Nog geen jaar nadat hij zijn studie lucht- en ruimtevaarttechniek had afgerond, kreeg Chris Rijnders de kans om in het Mekka van de autosport te gaan werken.
Inmiddels heeft hij bij Stewart Grand Prix zijn eerste seizoen in de Formule I achter de rug.
Rijnders wist wat hij wilde toen hij ging studeren in Delft. Na zijn studie moest en zou hij een baan in de autosport vinden. Dat was een droom die hij al jaren koesterde. ,,Ik ben mijn hele leven al een autosportgek geweest”, vertelt hij. ,,In plaats van een avondje stappen, zat ik liever om drie uur ’s nachts live de Grand Prix van Japan te kijken. Vaak tot groot onbegrip van veel van mijn vrienden. Ik zocht ook elk jaar wel een paar Grand Prix’ op. Met mijn tentje overnachtte ik dan in de buurt van het circuit. Als ik nu mensen zie die dat er ook allemaal voor over hebben, kan ik me nauwelijks meer voorstellen dat ik dat ook deed.”
Rijnders studeerde in december 1998 af in Lucht- en Ruimtevaarttechniek bij prof.dr.ir. J.A. Mulder. Zijn afstudeerwerk ‘Driver Modelling for Racecar Lap Simulation Based on an Integrated Learning Technique‘ was een verslag van zijn werkzaamheden bij het Amerikaanse Reynard raceteam, dat uitkomt in de CART-series. Het viel niet mee om bij een autosportteam aan boord te komen, herinnert Rijnders zich.
,,Ik ben speciaal Lucht- en Ruimtevaarttechniek gaan studeren om daarmee werk in de racerij te vinden, maar toen ik aan het einde van mijn studie een stageplaats probeerde te vinden, kostte dat veel moeite. Ik heb zo’n vijftig brieven de deur uit gedaan, maar telkens was de reactie hetzelfde: ‘Sorry, stage lopen, daar doen we niet aan. We zoeken mensen met ervaring.’ ”
Hongerig
Gelukkig voor Rijnders was het Amerikaanse CART-team Reynard op zoek naar iemand die verstand had van simulatietechnieken en daar kon hij toen aan de slag. De Nederlander werd zonder veel omhaal meteen in het diepe gegooid. ,,Ze zeiden dat ze me best ervaring wilden laten opdoen, maar dat ik daarvoor wel mijn ziel aan hen moest verkopen. Ze wilden zien hoe hongerig ik was.”
Met Rijnders’ gretigheid zat het wel goed en al snel was hij bezig met het schrijven van simulatiesoftware voor Reynard. ,,Daarmee moest op de computer voorspeld worden wat de auto in bepaalde situaties zou gaan doen. Ik moest digitaal verzinnen wat er op de baan gebeurde.”
Nadat hij zijn ervaringen in Amerika in zijn scriptie had verwerkt, studeerde hij in december 1998 af. Toen volgde de zoektocht naar een vaste baan in de autosport. ,,Normaal doorloopt een technicus, net als een coureur, een soort vaste route in de racerij. Je begint bij de Formule 3, dan de Formule 3000 en heel misschien kom je ooit nog eens in deFormule I terecht. Bij ging het wat sneller. Ik had gereageerd op een advertentie van Stewart in een Engels autosport-tijdschrift en na een gesprek ben ik toen aangenomen. Of ik meteen ook maar wilde beginnen, vroegen ze. Dat zag ik wel zitten. Zo studeerde ik in december af en was ik in januari op het circuit van Jerez in Spanje om aan de eerste tests mee te werken.”
Nachtleven
De eerste twaalf maanden bij Stewart waren voor Rijnders een unieke ervaring, Zowel voor hem persoonlijk als voor het team was 1999 een goed jaar. Op 26 september won Stewarts Johny Herbert de Grand Prix van Europa op de Nürburgring en werd teamgenoot Rubens Barichello derde. ,,Toen hebben we wel even gefeest”, herinnert Rijnders zich lachend.
