Campus

Jonge architecten stoten vreselijk hun kop

Voor architect Wiek Röling is het rijke, dichtbevolkte Nederland het ideale proeflaboratorium voor compact en aangenaam wonen. De hoogleraar architectonisch ontwerpen constateert dat geld verdienen het leidende motief is bij de inrichting van Nederland.

Dat maakt innovatief en duurzaam bouwen lastig.

Als Delftse student hoorde hij Gerrit Rietveld vertellen over de praktijk van het architectenvak. ,,Rietveld kwam ons bij wijze van spreken lesgeven terwijl hij net van de bouwvergadering kwam. Als het slecht was gegaan, vertelde hij er een beetje treurig over.” Dat een architect van wereldformaat voor de voeten gelopen werd door ‘schoonheidscommissies, ambtenarij en bureaucratie’ was een schok voor Röling.

Zo’n veertig jaar later praat hij zelf openhartig over de praktijk. Het vak is veranderd: architecten hebben steeds minder controle over het eindresultaat. ,,Wat dat betreft is het jammer dat je als bouwkundestudent nu nooit verder komt dan het maken van het voorlopig schetsplan. Terwijl de moeilijkheden pas beginnen als je naar de uitwerking gaat, de detaillering, de constructie.”

Röling vindt dat architecten vaker ‘nee’ moeten zeggen tegen bemoeienis van de opdrachtgever. Hij kent de prijs. ,,In mei en juni ben ik drie keer uitgenodigd voor een opdracht. Die opdrachten zijn uiteindelijk aan mijn neus voorbij gegaan. Ik moest opgeven hoeveel procent van een honorarium ik maximaal eiste, want directievoering, toezicht en aanbesteding vielen buiten de opdracht. Toen heb ik gezegd: ik wil niet alleen maar een ontwerp maken. Dat is voor jullie ook helemaal niet goedkoper, want ik ben degene die op de hoogte is. En dan zeggen ze: dan gaan we naar een ander.”

,,Opdrachtgevers denken dat het goedkoper is om even dat tekeningetje bij de schoonheidscommissie goedgekeurd te krijgen. De rest kan een aannemer doen, of een bouwtechnisch bureau. Voor sommige mensen is het financieel zeer aantrekkelijk om zo te werken. Zoveel mogelijk verdienen op de bouw en zo duur mogelijk verkopen.”

Röling verwijt de politiek de verantwoordelijkheid voor de inrichting van Nederland uit handen te hebben gegeven. ,,De projectontwikkelaar maakt uit hoe de stad wordt.”

Huizenzee

Zou hij in deze tijd nog architect zijn geworden? ,,Architectuur blijft het leukste vak dat er is. Je bent bezig iets te bedenken, te maken – en als je het goed doet, heb je iets wat er mooi uitziet, en waar je andere mensen een groot plezier mee doet. Als ik nu twintig was en niet zou weten wat ik nu weet, zou ik het zeker doen! Bij sommige studenten denk ik: je moest eens weten waar je aan begint. Er zijn er die als een vis in het water in dit neoliberale systeem functioneren, maar ik heb ook het idee dat mensen vreselijk hun kop stoten.”

Röling kan met groot enthousiasme praten over de toekomst. De eindeloze huizenzee van Los Angeles, de stad waar je uren moet rijden om in de natuur te kunnen zijn, is voor hem het voorbeeld hoe het niet moet. Zijn schrikbeeld: Nederland als één grote Vinex-wijk. Zelf experimenteerde hij in Haarlem al met een compactere manier van bouwen. De ‘Hangende tuinen’, waarbij het dak van het ene appartement als terras voor het andere dient, bevallen goed. ,,Je moet mensen verleiden. Een huis met tuin is het ideaal. Stel dat je ook kunt wonen in een huis met een prachtig dakterras, een schitterend uitzicht, vijf minuten van school, tien minuten van het winkelcentrum, een kwartier van een mooi natuurgebied.”

Klompenwijsheid

Architect worden was niet Rölings eerste grote droom. ,,Ik wilde beeldhouwer worden, maar wantrouwde mijn creatieve kracht.” Een modelleerling was hij niet. ,,Ik heb – achteraf tot mijn enorme spijt – op school niet anders gedaan dan wachten op de bel om naar huis te kunnen, om buiten te kunnen spelen. Natuurlijk ongelooflijk onverstandig, want omdat ik niet had opgelet, moest ik vreselijk veel huiswerk maken. De goede kant is dat ik besloot dat als ik ooit onderwijs zou geven, dat zo boeiend mogelijk zou doen. En de vele scholen die ik heb gebouwd, probeerde ik altijd aantrekkelijk te maken. Het is als een tweede huis voor een kind, je bent er zo vaak.”

