Student bouwkunde Dorieke van Steeg was twee jaar lang voorzitter van de Stylos-commissie die de restauratie van het dienstbodenhuisje ‘De Koepel’ in Hilversum volbracht.
Voor de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden bivakkeerde Van Steeg c.s enkele maanden op het paviljoen Zonnestraal. Ze vertelt over die éne nachtmerrie en wat wel goed ging. ,,We hebben geluk gehad. Omdat we belangeloos werkten gingen deuren open die voor anderen zeker dicht waren gebleven. Als je bedenkt dat bij de gemeente Hilversum en de Rijksdienst voor Monumentenzorg sommige verordeningen zes maanden ter inzage moeten liggen, dan begrijp je de bureaucratie. Maar enthousiasme wordt beloond.”
,,Restauratie trok me altijd al”, begint Van Steeg. ,,Stylos had twee jaar geleden een aantal leuke projecten waarvoor ze mensen zochten, maar dit was voor mij de meest interessante.” Ze vervolgt: ,,Maar je verkijkt je op de duur van het project; we zijn al twee jaar bezig en moeten nu nog een publicatie maken.”
De restauratie van het dienstbodenhuis ‘De Koepel’ heeft een voorbeeldfunctie voor de verdere restauratie van Zonnestraal én zogenoemde ‘jonge monumenten’, volgens Van Steeg. ,,Jonge monumenten zijn geen bakstenen forten met muren van drie meter, het zijn de voorlopers van de huidige bouwmethode, maar met alle beginfouten. Ze staan nog niet op de monumentenlijst, maar daar is DOCOMOMO wel mee bezig.”
DOCOMOMO (Documentation and Conservation of Modern Monuments) is een internationale organisatie die in een groot aantal landen onderzoekt welke jonge monumenten voor behoud in aanmerking komen. Tegelijkertijd wisselt de organisatie ervaringen uit tussen de landen en geeft advies. Van Steeg: ,,Er zijn ontzettend veel gebouwen die de tand des tijds niet hebben doorstaan maar wel interessant zijn om te restaureren. Een goede keus maken is belangrijk. Als commissie hebben wij de keus gemaakt om het dienstbodenhuis aan te pakken, omdat dat nogal wat aspecten uit de huidige bouwwereld in zich heeft. Zonnestraal heeft, en dus Duiker en Bijvoet, een ontzettende impuls gegeven aan de architectuur.”
,,Belangrijk was dat de functie nu de vorm van het gebouw bepaalde. Het sociale karakter van Zonnestraal uit zich niet alleen in de ontstaansgeschiedenis maar ook in de bouwwijze en in het gebruik van beton, staal en glas.” Het sanatorium was bestemd voor de diamantbewerkers en hun familie die aan TBC leden. Het project werd betaald uit het zogeheten Koperen-Stelenfonds van Jan van Zutphen.
Ruzies
Het is de bedoeling dat het gehele complex in de bossen van Hilversum wordt gerenoveerd, maar dat geeft heel wat meer problemen dan bij ‘De Koepel’ het geval was. ,,Het complex iserg groot en een nieuwe functie als revalidatiecentrum is erg moeilijk te realiseren. De wooneisen ten aanzien van sanitair, verwarming en ventilatie zijn nu totaal verschillend aan die van vroeger”, aldus Van Steeg. De 6000 m2 die de restauratie beslaat wordt ontworpen door de architecten De Jonge en Henket (hoogleraar aan de TU in Eindhoven). De opdracht wordt uitgevoerd in opdracht van de stichting ‘Het Loosdrechtse Bos’. Tweederde van het totale vloeroppervlak is nieuwbouw.
De Stylos-commissie begon het eerste jaar rustig aan de restauratie. ,,In onze vrije tijd en vooral in de weekeinden deden we opnames van het gebouw. Ruzies bleven uit. We waren de voorbeeldigste groep van het lustrum. Andere commissies waren aan het stressen, maar dat kwam bij ons pas de laatste vier maanden.”
Vanaf februari 1995 werd met de daadwerkelijke bouw begonnen. ,,We sliepen in Hilversum in één van de barakken. Elke ochtend met twintig man om kwart over zes opstaan en doorgaan tot een uurtje of vier. De studenten die ons hielpen, waren dan vrij maar wij als commissie moesten nog doorgaan om de planning te maken en om andere zaken door te spreken.”
