Universitair opgeleide technici vinden zonder problemen een baan, maar hun salaris is niet hoger dan het universitaire gemiddelde. Wel krijgen ze gemiddeld 15 procent meer dan hun collega’s uit het hbo.
Pas afgestudeerde TU-ingenieurs komen aardig terecht, blijkt uit de eerste landelijke enquête onder universitaire afgestudeerden. Slechts één procent is werkloos en maar zes procent heeft een `flexibele’ aanstelling. Beide cijfers worden alleen geëvenaard door universitaire economen. Toch leidt die schijnbaar sterke positie niet tot hoge startsalarissen. De gemiddelde TU-ingenieur krijgt ruim een jaar na afstuderen 26 gulden per uur. Hetzelfde bedrag is ook weggelegd voor sociale wetenschappers. En ook het gemiddelde van alle academici ligt op die 26 gulden.
Een troost is misschien dat technische hbo’ers per uur ruim drie gulden minder verdienen. Ook natuurwetenschappers blijven meer dan een rijksdaalder per uur achter bij de TU-ingenieurs. Dat laatste komt mede doordat de bèta’s vaak de eerste jaren na afstuderen nog op de universiteit blijven voor promotie-onderzoek. Daarvoor krijgen ze slechts een bescheiden aio-salaris.
Eerder klaar
Jonge artsen en universitaire economen zijn de best betaalde afgestudeerden. Medici verdienen direct al 31 gulden bruto per uur, maar daar hebben ze wel jaren voor gestudeerd. Een econoom is veel eerder klaar en krijgt dan 27,50 gulden per uur.
Dat is ruim drie keer zo veel als de 8,50 gulden die schoolverlaters van de mavo kunnen verwachten. En ook de kloof met mbo’ers (gemiddeld 16 gulden) is groot. Alleen in sommige hbo-richtingen komen pas afgestudeerden in de buurt van 25 gulden.
Gemiddeld per uur verdienen pas afgestudeerde academici nog wel iets meer dan hbo’ers. Maar het verschil (26 gulden tegen 22,50 gulden) wordt steeds kleiner.
Ronduit zwak, vergeleken met het niveau van hun opleiding, staan mensen met een academische talenstudie ervoor. Slechts 38 procent van hen heeft werk op academisch niveau. Bijna de helft is ontevreden met de aansluiting tussen studie en werk. (HOP)
Het Maastrichtse onderzoeksinstituut ROA, dat deze cijfers vandaag bekend maakte, spreekt van groeiende krapte op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit dalende werkloosheid, groei van de vaste contracten en toename van de uurlonen. Het laatste geldt vooral voor mensen met een mbo- of hbo-diploma. (HOP)
Pas afgestudeerde TU-ingenieurs komen aardig terecht, blijkt uit de eerste landelijke enquête onder universitaire afgestudeerden. Slechts één procent is werkloos en maar zes procent heeft een `flexibele’ aanstelling. Beide cijfers worden alleen geëvenaard door universitaire economen. Toch leidt die schijnbaar sterke positie niet tot hoge startsalarissen. De gemiddelde TU-ingenieur krijgt ruim een jaar na afstuderen 26 gulden per uur. Hetzelfde bedrag is ook weggelegd voor sociale wetenschappers. En ook het gemiddelde van alle academici ligt op die 26 gulden.
Een troost is misschien dat technische hbo’ers per uur ruim drie gulden minder verdienen. Ook natuurwetenschappers blijven meer dan een rijksdaalder per uur achter bij de TU-ingenieurs. Dat laatste komt mede doordat de bèta’s vaak de eerste jaren na afstuderen nog op de universiteit blijven voor promotie-onderzoek. Daarvoor krijgen ze slechts een bescheiden aio-salaris.
Eerder klaar
Jonge artsen en universitaire economen zijn de best betaalde afgestudeerden. Medici verdienen direct al 31 gulden bruto per uur, maar daar hebben ze wel jaren voor gestudeerd. Een econoom is veel eerder klaar en krijgt dan 27,50 gulden per uur.
Dat is ruim drie keer zo veel als de 8,50 gulden die schoolverlaters van de mavo kunnen verwachten. En ook de kloof met mbo’ers (gemiddeld 16 gulden) is groot. Alleen in sommige hbo-richtingen komen pas afgestudeerden in de buurt van 25 gulden.
Gemiddeld per uur verdienen pas afgestudeerde academici nog wel iets meer dan hbo’ers. Maar het verschil (26 gulden tegen 22,50 gulden) wordt steeds kleiner.
Ronduit zwak, vergeleken met het niveau van hun opleiding, staan mensen met een academische talenstudie ervoor. Slechts 38 procent van hen heeft werk op academisch niveau. Bijna de helft is ontevreden met de aansluiting tussen studie en werk. (HOP)
Het Maastrichtse onderzoeksinstituut ROA, dat deze cijfers vandaag bekend maakte, spreekt van groeiende krapte op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit dalende werkloosheid, groei van de vaste contracten en toename van de uurlonen. Het laatste geldt vooral voor mensen met een mbo- of hbo-diploma. (HOP)
Comments are closed.