Onderwijs

James Bond achter de computer

Peter Kornelisse kraakt computers en krijgt daar nog voor betaald ook. Hij is een zogeheten ethical hacker voor adviseursbureau KPMG. Zodat echte hackers geen kans meer maken.

Af en toe voelt Peter Kornelisse zich een soort James Bond achter de computer. Als hij tot diep in de nacht probeert in te breken in computersystemen van belangrijke klanten bijvoorbeeld. Hackers met slechte bedoelingen probeert hij te slim af te zijn. Met een dampende beker koffie naast zijn computerscherm tikt hij driftig op zijn toetsenbord. “Het is spannend werk. We breken legaal in op computers, dat is natuurlijk als computerkenner erg interessant. De techniek verbetert, veiligheidsmaatregelen verscherpen, maar toch zetten we alles op alles om codes te kraken.”

Kornelisse werkt regelmatig ’s nachts, omdat de klanten er dan het minste last van hebben. Als hij de beveiliging van een internetpagina kraakt, moet de website niet te lang uit de lucht zijn. “Doordat je ’s nachts werkt en ergens probeert in te breken, krijgt het vak natuurlijk wel een kwajongensachtige sfeer.”
Waterdicht

Veel details kan Kornelisse niet vertellen. Stel je voor dat hij vertelt dat de beveiliging van internetbankieren van een grote bank niet waterdicht is. “Bij het koffiezetapparaat houden we er daarom ook altijd onze mond over. Daar praten we over koetjes en kalfjes. Heel Nederland is in rep en roer als een usb-stick met geheime informatie wordt gevonden. Als wij hier niet alles geheim houden, is dat voor bedrijven natuurlijk niet handig.”

Toch heeft hij wel een paar sterke verhalen. Zo brak zijn team ooit van binnenuit in bij een grote onderwijsinstelling. Maar de beveiliging kreeg hen in de smiezen en stond opeens achter ze. “We werden letterlijk in de kraag gegrepen. We hadden een brief bij ons van het college van bestuur, maar dat mocht niet baten. Ze hebben ons een uur vastgehouden.”

Voor een Amsterdamse klant onderzochten Kornelisse en zijn collega’s de sociale omgeving. Ze besloten niet alleen ’s nachts van achter hun bureau de beveiliging te kraken. Met een paar man liepen ze zo ongezien het pand binnen. “Als je doorloopt alsof je er hoort en niet om je heen kijkt, kom je bij veel bedrijven nog steeds zo langs de receptie. We hadden kleine camera’s bij ons en hebben uitgebreid foto’s gemaakt. Dat was wel even schrikken voor de klant. Maar daarna kon hij de beveiliging natuurlijk aanscherpen. Wij zorgen er op deze manier voor dat mensen die iets slechts in de zin hebben niet meer binnen komen.”
Spelletjes

Vanaf het moment dat de computer zijn intrede deed in Nederland, was Kornelisse verkocht. “Toen ik in 5-vwo zat, kwam er een Apple op school. Mede dankzij mijn lobby. Dat was een grote gebeurtenis. Je had nog bijna nergens computers, iets wat nu misschien moeilijk is voor te stellen.” Met die Apple was het voor Kornelisse liefde op het eerste gezicht. “Ik ben meteen de programmeerboeken in gedoken, zodat ik met het computerprogramma Basic uit de voeten kon.”

Op zijn zeventiende programmeerde Kornelisse zijn eigen spelletjes. “Het eerste spelletje dat ik maakte was tennis. Ik programmeerde twee schijfjes die van links naar rechts gingen en een balletje. Je zag meteen het resultaat, dat vond ik schitterend. In de krant las ik een artikel over nieuwe beroepen, daar zat ook informatica in Delft bij. Daar hoefde ik dus niet lang over na te denken.”

Wie tegenwoordig een kijkje neemt bij de opleiding informatica, ziet flatscreens, laptops en Blackberry-internettelefoons. Begin jaren tachtig was dat wel anders. In de computerzaal van de TU Delft stonden logge beeldschermen, die verbonden waren met een enorme computer die een grote kamer in beslag nam. “Als je toen programmeerde moest het bij je zesde poging kloppen, anders werd het te duur. Daar heb ik heel zorgvuldig van leren werken. Nu is er veel meer opslagcapaciteit en mag je meer fouten maken, maar die zorgvuldigheid koester ik nog steeds. Eerst goed nadenken voordat je iets doet is waardevol, omdat het je in een vroeger stadium al voor fouten behoedt.”

