Doordat TU-medewerkers met hoge inkomens meer gaan bijdragen, neemt het aantal kinderopvangplaatsen structureel met vijftien procent toe. Dit wordt uiterlijk 1 januari 2001 ingevoerd en is onderdeel van een aantal maatregelen die P&O de laatste jaren heeft genomen om de kinderopvang te verbeteren.
/strong>
Bij doorlichting van de kindplaatsadministratie in 1998 van het kinderdagverblijf Octopus bleken er twintig kindplaatsen niet ingevuld te zijn. Dit loste de wachtlijst in één klap op. ,,Maar de laatste tijd stroomt de lijst weer vol en dat is niet de bedoeling”, vertelt drs. Karin van den Ordel van Staf P&O.
In 1998 heeft de klankbordgroep van de emancipatiecommissie een onderzoek ingesteld en in haar eindrapport aanbevelingen voor verbetering gedaan. Het merendeel hiervan is inmiddels omgezet in maatregelen en activiteiten die de kinderopvangregeling verbeteren.
De verlenging van de ouderbijdragetabel is één van de laatste maatregelen in de serie. Uit onderzoek bleek dat vijftig procent van de TU-medewerkers in de hoogste inkomenscategorie van de ouderbijdragetabel vallen. Door verhoging van de bovengrens van het netto maandinkomen van 4400 naar 6800 gulden kunnen straks meer medewerkers van de kinderopvangvoorziening gebruik maken. De hogere inkomens dragen hierdoor meer bij aan de kosten voor een kindplaats waardoor het TU-budget voor nieuwe kindplaatsen kan worden ingezet. Hiermee stijgt structureel het aantal kinderopvangplaatsen met vijftien procent en worden de wachtlijsten voorlopig weer voor enige tijd flink ingekort.
,,Voor medewerkers met een netto gezinsloon tot 4400 gulden blijft de situatie ongewijzigd”, benadrukt Van den Ordel. De groep van 4400 gulden en hoger, die nu de maximale bijdrage van 1073 gulden per maand betaalt voor een voltijdse opvang van het eerste kind, wordt straks opgedeeld in verschillende schijven. In stappen van 400 gulden nettoloon zal de ouderbijdrage voor voltijdse kinderopvang met ongeveer 100 gulden per maand stijgen. De maximale ouderbijdrage komt dan te liggen bij 1680 gulden per maand voor de groep met een netto gezinsinkomen van 6800 gulden en hoger. Hiermee draagt de TU nog ongeveer 25 procent bij aan de kinderopvang van deze groep. Een kindplaats voor voltijdse dagopvang kost de TU jaarlijks een bedrag van ongeveer 25 duizend gulden. ,,Wij vragen slechts een evenwichtige bijdrage aan deze voorziening”, stelt Van den Ordel. ,,De opgestelde tabel is voorgelegd aan Octopus en Knotz de twee kinderdagverblijven waar de TU een contract mee heeft afgesloten. Zij hebben het getoetst aan ouderbijdragen van andere bedrijven en instellingen en ons voorstel bleek acceptabel.”
Kortere wachtlijsten
De kinderopvangregeling van de TU Delft is een goede regeling, vindt Van den Ordel. Deze geldt zowel voor vrouwelijke als mannelijke medewerkers en voor de studenten. ,,Dat is lang niet overal zo.Bovendien hebben we vergeleken met andere organisaties een ruim budget. De TU was in ’87 overigens één van de eerste organisaties in Nederland die voor eigen personeel een dergelijke voorziening instelde.”
,,We moeten voorkomen dat we straks terugvallen in de oude situatie met forse wachtlijsten. Het streven is een wachttijd van enkele maanden met een maximum van een half jaar voordat een medewerker in aanmerking komt voor een bedrijfsplaats bij het kinderdagverblijf. Tot die tijd kan de ouder er voor kiezen de plek particulier te bekostigen of het anderzijds te regelen.” Als laatste maatregel wil de TU op korte termijn een kinderopvanglocatie op de campus realiseren. ,,Als ook dat niet voldoende soelaas biedt, rest straks waarschijnlijk alleen nog vergroting van het budget om de wachtlijsten onder controle te houden.”
De herziene ouderbijdragetabel en het aanmeldingsformulier voor kinderopvang zijn verkrijgbaar bij Octopus en Knotz en bij de P&O-functionaris van uw faculteit of dienst.
