Hij was even uit de lucht, maar maakte deze zomer een comeback: de Kennistelefoon. Antwoord op uw wetenschappelijke vragen binnen 48 uur, beloven de deelnemende wetenschappers.
/strong>
De Kennistelefoon is alleen bedoeld voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) met wetenschappelijke vragen. Die vragen moeten uiteindelijk leiden tot stimulatie van de Nederlandse kenniseconomie. ,,Innovatie moet uit het MKB komen, want dat is de banengenerator van de economie”, meent Karel Zelisse, voorzitter van de Kennistelefoon en voormalig TU-student. Zo mondde een vraag afgelopen maand uit in een project waarbij een nieuw koffie-extract wordt ontwikkeld. Een andere vraag leidde tot een nieuwe methode om de suikerconcentratie te meten tijdens bierproductie. De instelling die uiteindelijk het project naar zich toetrekt, betaalt de Kennistelefoon een kleine vergoeding voor het onderhoud van de site.
De Kennistelefoon stamt al uit 1997. Volgens Zelisse kwam het initiatief toen niet van de grond omdat de deelnemende wetenschappers geen reclame maakten. Dat pakt de service nu anders aan.
De Kennistelefoon-nieuwe-stijl heeft overigens geen telefoonnummer. Vragen kunnen alleen per e-mail worden ingestuurd, waarna antwoord wordt beloofd binnen 48 uur. De vragen komen binnen bij vier wetenschappers, onder wie TU’er Gert Jan van den Berg van de universiteitsdienst. Deze vrijwilligers bepalen of de vraag door de eerste selectie komt en op het netwerk wordt gezet. In het laatste geval gaat een mailing naar honderd experts uit tachtig instellingen en bedrijven uit de Delftse regio, waaronder de TU, TNO, IHE en Delft Hydraulics.
Sinds de herstart zijn er tien vragen binnengekomen. Daarvan zijn er drie verworpen. ,,Iemand wilde weten of hij zijn speciale magneten uit Eindhoven ook elders in Nederland kon kopen”, vertelt Zelisse. ,,Dat is een kwestie van zoeken op het internet. Daar val ik de mensen in ons netwerk niet mee lastig. Moeilijke tentamenvragen beantwoorden we ook niet.”
Zelisse is enthousiast over het verloop van de eerste twee maanden van de Kennistelefoon. ,,De opdrachtgever is blij met de oplossing. En de instelling krijgt iemand aan zijn bureau met wie hij anders nooit in contact zou komen.”
Het vergelijkbare innovatienetwerk Syntens (van het ministerie van Economische Zaken) is in augustus als proef gestart.
Zelisse is verbaasd dat dit project twee jaar moet worden getest en drie miljoen euro kost. ,,Daarvoor krijg je straks een database aan de lijn, terwijl de Kennistelefoon je direct met een expert in contact brengt.”
Hij was even uit de lucht, maar maakte deze zomer een comeback: de Kennistelefoon. Antwoord op uw wetenschappelijke vragen binnen 48 uur, beloven de deelnemende wetenschappers.
De Kennistelefoon is alleen bedoeld voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) met wetenschappelijke vragen. Die vragen moeten uiteindelijk leiden tot stimulatie van de Nederlandse kenniseconomie. ,,Innovatie moet uit het MKB komen, want dat is de banengenerator van de economie”, meent Karel Zelisse, voorzitter van de Kennistelefoon en voormalig TU-student. Zo mondde een vraag afgelopen maand uit in een project waarbij een nieuw koffie-extract wordt ontwikkeld. Een andere vraag leidde tot een nieuwe methode om de suikerconcentratie te meten tijdens bierproductie. De instelling die uiteindelijk het project naar zich toetrekt, betaalt de Kennistelefoon een kleine vergoeding voor het onderhoud van de site.
De Kennistelefoon stamt al uit 1997. Volgens Zelisse kwam het initiatief toen niet van de grond omdat de deelnemende wetenschappers geen reclame maakten. Dat pakt de service nu anders aan.
De Kennistelefoon-nieuwe-stijl heeft overigens geen telefoonnummer. Vragen kunnen alleen per e-mail worden ingestuurd, waarna antwoord wordt beloofd binnen 48 uur. De vragen komen binnen bij vier wetenschappers, onder wie TU’er Gert Jan van den Berg van de universiteitsdienst. Deze vrijwilligers bepalen of de vraag door de eerste selectie komt en op het netwerk wordt gezet. In het laatste geval gaat een mailing naar honderd experts uit tachtig instellingen en bedrijven uit de Delftse regio, waaronder de TU, TNO, IHE en Delft Hydraulics.
Sinds de herstart zijn er tien vragen binnengekomen. Daarvan zijn er drie verworpen. ,,Iemand wilde weten of hij zijn speciale magneten uit Eindhoven ook elders in Nederland kon kopen”, vertelt Zelisse. ,,Dat is een kwestie van zoeken op het internet. Daar val ik de mensen in ons netwerk niet mee lastig. Moeilijke tentamenvragen beantwoorden we ook niet.”
Zelisse is enthousiast over het verloop van de eerste twee maanden van de Kennistelefoon. ,,De opdrachtgever is blij met de oplossing. En de instelling krijgt iemand aan zijn bureau met wie hij anders nooit in contact zou komen.”
Het vergelijkbare innovatienetwerk Syntens (van het ministerie van Economische Zaken) is in augustus als proef gestart.
Zelisse is verbaasd dat dit project twee jaar moet worden getest en drie miljoen euro kost. ,,Daarvoor krijg je straks een database aan de lijn, terwijl de Kennistelefoon je direct met een expert in contact brengt.”
Comments are closed.