Alles dat met computers te maken had, kwam eind jaren tachtig in een stroomversnelling. “Daarvan werd ik me bewust toen ik naar de Verenigde Staten ging voor mijn afstudeeropdracht. Ik mailde met familie en vrienden in Nederland. Eerst duurde het een halve dag voordat mijn berichten aankwamen. Maar toen ik een paar maanden later terugkeerde naar Delft, duurde het nog maar een uur. Dat vond ik toen heel spectaculair.”

Als student was Kornelisse geen die hard programmeur. “Ik vond de techniek interessant, maar presenteren vond ik ook ontzettend leuk, net als samenwerken in groepen. Ik was zeker niet de grootste nerd van Delft. Ik kijk met veel plezier terug op de vakken die ik bij de toenmalige faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen volgde. Daar leerde ik goed presenteren en dat is van essentieel belang geweest voor mijn latere loopbaan.”
Inbreken

Bij KPMG, waar Kornelisse solliciteerde omdat een vriendin van hem er werkte, werd direct een beroep gedaan op zijn sociale vaardigheden. “Je hebt bij dit werk veel contacten met klanten. Die komen langs met een probleem en ik moet ze vertellen of we dat probleem kunnen onderzoeken of oplossen. Daarvoor moet je goed kunnen luisteren. Het moet je aanspreken om veel te praten. Ik werk op dit moment aan vijfentwintig projecten tegelijkertijd. Dan moet je alles op een rijtje hebben, veel met klanten overleggen en de techniek goed kunnen uitleggen.”

Als Kornelisse nieuwe mensen aanneemt, let hij goed op persoonlijke vaardigheden. “Hoe gemakkelijk praat iemand over zijn of haar drijfveren? Iemand die vandaag wordt aangenomen, zit morgen al bij een klant. Mensen met oogkleppen op, die alleen maar achter hun pc zitten, zoeken we hier niet. Ook al ben je technisch nog zo goed onderlegd, die kandidaten krijgen geheid moeilijkheden.”

Studenten die zich tijdens hun studie schuldig hebben gemaakt aan hacken en denken zo te laten zien wat ze kunnen, komen bedrogen uit volgens Kornelisse. “Als studenten ergens hebben ingebroken, zijn ze bij ons niet welkom. Dan zijn ze strafbaar. Wij doen hier niets illegaals. Als ze de kennis en vaardigheden hebben om ergens in te breken, maar dat nog nooit hebben gedaan, kunnen ze bij ons aan de slag. Anders niet. Wij doen alles legaal met toestemming van de klant.”

De fascinatie voor computers is gebleven. “Op dit moment wordt in de kamer hiernaast gehackt. Dat vind ik nog steeds spannend. Ik houd ook de laatste techniek bij. Van Rfid en de laatste draadloze netwerken tot Blackberry-internettelefoons. Wij beoordelen vaak als eerste of deze dingen veilig zijn.”

In het kantoor van Kornelisse is de fascinatie voor oude techniek ook te zien. Waar je een bank zou verwachten, staan vier computers op rij, die als kruk gebruikt kunnen worden. Het is een soort computerkerkhof met een Macintosh SE30, een van de eerste die werd gemaakt, en een AS/400 van IBM, die nog werkt met de oude 5 1/4 inch floppy’s. “Dit zijn de computers waarop ik het programmeren heb geleerd. Ik kan ze niet weggooien. Dit is nostalgie. Ik ben meegegroeid van die oude Macintosh naar een Blackberry. En ik heb bovenop de laatste ontwikkelingen gezeten. Dit werk blijft me zo fascineren, dat ik er graag ’s nachts voor opblijf.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Naam: Ir. Peter Kornelisse

Leeftijd: 41 Jaar

Woonplaats: Amsterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Samenwonend

Studie: Informatica

Afstudeerrichting: Informatiesystemen en onderwijssystemen

Afgestudeerd: 1989

Loopbaan: In maart 1989 ging Peter Kornelisse aan de slag bij KPMG. Sinds 2002 is hij directeur en verantwoordelijk voor alle dienstverleningen van de ict-service.

