Medewerkers en studenten moeten meer kunnen meepraten over onderzoek en onderwijs vinden raden, bonden én universitair bestuurders.Dit is de belangrijkste conclusie van de Delftse zelfanalyse van de Modernisering Universitair Bestuur (MUB), de nieuwe bestuursstructuur die vier jaar geleden is ingevoerd.
Bij bestuurders is het eindoordeel over de MUB positief: besluitvorming gaat sneller en is doorzichtiger. De raden erkennen dit, maar zijn sceptisch. Hun inspraak verloopt moeizaam.
,,De werkvloer is buitengesloten”, stelt de ondernemingsraad. Vóór de invoering van de MUB konden medewerkers hun ideeën over onderwijs en onderzoek kwijt via het vakgroepsoverleg en daar is geen goede vervanging voor gekomen. Ook decanen en college erkennen dat het onderdeelcommissies en de ondernemingsraad ontbreekt aan bevoegdheden op dit terrein.
Studentenraad en ondernemingsraad klagen dat zij pas heel laat bij besluiten worden betrokken. ,,Hierdoor wordt de medezeggenschap ‘gedwongen’ een defensieve houding in te nemen”, schrijft de studentenraad in een heldere analyse. Ze moet veel moeite doen om stukken te krijgen en ook de ondernemingsraad zegt veel tijd kwijt te zijn om überhaupt invloed te kunnen uitoefenen. De studentenraad concludeert: ,,De raden zijn te veel aan de wil van de bestuurder overgeleverd. Neemt deze de medezeggenschap niet serieus dan staan zij buitenspel.”
De rol van de groepsraad binnen de universiteit roept bij alle partijen vragen op. De vergadering van het college met de zeven decanen is niet door de wet voorgeschreven, maar blijkt in de praktijk een belangrijke stem te hebben. ,,Decanen en opleidingsdirecteuren voeren geen besluiten uit die nog ‘door de groepsraad’ moeten”, schrijft de studentenraad. ,,Deze alternatieve, niet-democratische vorm van inspraak is een ernstige aantasting van het respect voor het functioneren van de studentenraad.”
Het college van bestuur zegt inderdaad vooral draagvlak voor besluiten te zoeken bij de groepsraad. In haar opinie werkt dit concept goed. De decanen zelf vinden hun invloed echter weinig instrumenteel. Hun opmerkingen worden door het cvb niet verwerkt en ze worden in een laat stadium betrokken bij het overleg.
Medewerkers en studenten moeten meer kunnen meepraten over onderzoek en onderwijs vinden raden, bonden én universitair bestuurders.
Dit is de belangrijkste conclusie van de Delftse zelfanalyse van de Modernisering Universitair Bestuur (MUB), de nieuwe bestuursstructuur die vier jaar geleden is ingevoerd. Bij bestuurders is het eindoordeel over de MUB positief: besluitvorming gaat sneller en is doorzichtiger. De raden erkennen dit, maar zijn sceptisch. Hun inspraak verloopt moeizaam.
,,De werkvloer is buitengesloten”, stelt de ondernemingsraad. Vóór de invoering van de MUB konden medewerkers hun ideeën over onderwijs en onderzoek kwijt via het vakgroepsoverleg en daar is geen goede vervanging voor gekomen. Ook decanen en college erkennen dat het onderdeelcommissies en de ondernemingsraad ontbreekt aan bevoegdheden op dit terrein.
Studentenraad en ondernemingsraad klagen dat zij pas heel laat bij besluiten worden betrokken. ,,Hierdoor wordt de medezeggenschap ‘gedwongen’ een defensieve houding in te nemen”, schrijft de studentenraad in een heldere analyse. Ze moet veel moeite doen om stukken te krijgen en ook de ondernemingsraad zegt veel tijd kwijt te zijn om überhaupt invloed te kunnen uitoefenen. De studentenraad concludeert: ,,De raden zijn te veel aan de wil van de bestuurder overgeleverd. Neemt deze de medezeggenschap niet serieus dan staan zij buitenspel.”
De rol van de groepsraad binnen de universiteit roept bij alle partijen vragen op. De vergadering van het college met de zeven decanen is niet door de wet voorgeschreven, maar blijkt in de praktijk een belangrijke stem te hebben. ,,Decanen en opleidingsdirecteuren voeren geen besluiten uit die nog ‘door de groepsraad’ moeten”, schrijft de studentenraad. ,,Deze alternatieve, niet-democratische vorm van inspraak is een ernstige aantasting van het respect voor het functioneren van de studentenraad.”
Het college van bestuur zegt inderdaad vooral draagvlak voor besluiten te zoeken bij de groepsraad. In haar opinie werkt dit concept goed. De decanen zelf vinden hun invloed echter weinig instrumenteel. Hun opmerkingen worden door het cvb niet verwerkt en ze worden in een laat stadium betrokken bij het overleg.

Comments are closed.