffel? Dat was hij vergeten te vragen. Lag er nergens een telefoongidsje? Het idee dat hij Stoffer aan de lijn zou krijgen, beviel Ortner slecht. Wat moest hij zeggen? Na alle rottigheid die hij vorig jaar over Stoffel en de zijnen verkondigd had. Ortner nam een tumtummetje en stak er direct nog een in zijn mond. Alleen met links kauwen is zo vervelend.
De deur ging open. ,,Ha, daar ben je weer”, verzuchtte Ortner. Minon zette de vaas bloemen in de vensterbank boven de radiator. In die warme lucht zouden ze het hoogstens een dagof twee uithouden.
,,Nou nou, je doet alsof ik een uur ben weggebleven. Heb je soms last van verlatingsangst?” Ze zette haar hand ferm in haar zij. ,,Ach Hein, kijk niet zo beledigd. Ik maak een grapje!”
Ik moet het vragen, dacht Ortner. Nu.
,,Laat je stropdas toch eens met rust, er blijft niets van over!”
Ortner knikte. Was dat niet een scène uit een of andere lachfilm: stropdas recht, gulp dicht, veters gestrikt: ready to go.
,,Ik wil je wat vragen.”
Minon deed een stap achteruit. Ze stond met haar rug tegen de kalender, omgeven door witte vrieskou. ,,Zeg op.”
,,Weet jij of mijn boekje veel kwaad bloed heeft gezet bij de collegae?”
,,Angst voor afwijzing?” Minon kon een lach niet onderdrukken. ,,Hein toch, dat kun je ze echt veel beter zelf vragen. Wat mij betreft: ik vind het niet erg als je me bits en kortaf noemt, dat hoort bij mijn werk, net als het opnemen van de telefoon bij jouw afwezigheid, het regelen van invallers om college te geven, in ontvangst nemen van bloemstukken, en opbeuren van zieke medewerkers. Hier, neem nog een tumtummetje.”
Ze presenteerde Ortner de lege zak.
Minon stopte juist een tumtummetje in haar mond. Had ik moeten kloppen, vroeg Ortner zich af. Dan was het geen verrassing geweest. ,,Hein, wat leuk! Voor mij? Dat is lief. Maar eigenlijk hoort het andersom: jij bent ziek, wij zouden jou een bloemetje moeten geven.”
,,Nee, neenee. Dit heb je verdiend. En reuze bedankt hoor, voor het doorsturen van de post en dergelijke. Echt heel fijn.”
,,Neem dan een tumtummetje van me. En stop met dat zenuwachtige gefriemel aan je stropdas. Vertel eens, hoe is het er nu mee?”
,,Ik mag niet klagen, dus dan blijft er weinig te vertellen over”, grapte Ortner. Hij moest het nu snel vragen, anders durfde hij niet meer. ,,Minon?”
,,Wat scheelt er volgens de dokter aan?”
,,De dokter? Hij kon niets vinden. Toen heeft hij me een folder gegeven over angst. Wat een kolder! Het is wel interessant om te lezen waar mensen allemaal bang voor kunnen zijn. Dat gaat verder dan spinnen en dieven. Het schijnt dat sommige mensen echt bang zijn voor de bacteriën in andermans slechte adem. Of voor de Russen, nog steeds.”
,,Ach ja, ze verzinnen toch elke keer iets nieuws. Pleinvrees, smetvrees, open-gulpenvrees. Iedereen wil in de ziektewet. Daar bedoel ik natuurlijk niet jou mee”, voegde ze er snel aan toe.
,,Minon, ik wilde je nog wat vragen.”
,,Ik ga eerst even een vaas zoeken, anders hangen de asters straks slap. Wat veel a’s achter elkaar! Hoorde je dat? Zeg, let jij even op de telefoon. Als ene meneer Kouters belt, moet je hem doorverbinden met het toestel van Stoffel. Het schijnt belangrijk te zijn. Denk erom: eerst de groene knop, dan het nummer intoetsen, wachten op de zoemtoon, weer de groene knop, dan krijg je Stoffel aan de lijn en kun je opleggen. Ik ben zo terug.”
De deur viel achter Minon dicht. Snel keek Ortner naar beneden; zijn gulp zat dicht. Lekker, die tumtum. Sinaasappel. Hij bekeek de kalender. Januari lag bedolven onder sneeuwwit. Op het prikbord hing het koffierooster voor het nieuwe jaar. Veel nieuwjaarskaarten. De architect van de bibliotheek nodigde het personeel uit voor een rondleiding achter de schermen. Fijn om een uurtje hier te zijn.
Nog één tumtummetje. Was deze smaak cassis of framboos? Minon bleef wel lang weg. Wat zou hij doen als de telefoon ging, laten gaan of opnemen? En wat was het nummer van Stoffel? Dat was hij vergeten te vragen. Lag er nergens een telefoongidsje? Het idee dat hij Stoffer aan de lijn zou krijgen, beviel Ortner slecht. Wat moest hij zeggen? Na alle rottigheid die hij vorig jaar over Stoffel en de zijnen verkondigd had. Ortner nam een tumtummetje en stak er direct nog een in zijn mond. Alleen met links kauwen is zo vervelend.
De deur ging open. ,,Ha, daar ben je weer”, verzuchtte Ortner. Minon zette de vaas bloemen in de vensterbank boven de radiator. In die warme lucht zouden ze het hoogstens een dagof twee uithouden.
,,Nou nou, je doet alsof ik een uur ben weggebleven. Heb je soms last van verlatingsangst?” Ze zette haar hand ferm in haar zij. ,,Ach Hein, kijk niet zo beledigd. Ik maak een grapje!”
Ik moet het vragen, dacht Ortner. Nu.
,,Laat je stropdas toch eens met rust, er blijft niets van over!”
Ortner knikte. Was dat niet een scène uit een of andere lachfilm: stropdas recht, gulp dicht, veters gestrikt: ready to go.
,,Ik wil je wat vragen.”
Minon deed een stap achteruit. Ze stond met haar rug tegen de kalender, omgeven door witte vrieskou. ,,Zeg op.”
,,Weet jij of mijn boekje veel kwaad bloed heeft gezet bij de collegae?”
,,Angst voor afwijzing?” Minon kon een lach niet onderdrukken. ,,Hein toch, dat kun je ze echt veel beter zelf vragen. Wat mij betreft: ik vind het niet erg als je me bits en kortaf noemt, dat hoort bij mijn werk, net als het opnemen van de telefoon bij jouw afwezigheid, het regelen van invallers om college te geven, in ontvangst nemen van bloemstukken, en opbeuren van zieke medewerkers. Hier, neem nog een tumtummetje.”
Ze presenteerde Ortner de lege zak.
Comments are closed.