,,Tijdens de zomermaanden hebben we nog een tropenrooster ingesteld maar dat werkte niet. Er werd een beetje gevoetbald tussen de middag. Na een week zijn we maar weer op het oude systeem overgestapt. We hadden wel later kunnen opstaan maar de bouwvakkers die ons soms hielpen, stonden al om zeven uur op de stoep. Bovendien is dankzij dit strakke ritme de bouw gestaag doorgegaan.”
Fouten
Vooral de vloer in het gebouw heeft de commissie slapeloze nachten bezorgd, vertelt Van Steeg. ,,Eerst moest de dekvloer eraf gehaald worden met van die trilhamers, waarna er een dun vloerverwarmingspakket inkwam. Maar de anhydriet-vloer die er overheen werd gegoten bleek nog niet helemaal gedroogd na de voorgeschreven droogtijd, waardoor de coating weer niet voldoende hechtte – en het hele zaakje er weer uit moest. Uiteindelijk heeft Sigma Coatings een week voor de opening een mooie vloer gelegd.”
,,Veel fouten zijn te wijten aan communicatiefouten. Komt er bijvoorbeeld een vrachtwagen met isolatie-platen aanrijden maar zijn de afmetingen verkeerd. Dat zijn natuurlijk gigantische kosten: een vrachtwagen huren, een hele partij uit het magazijn laten komen, die weer terugsturen en maar weer een nieuwe partij laten komen.”
Dat sloop niet altijd nodig is, heeft de commissie bewezen door de 48 puien van ‘De Koepel’ niet te vervangen maar te hergebruiken. Alle stalen delen werden van het betonskelet gehaald en grondig geïnspecteerd. ,,De houtvezelplaten die tegen de panelen zaten waren zeiknat. Helemaal doorweekt.” Nadat de stalen puien waren ontdaan van stopverf en glas werden ze naar een staalbedrijf gebracht. Het vervangen van enkele onderdorpels was noodzakelijk, maar de rest bleek intact. Na zandstralen en schooperen (een vorm van verzinken) werden de puien in de oorspronkelijke kleuren geschilderd en teruggeplaatst in het dienstbodenhuis.
Affaire
Dat Zonnestraal over een verleden beschikt, merkte Van Steeg al snel: ,,Elk weekend kwamen er wel mensen op bezoek die één of andere band hadden met het sanatorium. Er kwamen oude verpleegsters, mensen die van hun TBC hersteld waren en ook oude architecten die Duiker bewonderden. Zonnestraal heeft een bewogen geschiedenis. Er kwam hier een tweetal oudere mensen die elkaar in het centrum hadden ontmoet. Zij was verpleegster en hij patiënt. Nadat ze betrapt waren op het hand in hand lopen werden ze beiden ontslagen. Uiteindelijk zijn ze met elkaar getrouwd. In die tijd was het onmogelijk dat er een affaire bestond tussen personeel en patinten.”
Van Steeg vindt dat ze veel heeft opgestoken van de restauratie: ,,Het project had veel meer te bieden dan een stage. Nu hebben we alles in eigen handen gehad. We zijn begeleid door professor Van Stigt, die ons veel zelf liet doen, ons overal van liet proeven. Vanaf initiatief tot oplevering is alles door ons gedaan. Voor de functie van bezoekerscentrum hebben we het interieur uitgekozen en er is een exploitatiestichting opgericht. Wat rest is een beheerder van ‘De Koepel’. Die moeten we nog vinden.”
Het drukke leventje in Hilversum heeft wel sporen nagelaten in Delft. ,,Ik hield in het weekend contact met vrienden. Door de week had ik geen tijd om daar iets aan te doen. M’n kamer heb ik niet in onderhuur gedaan, zo erg was het nou ook weer niet. Maar je leert Delft wel waarderen als je uit de donkere bossen komt. We hebben er een regelmatig leven geleid en zijn na de oplevering met z’n allen op vakantie gegaan. In de bouwvak natuurlijk.”
