Zeven studenten en docenten van de TU Delft deden deze zomer mee aan een summercourse aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston.
,,Mijn vooroordelen over Amerikanen zijn door deze trip niet gewijzigd.”
,,Een opleiding bij MIT kost dertigduizend dollar, en in Delft is dat geloof ik duizend dollar”, zegt promovendus Hans van Lint. Samen met zes andere studenten en docenten verkeers- en vervoerskunde stak hij deze zomer de oceaan over voor een zomercursus van drie weken in Boston. ,,Dus óf je hebt een rijke papa, óf je hebt een baantje van dertig of veertig uur per week om je studie te betalen. Je kunt je voorstellen dat het sociale leven daar dus heel anders is, veel cleaner.”
MIT heeft een echte campus. ,,Eigenlijk is het een stadje op zich”, aldus Van Lint. De studenten sliepen in tweetallen in een dormatory op de campus. ,,Dat was dik voor mekaar: een gym in de kelder, cola- en ijsautomaten om de hoek. Maar rustig een biertje drinken op het grasveld mag daar niet.”
Aanleiding voor het bezoek aan Boston is een project van drie Europese (Delft, Napels en Athene) en drie Amerikaanse universiteiten (MIT, North Carolina en de North Western University bij Chicago). Doel van het project is de samenwerking tussen Europese en Amerikaanse universiteiten te verbeteren. De Europese Unie en de Amerikaanse overheid financieren het project.
Oppervlakkig
De studenten bestudeerden het gedrag van weggebruikers op intelligente transportsystemen (verkeerslichten, voertuiggeleiding, toegangsdosering). Hoogleraar algemene verkeers- en vervoerskunde prof.dr. Piet Bovy wilde zoveel mogelijk faculteiten bij het project betrekken. ,,Dat is aardig gelukt. De deelnemers waren afkomstig van civiele techniek, werktuigbouw, technische bestuurskunde en onderzoeksinstituut OTB.” Per universiteit deden zes mensen mee.
Het programma bestond uit drie delen. Een week bedrijven bezoeken, een week ‘klassiek’ college volgen en een week praktijkcases uitvoeren. ,,Door de grote hoeveelheid materiaal die er tijdens de colleges werd behandeld, werd het wel oppervlakkig. In twee weken was het goed te doen geweest”, vindt Van Lint.
Docent dynamisch verkeersmanagement Serge Hoogendoorn, die een aantal colleges verzorgde, vond het niveauverschil tussen de studenten opvallend. ,,Ik zal niet in termen van lager of hoger niveau spreken, maar de twee oefeningen die wij hadden verzonnen vonden vooral sommige studenten erg ingewikkeld en te specialistisch.”
Knikkebollen
In het laatste onderdeel werkten de studenten van de verschillende universiteiten in kleine groepjes aan concrete verkeerskundige kwesties. De manier van werken verschilde nogal. ,,Delftenaren werken heel projectmatig. Je hebt een probleem, je verzint een oplossing en kijkt wat je nodig hebt”, zegt Van Lint. ,,Hoe zuidelijker je komt, hoe afwijkender de aanpak. Zuiderlingen gaan eerst een hele bibliotheek uitlezen en vervolgens gaan ze die kennis toepassen. Dat communiceert moeilijk.”
,,Iedereen heeft ontzettend hard gewerkt, vooral aan de cases. Als we gingen lunchen, zaten sommigen te knikkebollen”, aldus Hoogendoorn. Van Lint beaamt dat. ,,De laatste week gingen we om vijf uur slapen en om negen uur weer op. De laatste dag heb ik helemaal niet geslapen.”
Professor Bovy, die niet op de campus sliep maar in een bed & breakfast in een typisch Amerikaanse suburb veertig kilometer verderop, vindt het grote verschil met de TU dat de Amerikaanse universiteit dag en nacht open is. ,,Afspraken op zaterdag zijn daar heel normaal, dat is in Delft ondenkbaar.”
Van Lints vooroordelen over Amerika zijn door het bezoek aan MIT niet uit de wereld geholpen. ,,Integendeel. Ik verdenk Amerikanen van oppervlakkigheid. Geld verdienen en veiligheid zijn het belangrijkste daar. Sociale dingen komen op het tweede plan. Maar natuurlijk heb ik door dit bezoek Amerika niet echt leren kennen”, relativeert hij.