,,Mijn vader had het idee dat ik sociologie moest studeren, zag er het vak van de toekomst in. Ik heb veel sociologische literatuur gelezen en vond het klompenwijsheid. Dus ik zei: ik vind het een idioot vak, allemaal eieren die dat studeren. Toen zei hij: ‘Wiek, je moet je wel goed realiseren: de revolutie wordt gemaakt door eieren.”

Uiteindelijk koos Röling, aangestoken door enthousiaste verhalen, voor bouwkunde in Delft. ,,Het was zeer interessant, maar naar mijn idee was de studie niet technisch genoeg. Voor mij is de architectuur van de technisch opgeleide architecten, zoals Duiker en Rietveld, de beste. Het mooiste gebouw is het gebouw dat het beste alle functies herbergt, met zo min mogelijk materiaal.”

Ironisch

Als student was Röling medeoprichter van het voor die tijd ongekend kritische architectuurtijdschrift De Delftse School. Een ironische naam, want in de strijd tussen de behoudende Delftse School en de ‘modernistische’ Nieuwe Richting lag zijn voorkeur bij de laatste stroming. Dat was veel hoogleraren een doorn in het oog. ,,Elke redacteur kreeg wel eens het dreigement dat hij van de hogeschool zou worden gestuurd.”

,,We kregen onvoldoende les in het maken van werkelijk moderne gebouwen. Doorgaan met ‘Holland bouwt in bakstenen’ vonden we niks. Het stadhuis van Hengelo symboliseerde alles wat we in die stroming verafschuwden.”

Röling is het modernisme trouw gebleven, maar dan wel een modernisme dat rekening houdt met de wensen, financieringsmogelijkheden en de technische mogelijkheden van dezetijd. ,,Het kale functionalisme uit de tijd van de Bijlmermeer en de Alexanderpolder is voorbij. Maar de mentaliteit van de humane, functionalistische architecten, in de dertiger jaren en vlak na de oorlog, spreekt me meer aan dan de houding van de postmoderne architecten, Hoe briljant ze soms ook zijn. Snelle jongens met diplomatenkoffertjes die de wereld rondvliegen, die wereld vind ik minder boeiend.”

Voor architect Wiek Röling is het rijke, dichtbevolkte Nederland het ideale proeflaboratorium voor compact en aangenaam wonen. De hoogleraar architectonisch ontwerpen constateert dat geld verdienen het leidende motief is bij de inrichting van Nederland. Dat maakt innovatief en duurzaam bouwen lastig.

Als Delftse student hoorde hij Gerrit Rietveld vertellen over de praktijk van het architectenvak. ,,Rietveld kwam ons bij wijze van spreken lesgeven terwijl hij net van de bouwvergadering kwam. Als het slecht was gegaan, vertelde hij er een beetje treurig over.” Dat een architect van wereldformaat voor de voeten gelopen werd door ‘schoonheidscommissies, ambtenarij en bureaucratie’ was een schok voor Röling.

Zo’n veertig jaar later praat hij zelf openhartig over de praktijk. Het vak is veranderd: architecten hebben steeds minder controle over het eindresultaat. ,,Wat dat betreft is het jammer dat je als bouwkundestudent nu nooit verder komt dan het maken van het voorlopig schetsplan. Terwijl de moeilijkheden pas beginnen als je naar de uitwerking gaat, de detaillering, de constructie.”

Röling vindt dat architecten vaker ‘nee’ moeten zeggen tegen bemoeienis van de opdrachtgever. Hij kent de prijs. ,,In mei en juni ben ik drie keer uitgenodigd voor een opdracht. Die opdrachten zijn uiteindelijk aan mijn neus voorbij gegaan. Ik moest opgeven hoeveel procent van een honorarium ik maximaal eiste, want directievoering, toezicht en aanbesteding vielen buiten de opdracht. Toen heb ik gezegd: ik wil niet alleen maar een ontwerp maken. Dat is voor jullie ook helemaal niet goedkoper, want ik ben degene die op de hoogte is. En dan zeggen ze: dan gaan we naar een ander.”

,,Opdrachtgevers denken dat het goedkoper is om even dat tekeningetje bij de schoonheidscommissie goedgekeurd te krijgen. De rest kan een aannemer doen, of een bouwtechnisch bureau. Voor sommige mensen is het financieel zeer aantrekkelijk om zo te werken. Zoveel mogelijk verdienen op de bouw en zo duur mogelijk verkopen.”