Figuur 1 Dorieke van Steeg: ,,Zonnestraal heeft een bewogen geschiedenis”
Student bouwkunde Dorieke van Steeg was twee jaar lang voorzitter van de Stylos-commissie die de restauratie van het dienstbodenhuisje ‘De Koepel’ in Hilversum volbracht. Voor de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden bivakkeerde Van Steeg c.s enkele maanden op het paviljoen Zonnestraal. Ze vertelt over die éne nachtmerrie en wat wel goed ging. ,,We hebben geluk gehad. Omdat we belangeloos werkten gingen deuren open die voor anderen zeker dicht waren gebleven. Als je bedenkt dat bij de gemeente Hilversum en de Rijksdienst voor Monumentenzorg sommige verordeningen zes maanden ter inzage moeten liggen, dan begrijp je de bureaucratie. Maar enthousiasme wordt beloond.”
,,Restauratie trok me altijd al”, begint Van Steeg. ,,Stylos had twee jaar geleden een aantal leuke projecten waarvoor ze mensen zochten, maar dit was voor mij de meest interessante.” Ze vervolgt: ,,Maar je verkijkt je op de duur van het project; we zijn al twee jaar bezig en moeten nu nog een publicatie maken.”
De restauratie van het dienstbodenhuis ‘De Koepel’ heeft een voorbeeldfunctie voor de verdere restauratie van Zonnestraal én zogenoemde ‘jonge monumenten’, volgens Van Steeg. ,,Jonge monumenten zijn geen bakstenen forten met muren van drie meter, het zijn de voorlopers van de huidige bouwmethode, maar met alle beginfouten. Ze staan nog niet op de monumentenlijst, maar daar is DOCOMOMO wel mee bezig.”
DOCOMOMO (Documentation and Conservation of Modern Monuments) is een internationale organisatie die in een groot aantal landen onderzoekt welke jonge monumenten voor behoud in aanmerking komen. Tegelijkertijd wisselt de organisatie ervaringen uit tussen de landen en geeft advies. Van Steeg: ,,Er zijn ontzettend veel gebouwen die de tand des tijds niet hebben doorstaan maar wel interessant zijn om te restaureren. Een goede keus maken is belangrijk. Als commissie hebben wij de keus gemaakt om het dienstbodenhuis aan te pakken, omdat dat nogal wat aspecten uit de huidige bouwwereld in zich heeft. Zonnestraal heeft, en dus Duiker en Bijvoet, een ontzettende impuls gegeven aan de architectuur.”
,,Belangrijk was dat de functie nu de vorm van het gebouw bepaalde. Het sociale karakter van Zonnestraal uit zich niet alleen in de ontstaansgeschiedenis maar ook in de bouwwijze en in het gebruik van beton, staal en glas.” Het sanatorium was bestemd voor de diamantbewerkers en hun familie die aan TBC leden. Het project werd betaald uit het zogeheten Koperen-Stelenfonds van Jan van Zutphen.
Ruzies
Het is de bedoeling dat het gehele complex in de bossen van Hilversum wordt gerenoveerd, maar dat geeft heel wat meer problemen dan bij ‘De Koepel’ het geval was. ,,Het complex iserg groot en een nieuwe functie als revalidatiecentrum is erg moeilijk te realiseren. De wooneisen ten aanzien van sanitair, verwarming en ventilatie zijn nu totaal verschillend aan die van vroeger”, aldus Van Steeg. De 6000 m2 die de restauratie beslaat wordt ontworpen door de architecten De Jonge en Henket (hoogleraar aan de TU in Eindhoven). De opdracht wordt uitgevoerd in opdracht van de stichting ‘Het Loosdrechtse Bos’. Tweederde van het totale vloeroppervlak is nieuwbouw.
De Stylos-commissie begon het eerste jaar rustig aan de restauratie. ,,In onze vrije tijd en vooral in de weekeinden deden we opnames van het gebouw. Ruzies bleven uit. We waren de voorbeeldigste groep van het lustrum. Andere commissies waren aan het stressen, maar dat kwam bij ons pas de laatste vier maanden.”
Vanaf februari 1995 werd met de daadwerkelijke bouw begonnen. ,,We sliepen in Hilversum in één van de barakken. Elke ochtend met twintig man om kwart over zes opstaan en doorgaan tot een uurtje of vier. De studenten die ons hielpen, waren dan vrij maar wij als commissie moesten nog doorgaan om de planning te maken en om andere zaken door te spreken.”