Doordat TU-medewerkers met hoge inkomens meer gaan bijdragen, neemt het aantal kinderopvangplaatsen structureel met vijftien procent toe. Dit wordt uiterlijk 1 januari 2001 ingevoerd en is onderdeel van een aantal maatregelen die P&O de laatste jaren heeft genomen om de kinderopvang te verbeteren.
Bij doorlichting van de kindplaatsadministratie in 1998 van het kinderdagverblijf Octopus bleken er twintig kindplaatsen niet ingevuld te zijn. Dit loste de wachtlijst in één klap op. ,,Maar de laatste tijd stroomt de lijst weer vol en dat is niet de bedoeling”, vertelt drs. Karin van den Ordel van Staf P&O.
In 1998 heeft de klankbordgroep van de emancipatiecommissie een onderzoek ingesteld en in haar eindrapport aanbevelingen voor verbetering gedaan. Het merendeel hiervan is inmiddels omgezet in maatregelen en activiteiten die de kinderopvangregeling verbeteren.
De verlenging van de ouderbijdragetabel is één van de laatste maatregelen in de serie. Uit onderzoek bleek dat vijftig procent van de TU-medewerkers in de hoogste inkomenscategorie van de ouderbijdragetabel vallen. Door verhoging van de bovengrens van het netto maandinkomen van 4400 naar 6800 gulden kunnen straks meer medewerkers van de kinderopvangvoorziening gebruik maken. De hogere inkomens dragen hierdoor meer bij aan de kosten voor een kindplaats waardoor het TU-budget voor nieuwe kindplaatsen kan worden ingezet. Hiermee stijgt structureel het aantal kinderopvangplaatsen met vijftien procent en worden de wachtlijsten voorlopig weer voor enige tijd flink ingekort.
,,Voor medewerkers met een netto gezinsloon tot 4400 gulden blijft de situatie ongewijzigd”, benadrukt Van den Ordel. De groep van 4400 gulden en hoger, die nu de maximale bijdrage van 1073 gulden per maand betaalt voor een voltijdse opvang van het eerste kind, wordt straks opgedeeld in verschillende schijven. In stappen van 400 gulden nettoloon zal de ouderbijdrage voor voltijdse kinderopvang met ongeveer 100 gulden per maand stijgen. De maximale ouderbijdrage komt dan te liggen bij 1680 gulden per maand voor de groep met een netto gezinsinkomen van 6800 gulden en hoger. Hiermee draagt de TU nog ongeveer 25 procent bij aan de kinderopvang van deze groep. Een kindplaats voor voltijdse dagopvang kost de TU jaarlijks een bedrag van ongeveer 25 duizend gulden. ,,Wij vragen slechts een evenwichtige bijdrage aan deze voorziening”, stelt Van den Ordel. ,,De opgestelde tabel is voorgelegd aan Octopus en Knotz de twee kinderdagverblijven waar de TU een contract mee heeft afgesloten. Zij hebben het getoetst aan ouderbijdragen van andere bedrijven en instellingen en ons voorstel bleek acceptabel.”
Kortere wachtlijsten
De kinderopvangregeling van de TU Delft is een goede regeling, vindt Van den Ordel. Deze geldt zowel voor vrouwelijke als mannelijke medewerkers en voor de studenten. ,,Dat is lang niet overal zo.Bovendien hebben we vergeleken met andere organisaties een ruim budget. De TU was in ’87 overigens één van de eerste organisaties in Nederland die voor eigen personeel een dergelijke voorziening instelde.”
,,We moeten voorkomen dat we straks terugvallen in de oude situatie met forse wachtlijsten. Het streven is een wachttijd van enkele maanden met een maximum van een half jaar voordat een medewerker in aanmerking komt voor een bedrijfsplaats bij het kinderdagverblijf. Tot die tijd kan de ouder er voor kiezen de plek particulier te bekostigen of het anderzijds te regelen.” Als laatste maatregel wil de TU op korte termijn een kinderopvanglocatie op de campus realiseren. ,,Als ook dat niet voldoende soelaas biedt, rest straks waarschijnlijk alleen nog vergroting van het budget om de wachtlijsten onder controle te houden.”
De herziene ouderbijdragetabel en het aanmeldingsformulier voor kinderopvang zijn verkrijgbaar bij Octopus en Knotz en bij de P&O-functionaris van uw faculteit of dienst.
Comments are closed.