Af en toe voelt Peter Kornelisse zich een soort James Bond achter de computer. Als hij tot diep in de nacht probeert in te breken in computersystemen van belangrijke klanten bijvoorbeeld. Hackers met slechte bedoelingen probeert hij te slim af te zijn. Met een dampende beker koffie naast zijn computerscherm tikt hij driftig op zijn toetsenbord. “Het is spannend werk. We breken legaal in op computers, dat is natuurlijk als computerkenner erg interessant. De techniek verbetert, veiligheidsmaatregelen verscherpen, maar toch zetten we alles op alles om codes te kraken.”

Kornelisse werkt regelmatig ’s nachts, omdat de klanten er dan het minste last van hebben. Als hij de beveiliging van een internetpagina kraakt, moet de website niet te lang uit de lucht zijn. “Doordat je ’s nachts werkt en ergens probeert in te breken, krijgt het vak natuurlijk wel een kwajongensachtige sfeer.”
Waterdicht

Veel details kan Kornelisse niet vertellen. Stel je voor dat hij vertelt dat de beveiliging van internetbankieren van een grote bank niet waterdicht is. “Bij het koffiezetapparaat houden we er daarom ook altijd onze mond over. Daar praten we over koetjes en kalfjes. Heel Nederland is in rep en roer als een usb-stick met geheime informatie wordt gevonden. Als wij hier niet alles geheim houden, is dat voor bedrijven natuurlijk niet handig.”

Toch heeft hij wel een paar sterke verhalen. Zo brak zijn team ooit van binnenuit in bij een grote onderwijsinstelling. Maar de beveiliging kreeg hen in de smiezen en stond opeens achter ze. “We werden letterlijk in de kraag gegrepen. We hadden een brief bij ons van het college van bestuur, maar dat mocht niet baten. Ze hebben ons een uur vastgehouden.”

Voor een Amsterdamse klant onderzochten Kornelisse en zijn collega’s de sociale omgeving. Ze besloten niet alleen ’s nachts van achter hun bureau de beveiliging te kraken. Met een paar man liepen ze zo ongezien het pand binnen. “Als je doorloopt alsof je er hoort en niet om je heen kijkt, kom je bij veel bedrijven nog steeds zo langs de receptie. We hadden kleine camera’s bij ons en hebben uitgebreid foto’s gemaakt. Dat was wel even schrikken voor de klant. Maar daarna kon hij de beveiliging natuurlijk aanscherpen. Wij zorgen er op deze manier voor dat mensen die iets slechts in de zin hebben niet meer binnen komen.”
Spelletjes

Vanaf het moment dat de computer zijn intrede deed in Nederland, was Kornelisse verkocht. “Toen ik in 5-vwo zat, kwam er een Apple op school. Mede dankzij mijn lobby. Dat was een grote gebeurtenis. Je had nog bijna nergens computers, iets wat nu misschien moeilijk is voor te stellen.” Met die Apple was het voor Kornelisse liefde op het eerste gezicht. “Ik ben meteen de programmeerboeken in gedoken, zodat ik met het computerprogramma Basic uit de voeten kon.”

Op zijn zeventiende programmeerde Kornelisse zijn eigen spelletjes. “Het eerste spelletje dat ik maakte was tennis. Ik programmeerde twee schijfjes die van links naar rechts gingen en een balletje. Je zag meteen het resultaat, dat vond ik schitterend. In de krant las ik een artikel over nieuwe beroepen, daar zat ook informatica in Delft bij. Daar hoefde ik dus niet lang over na te denken.”

Wie tegenwoordig een kijkje neemt bij de opleiding informatica, ziet flatscreens, laptops en Blackberry-internettelefoons. Begin jaren tachtig was dat wel anders. In de computerzaal van de TU Delft stonden logge beeldschermen, die verbonden waren met een enorme computer die een grote kamer in beslag nam. “Als je toen programmeerde moest het bij je zesde poging kloppen, anders werd het te duur. Daar heb ik heel zorgvuldig van leren werken. Nu is er veel meer opslagcapaciteit en mag je meer fouten maken, maar die zorgvuldigheid koester ik nog steeds. Eerst goed nadenken voordat je iets doet is waardevol, omdat het je in een vroeger stadium al voor fouten behoedt.”