,,Tijdens de zomermaanden hebben we nog een tropenrooster ingesteld maar dat werkte niet. Er werd een beetje gevoetbald tussen de middag. Na een week zijn we maar weer op het oude systeem overgestapt. We hadden wel later kunnen opstaan maar de bouwvakkers die ons soms hielpen, stonden al om zeven uur op de stoep. Bovendien is dankzij dit strakke ritme de bouw gestaag doorgegaan.”
Fouten
Vooral de vloer in het gebouw heeft de commissie slapeloze nachten bezorgd, vertelt Van Steeg. ,,Eerst moest de dekvloer eraf gehaald worden met van die trilhamers, waarna er een dun vloerverwarmingspakket inkwam. Maar de anhydriet-vloer die er overheen werd gegoten bleek nog niet helemaal gedroogd na de voorgeschreven droogtijd, waardoor de coating weer niet voldoende hechtte – en het hele zaakje er weer uit moest. Uiteindelijk heeft Sigma Coatings een week voor de opening een mooie vloer gelegd.”
,,Veel fouten zijn te wijten aan communicatiefouten. Komt er bijvoorbeeld een vrachtwagen met isolatie-platen aanrijden maar zijn de afmetingen verkeerd. Dat zijn natuurlijk gigantische kosten: een vrachtwagen huren, een hele partij uit het magazijn laten komen, die weer terugsturen en maar weer een nieuwe partij laten komen.”
Dat sloop niet altijd nodig is, heeft de commissie bewezen door de 48 puien van ‘De Koepel’ niet te vervangen maar te hergebruiken. Alle stalen delen werden van het betonskelet gehaald en grondig geïnspecteerd. ,,De houtvezelplaten die tegen de panelen zaten waren zeiknat. Helemaal doorweekt.” Nadat de stalen puien waren ontdaan van stopverf en glas werden ze naar een staalbedrijf gebracht. Het vervangen van enkele onderdorpels was noodzakelijk, maar de rest bleek intact. Na zandstralen en schooperen (een vorm van verzinken) werden de puien in de oorspronkelijke kleuren geschilderd en teruggeplaatst in het dienstbodenhuis.
Affaire
Dat Zonnestraal over een verleden beschikt, merkte Van Steeg al snel: ,,Elk weekend kwamen er wel mensen op bezoek die één of andere band hadden met het sanatorium. Er kwamen oude verpleegsters, mensen die van hun TBC hersteld waren en ook oude architecten die Duiker bewonderden. Zonnestraal heeft een bewogen geschiedenis. Er kwam hier een tweetal oudere mensen die elkaar in het centrum hadden ontmoet. Zij was verpleegster en hij patiënt. Nadat ze betrapt waren op het hand in hand lopen werden ze beiden ontslagen. Uiteindelijk zijn ze met elkaar getrouwd. In die tijd was het onmogelijk dat er een affaire bestond tussen personeel en patinten.”
Van Steeg vindt dat ze veel heeft opgestoken van de restauratie: ,,Het project had veel meer te bieden dan een stage. Nu hebben we alles in eigen handen gehad. We zijn begeleid door professor Van Stigt, die ons veel zelf liet doen, ons overal van liet proeven. Vanaf initiatief tot oplevering is alles door ons gedaan. Voor de functie van bezoekerscentrum hebben we het interieur uitgekozen en er is een exploitatiestichting opgericht. Wat rest is een beheerder van ‘De Koepel’. Die moeten we nog vinden.”
Het drukke leventje in Hilversum heeft wel sporen nagelaten in Delft. ,,Ik hield in het weekend contact met vrienden. Door de week had ik geen tijd om daar iets aan te doen. M’n kamer heb ik niet in onderhuur gedaan, zo erg was het nou ook weer niet. Maar je leert Delft wel waarderen als je uit de donkere bossen komt. We hebben er een regelmatig leven geleid en zijn na de oplevering met z’n allen op vakantie gegaan. In de bouwvak natuurlijk.”
Figuur 1 Dorieke van Steeg: ,,Zonnestraal heeft een bewogen geschiedenis”
Comments are closed.