Onderwijs

IO-decaan Cees de Bont verlaat TU

IO-decaan Cees de Bont verlaat per 1 februari 2012 de TU Delft. Hij wordt decaan en chair-professor van de School of Design aan de Hong Kong Polytechnic University.


Aan de School of Design in Hong Kong studeren vijftienhonderd studenten, aan IO nu 2200. Hong Kong heeft een grote reputatie wat betreft design, zegt De Bont. “En een grote ambitie naar de toekomst toe: leidend in Azië zijn op dit gebied. Daar wil ik graag deel van uitmaken. Hong Kong is zowel de plek dichtbij waar producten gemaakt worden als waar producten verkocht worden.”



De Bont begon in april 2005 als decaan bij de faculteit Industrieel Ontwerpen. Hij vertrekt halverwege het proces van herijking en zegt daarover: “De lijnen zijn uitgezet, we liggen op schema. We zijn goed bezig als faculteit. Ik heb het idee dat ik een gezonde faculteit achterlaat.”



De decaan zegt het ‘heel goed en verfrissend’ te vinden om iets anders op te pakken. “Juist omdat ik van Delft kom hebben ze mij in Hong Kong willen hebben. Als je decaan van Industrieel Ontwerpen in Delft bent geweest, gaan er veel deuren voor je open. Je kijkt om je heen en krijgt de kans.”



De Bont wil nog wel het werk rondom zijn promovendi afronden en blijft een rol houden in het FES-programma voor de Creatieve Industrie. “Ik wil aangesloten blijven op CRISP (Creative Industry Scientific Programme, red.). Niet meer als voorzitter van de executive board, maar in een andere, nog nader te bepalen rol.


De huidige plaatsvervangend decaan van IO – Daan van Eijk – is vanaf februari interim totdat het college van bestuur een nieuwe decaan benoemt.  

 

De kaart bestaat uit twee magnetische plaatjes ter grootte van een bankpasje met ertussen een strook papier in zigzagvorm waarop twintig aanbiedingen staan. Het gaat dan om korting bij onder meer lokale pizzeria’s, bowlingcentra en broodjeszaken plus landelijke hamburgergiganten, opticiens en bouwmarkten. De korting geldt het hele jaar door.

Initiatiefnemer Holger Breukink (28), masterstudent civiele techniek, is een beetje verbaasd over hoe goed de kaart aanslaat bij studenten én ondernemers. Toch weet hij wel waar het succes in zit. “Er zijn veel studentenpassen, maar vrijwel niemand gebruikt ze. Vaak zijn het initiatieven met een magneetpas met aanbiedingen van enkele landelijke ketens. Vaak geinige aanbiedingen, maar niet echt voor studenten en vaak ook niet zo leuk als lokale ondernemers ze kunnen en willen doen.”

Met de Knaek – een verbastering van de knaak (rijksdaalder) uit het guldentijdperk – wil Breukink aanbiedingen verzorgen ‘die studenten leuk vinden en liefst elke dag kunnen gebruiken’. Als voorbeeld geeft hij een pizzeria die pizza’s bezorgt voor zes euro per stuk. “Dat krijg je nergens voor dat geld.”

Daarnaast is volgens Breukink handig dat je met de Knaek altijd aanbieder en aanbieding bij de hand hebt. “Je hoeft niet eerst op internet iets op te zoeken.” Ook is volgens hem een sterk punt dat de Knaek een mix biedt van landelijke en lokale aanbieders.

Het concept werkt goed, weet Breukink nu, maar bij de start was het doorbijten. “Het was onbekend en daardoor moeilijk om ondernemers te overtuigen.” Inmiddels staan lokale en landelijke aanbieders in de rij om op de Delftse kaart te komen. “We kunnen hier wel drie kaarten vullen.” Ook in Den Haag, Utrecht en Nijmegen, waar de kaart dit jaar zijn debuut maakte, willen ondernemers graag op de Knaek, merkt Breukink. Plek voor meer dan twintig aanbieders is en komt er niet. “Anders wordt hij te dik.”

Ook voor studenten was het wennen. “In het eerste jaar werden er in Delft veel weggegooid. Studenten dachten dat het eenmalige kortingsbonnen waren. Maar als ze eenmaal door hebben hoe het werkt, dan willen ze er alsnog een.” Voor vijf euro zijn ze te koop bij de aanbieders en de site van Knaek. “Nu het loopt, ontstaat aan het begin van het collegejaar, wanneer we ze uitdelen, een soort hype. Studenten zijn benieuwd wat er op de kaart staat.”
Komend studiejaar moet de Knaek landelijk doorbreken. Breukink denkt de kaart dan in tien tot vijftien steden te kunnen uitdelen. Hij is met zijn collega-CiTG-student Aral Voskamp (23) al in onderhandeling met landelijke ketens. Daarnaast werven ongeveer dertig vrijwilligers – twee per stad – lokale aanbieders. Schathemelrijk wordt Breukink ondanks het succes niet. “Daarvoor zijn de marges te smal. We laten de ondernemers de productiekosten van de pas al betalen.” 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.