Alles dat met computers te maken had, kwam eind jaren tachtig in een stroomversnelling. “Daarvan werd ik me bewust toen ik naar de Verenigde Staten ging voor mijn afstudeeropdracht. Ik mailde met familie en vrienden in Nederland. Eerst duurde het een halve dag voordat mijn berichten aankwamen. Maar toen ik een paar maanden later terugkeerde naar Delft, duurde het nog maar een uur. Dat vond ik toen heel spectaculair.”

Als student was Kornelisse geen die hard programmeur. “Ik vond de techniek interessant, maar presenteren vond ik ook ontzettend leuk, net als samenwerken in groepen. Ik was zeker niet de grootste nerd van Delft. Ik kijk met veel plezier terug op de vakken die ik bij de toenmalige faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen volgde. Daar leerde ik goed presenteren en dat is van essentieel belang geweest voor mijn latere loopbaan.”
Inbreken

Bij KPMG, waar Kornelisse solliciteerde omdat een vriendin van hem er werkte, werd direct een beroep gedaan op zijn sociale vaardigheden. “Je hebt bij dit werk veel contacten met klanten. Die komen langs met een probleem en ik moet ze vertellen of we dat probleem kunnen onderzoeken of oplossen. Daarvoor moet je goed kunnen luisteren. Het moet je aanspreken om veel te praten. Ik werk op dit moment aan vijfentwintig projecten tegelijkertijd. Dan moet je alles op een rijtje hebben, veel met klanten overleggen en de techniek goed kunnen uitleggen.”

Als Kornelisse nieuwe mensen aanneemt, let hij goed op persoonlijke vaardigheden. “Hoe gemakkelijk praat iemand over zijn of haar drijfveren? Iemand die vandaag wordt aangenomen, zit morgen al bij een klant. Mensen met oogkleppen op, die alleen maar achter hun pc zitten, zoeken we hier niet. Ook al ben je technisch nog zo goed onderlegd, die kandidaten krijgen geheid moeilijkheden.”

Studenten die zich tijdens hun studie schuldig hebben gemaakt aan hacken en denken zo te laten zien wat ze kunnen, komen bedrogen uit volgens Kornelisse. “Als studenten ergens hebben ingebroken, zijn ze bij ons niet welkom. Dan zijn ze strafbaar. Wij doen hier niets illegaals. Als ze de kennis en vaardigheden hebben om ergens in te breken, maar dat nog nooit hebben gedaan, kunnen ze bij ons aan de slag. Anders niet. Wij doen alles legaal met toestemming van de klant.”

De fascinatie voor computers is gebleven. “Op dit moment wordt in de kamer hiernaast gehackt. Dat vind ik nog steeds spannend. Ik houd ook de laatste techniek bij. Van Rfid en de laatste draadloze netwerken tot Blackberry-internettelefoons. Wij beoordelen vaak als eerste of deze dingen veilig zijn.”

In het kantoor van Kornelisse is de fascinatie voor oude techniek ook te zien. Waar je een bank zou verwachten, staan vier computers op rij, die als kruk gebruikt kunnen worden. Het is een soort computerkerkhof met een Macintosh SE30, een van de eerste die werd gemaakt, en een AS/400 van IBM, die nog werkt met de oude 5 1/4 inch floppy’s. “Dit zijn de computers waarop ik het programmeren heb geleerd. Ik kan ze niet weggooien. Dit is nostalgie. Ik ben meegegroeid van die oude Macintosh naar een Blackberry. En ik heb bovenop de laatste ontwikkelingen gezeten. Dit werk blijft me zo fascineren, dat ik er graag ’s nachts voor opblijf.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Naam: Ir. Peter Kornelisse

Leeftijd: 41 Jaar

Woonplaats: Amsterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Samenwonend

Studie: Informatica

Afstudeerrichting: Informatiesystemen en onderwijssystemen

Afgestudeerd: 1989

Loopbaan: In maart 1989 ging Peter Kornelisse aan de slag bij KPMG. Sinds 2002 is hij directeur en verantwoordelijk voor alle dienstverleningen van de ict-service.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.