Röling verwijt de politiek de verantwoordelijkheid voor de inrichting van Nederland uit handen te hebben gegeven. ,,De projectontwikkelaar maakt uit hoe de stad wordt.”

Huizenzee

Zou hij in deze tijd nog architect zijn geworden? ,,Architectuur blijft het leukste vak dat er is. Je bent bezig iets te bedenken, te maken – en als je het goed doet, heb je iets wat er mooi uitziet, en waar je andere mensen een groot plezier mee doet. Als ik nu twintig was en niet zou weten wat ik nu weet, zou ik het zeker doen! Bij sommige studenten denk ik: je moest eens weten waar je aan begint. Er zijn er die als een vis in het water in dit neoliberale systeem functioneren, maar ik heb ook het idee dat mensen vreselijk hun kop stoten.”

Röling kan met groot enthousiasme praten over de toekomst. De eindeloze huizenzee van Los Angeles, de stad waar je uren moet rijden om in de natuur te kunnen zijn, is voor hem het voorbeeld hoe het niet moet. Zijn schrikbeeld: Nederland als één grote Vinex-wijk. Zelf experimenteerde hij in Haarlem al met een compactere manier van bouwen. De ‘Hangende tuinen’, waarbij het dak van het ene appartement als terras voor het andere dient, bevallen goed. ,,Je moet mensen verleiden. Een huis met tuin is het ideaal. Stel dat je ook kunt wonen in een huis met een prachtig dakterras, een schitterend uitzicht, vijf minuten van school, tien minuten van het winkelcentrum, een kwartier van een mooi natuurgebied.”

Klompenwijsheid

Architect worden was niet Rölings eerste grote droom. ,,Ik wilde beeldhouwer worden, maar wantrouwde mijn creatieve kracht.” Een modelleerling was hij niet. ,,Ik heb – achteraf tot mijn enorme spijt – op school niet anders gedaan dan wachten op de bel om naar huis te kunnen, om buiten te kunnen spelen. Natuurlijk ongelooflijk onverstandig, want omdat ik niet had opgelet, moest ik vreselijk veel huiswerk maken. De goede kant is dat ik besloot dat als ik ooit onderwijs zou geven, dat zo boeiend mogelijk zou doen. En de vele scholen die ik heb gebouwd, probeerde ik altijd aantrekkelijk te maken. Het is als een tweede huis voor een kind, je bent er zo vaak.”

,,Mijn vader had het idee dat ik sociologie moest studeren, zag er het vak van de toekomst in. Ik heb veel sociologische literatuur gelezen en vond het klompenwijsheid. Dus ik zei: ik vind het een idioot vak, allemaal eieren die dat studeren. Toen zei hij: ‘Wiek, je moet je wel goed realiseren: de revolutie wordt gemaakt door eieren.”

Uiteindelijk koos Röling, aangestoken door enthousiaste verhalen, voor bouwkunde in Delft. ,,Het was zeer interessant, maar naar mijn idee was de studie niet technisch genoeg. Voor mij is de architectuur van de technisch opgeleide architecten, zoals Duiker en Rietveld, de beste. Het mooiste gebouw is het gebouw dat het beste alle functies herbergt, met zo min mogelijk materiaal.”

Ironisch

Als student was Röling medeoprichter van het voor die tijd ongekend kritische architectuurtijdschrift De Delftse School. Een ironische naam, want in de strijd tussen de behoudende Delftse School en de ‘modernistische’ Nieuwe Richting lag zijn voorkeur bij de laatste stroming. Dat was veel hoogleraren een doorn in het oog. ,,Elke redacteur kreeg wel eens het dreigement dat hij van de hogeschool zou worden gestuurd.”

,,We kregen onvoldoende les in het maken van werkelijk moderne gebouwen. Doorgaan met ‘Holland bouwt in bakstenen’ vonden we niks. Het stadhuis van Hengelo symboliseerde alles wat we in die stroming verafschuwden.”

Röling is het modernisme trouw gebleven, maar dan wel een modernisme dat rekening houdt met de wensen, financieringsmogelijkheden en de technische mogelijkheden van dezetijd. ,,Het kale functionalisme uit de tijd van de Bijlmermeer en de Alexanderpolder is voorbij. Maar de mentaliteit van de humane, functionalistische architecten, in de dertiger jaren en vlak na de oorlog, spreekt me meer aan dan de houding van de postmoderne architecten, Hoe briljant ze soms ook zijn. Snelle jongens met diplomatenkoffertjes die de wereld rondvliegen, die wereld vind ik minder boeiend.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.