Campus

Klussen op de oprit

Zoals bij veel autofreaks is het klussen bij Jilles Hilbrandie al vroeg begonnen. ,,Met een jaar of veertien, vijftien, had ik mijn eerste brommertjes.

Toen ik eenmaal mijn rijbewijs had, heb ik mijn eerste Mini gekocht.” Hilbrandie, vijfdejaars student mijnbouw, is inmiddels aan zijn tweede Austin Mini bezig. Ook de voorliefde voor Mini’s kreeg Hilbrandie met de paplepel ingegoten. ,,Ik heb leren rijden in de Mini-Van van mijn ouders toen ik elf was. Later is het een hobby geworden.”

Zijn eerste Mini was een wagen uit 1970 die de mijnbouwer kocht voor vijfhonderd gulden. ,,Die heb ik bij mijn ouders op de oprit helemaal opgeknapt. Mijn vader heeft een garage vol met gereedschap, en op die manier heb ik mezelf de kennis bijgebracht. In het begin gaat het klussen aan zo’n wagen langzaam, maar je leert steeds meer bij. Inmiddels heb ik die auto verkocht aan een meisje die er vier keer mee naar Frankrijk op en neer gereden is.”

Hilbrandie heeft nu een Mini uit 1985. Ook deze wagen onderhoudt hij zelf, al geeft hij toe dat hij de wagen in de vakkentijd wel eens naar de garage brengt. ,,In mijn eerste jaar heeft een klus aan de achteras me wel eens twee tentamens gekost. Dat doe ik nu niet meer.”

Eigenlijk wil Hilbrandie zijn wagen eens helemaal reviseren. ,,Dat gaat binnenkort ook gebeuren. Ik ga de auto dan weer helemaal opknappen en repareren want inmiddels begint hij toch wel een beetje te roesten.”

Hilbrandie gebruikt de wagen met name voor de ritjes naar de TU of naar het hockeyveld. Maar ook lange afstanden zijn geen probleem. ,,Ik rijd ook wel naar Frankrijk. Alleen rijden in de stortregen is wat gevaarlijker. Vooral omdat de ontsteking voorop het motorblok zit. Als die nat wordt, stopt je wagen ermee. Daarom zit daar nu een plastic zak overheen.” Inmiddels kent de mijnbouwer de Mini van binnen en van buiten. Tegenwoordig wordt hij ook door vrienden ingeschakeld om auto’s te repareren. ,,Ik weet wel veel van Mini’s, maar elke auto is natuurlijk anders. Ik ben er wel handiger in geworden, dus vandaar dat ik wel eens gebeld wordt.”

Vijf minuten later gaat de telefoon. Of Jilles even langs kan komen; de auto van een teamgenootje rijdt niet meer.

Zijn eerste Mini was een wagen uit 1970 die de mijnbouwer kocht voor vijfhonderd gulden. ,,Die heb ik bij mijn ouders op de oprit helemaal opgeknapt. Mijn vader heeft een garage vol met gereedschap, en op die manier heb ik mezelf de kennis bijgebracht. In het begin gaat het klussen aan zo’n wagen langzaam, maar je leert steeds meer bij. Inmiddels heb ik die auto verkocht aan een meisje die er vier keer mee naar Frankrijk op en neer gereden is.”

Hilbrandie heeft nu een Mini uit 1985. Ook deze wagen onderhoudt hij zelf, al geeft hij toe dat hij de wagen in de vakkentijd wel eens naar de garage brengt. ,,In mijn eerste jaar heeft een klus aan de achteras me wel eens twee tentamens gekost. Dat doe ik nu niet meer.”

Eigenlijk wil Hilbrandie zijn wagen eens helemaal reviseren. ,,Dat gaat binnenkort ook gebeuren. Ik ga de auto dan weer helemaal opknappen en repareren want inmiddels begint hij toch wel een beetje te roesten.”

Hilbrandie gebruikt de wagen met name voor de ritjes naar de TU of naar het hockeyveld. Maar ook lange afstanden zijn geen probleem. ,,Ik rijd ook wel naar Frankrijk. Alleen rijden in de stortregen is wat gevaarlijker. Vooral omdat de ontsteking voorop het motorblok zit. Als die nat wordt, stopt je wagen ermee. Daarom zit daar nu een plastic zak overheen.” Inmiddels kent de mijnbouwer de Mini van binnen en van buiten. Tegenwoordig wordt hij ook door vrienden ingeschakeld om auto’s te repareren. ,,Ik weet wel veel van Mini’s, maar elke auto is natuurlijk anders. Ik ben er wel handiger in geworden, dus vandaar dat ik wel eens gebeld wordt.”

Vijf minuten later gaat de telefoon. Of Jilles even langs kan komen; de auto van een teamgenootje rijdt niet meer.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.