Zeven studenten en docenten van de TU Delft deden deze zomer mee aan een summercourse aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston. ,,Mijn vooroordelen over Amerikanen zijn door deze trip niet gewijzigd.”
,,Een opleiding bij MIT kost dertigduizend dollar, en in Delft is dat geloof ik duizend dollar”, zegt promovendus Hans van Lint. Samen met zes andere studenten en docenten verkeers- en vervoerskunde stak hij deze zomer de oceaan over voor een zomercursus van drie weken in Boston. ,,Dus óf je hebt een rijke papa, óf je hebt een baantje van dertig of veertig uur per week om je studie te betalen. Je kunt je voorstellen dat het sociale leven daar dus heel anders is, veel cleaner.”
MIT heeft een echte campus. ,,Eigenlijk is het een stadje op zich”, aldus Van Lint. De studenten sliepen in tweetallen in een dormatory op de campus. ,,Dat was dik voor mekaar: een gym in de kelder, cola- en ijsautomaten om de hoek. Maar rustig een biertje drinken op het grasveld mag daar niet.”
Aanleiding voor het bezoek aan Boston is een project van drie Europese (Delft, Napels en Athene) en drie Amerikaanse universiteiten (MIT, North Carolina en de North Western University bij Chicago). Doel van het project is de samenwerking tussen Europese en Amerikaanse universiteiten te verbeteren. De Europese Unie en de Amerikaanse overheid financieren het project.
Oppervlakkig
De studenten bestudeerden het gedrag van weggebruikers op intelligente transportsystemen (verkeerslichten, voertuiggeleiding, toegangsdosering). Hoogleraar algemene verkeers- en vervoerskunde prof.dr. Piet Bovy wilde zoveel mogelijk faculteiten bij het project betrekken. ,,Dat is aardig gelukt. De deelnemers waren afkomstig van civiele techniek, werktuigbouw, technische bestuurskunde en onderzoeksinstituut OTB.” Per universiteit deden zes mensen mee.
Het programma bestond uit drie delen. Een week bedrijven bezoeken, een week ‘klassiek’ college volgen en een week praktijkcases uitvoeren. ,,Door de grote hoeveelheid materiaal die er tijdens de colleges werd behandeld, werd het wel oppervlakkig. In twee weken was het goed te doen geweest”, vindt Van Lint.
Docent dynamisch verkeersmanagement Serge Hoogendoorn, die een aantal colleges verzorgde, vond het niveauverschil tussen de studenten opvallend. ,,Ik zal niet in termen van lager of hoger niveau spreken, maar de twee oefeningen die wij hadden verzonnen vonden vooral sommige studenten erg ingewikkeld en te specialistisch.”
Knikkebollen
In het laatste onderdeel werkten de studenten van de verschillende universiteiten in kleine groepjes aan concrete verkeerskundige kwesties. De manier van werken verschilde nogal. ,,Delftenaren werken heel projectmatig. Je hebt een probleem, je verzint een oplossing en kijkt wat je nodig hebt”, zegt Van Lint. ,,Hoe zuidelijker je komt, hoe afwijkender de aanpak. Zuiderlingen gaan eerst een hele bibliotheek uitlezen en vervolgens gaan ze die kennis toepassen. Dat communiceert moeilijk.”
,,Iedereen heeft ontzettend hard gewerkt, vooral aan de cases. Als we gingen lunchen, zaten sommigen te knikkebollen”, aldus Hoogendoorn. Van Lint beaamt dat. ,,De laatste week gingen we om vijf uur slapen en om negen uur weer op. De laatste dag heb ik helemaal niet geslapen.”
Professor Bovy, die niet op de campus sliep maar in een bed & breakfast in een typisch Amerikaanse suburb veertig kilometer verderop, vindt het grote verschil met de TU dat de Amerikaanse universiteit dag en nacht open is. ,,Afspraken op zaterdag zijn daar heel normaal, dat is in Delft ondenkbaar.”
Van Lints vooroordelen over Amerika zijn door het bezoek aan MIT niet uit de wereld geholpen. ,,Integendeel. Ik verdenk Amerikanen van oppervlakkigheid. Geld verdienen en veiligheid zijn het belangrijkste daar. Sociale dingen komen op het tweede plan. Maar natuurlijk heb ik door dit bezoek Amerika niet echt leren kennen”, relativeert hij.
Comments are closed.