Rijnders was het afgelopen jaar werkzaam in het begeleidingsteam van Barichello. ,,Alles wat gedaan wordt met de auto van Rubens houd ik in de computer bij. Ik leg een verband tussen de opmerkingen van de coureur, de data van de computers en zaken als bandenslijtage en benzineverbruik. Ik sta tijdens de traningen constant in de pit met een laptop in mijn handen om alle gevens te verwerken en te interpreteren. Welk effect heeft een bepaalde verandering gehad op de auto? Die informatie is van cruciaal belang voor de race-engineers. Die moeten als de omstandigheden plotseling veranderen een paar stappen terug in de afstelling van de auto en dan moeten ze van mij die gegevens kant en klaar aangeleverd krijgen.”
Uiteindelijk wil Rijders zelf ook race-engineer worden, maar daar is hij nu nog niet aan toe. ,,Je hebt wel een jaar of drie ervaring nodig voordat je die taak een beetje naar behoren kan uitvoeren. In alle rust goede beslissingen nemen is één ding, maar om dat tijdens een race in een seconde te
doen, is wel even wat anders.”
Hoe bevalt Rijnders het glamourwereldje van de Formule I verder? ,,Ik praat nu met mensen van wie ik vroeger alleen maar droomde. Dat is natuurlijk fantastisch. Maar het is voornamelijk heel hard werken. Voor alle toestanden er omheen heb ik niet al teveel tijd, maar af en toe pik je zeker de glamour en het mooie nachtleven mee. Niet veel mensen kunnen zeggen dat ze dit jaar uit zijn geweest in Melbourne, Milaan, Barcelona, Kuala Lumpur, Osaka en Budapest, om maar eens wat plaatsen te noemen. En wie een maand na zijn afstuderen zijn grote droom ziet uitkomen, heeft volgens mij niets te klagen. En dat doe ik dan ook zeker niet.”
Chris Rijnders (rechts) met zijn held Rubens Barichello: ,,Ik ben mijn hele leven al een autosportgek”
Nog geen jaar nadat hij zijn studie lucht- en ruimtevaarttechniek had afgerond, kreeg Chris Rijnders de kans om in het Mekka van de autosport te gaan werken. Inmiddels heeft hij bij Stewart Grand Prix zijn eerste seizoen in de Formule I achter de rug.
Rijnders wist wat hij wilde toen hij ging studeren in Delft. Na zijn studie moest en zou hij een baan in de autosport vinden. Dat was een droom die hij al jaren koesterde. ,,Ik ben mijn hele leven al een autosportgek geweest”, vertelt hij. ,,In plaats van een avondje stappen, zat ik liever om drie uur ’s nachts live de Grand Prix van Japan te kijken. Vaak tot groot onbegrip van veel van mijn vrienden. Ik zocht ook elk jaar wel een paar Grand Prix’ op. Met mijn tentje overnachtte ik dan in de buurt van het circuit. Als ik nu mensen zie die dat er ook allemaal voor over hebben, kan ik me nauwelijks meer voorstellen dat ik dat ook deed.”
Rijnders studeerde in december 1998 af in Lucht- en Ruimtevaarttechniek bij prof.dr.ir. J.A. Mulder. Zijn afstudeerwerk ‘Driver Modelling for Racecar Lap Simulation Based on an Integrated Learning Technique‘ was een verslag van zijn werkzaamheden bij het Amerikaanse Reynard raceteam, dat uitkomt in de CART-series. Het viel niet mee om bij een autosportteam aan boord te komen, herinnert Rijnders zich.
,,Ik ben speciaal Lucht- en Ruimtevaarttechniek gaan studeren om daarmee werk in de racerij te vinden, maar toen ik aan het einde van mijn studie een stageplaats probeerde te vinden, kostte dat veel moeite. Ik heb zo’n vijftig brieven de deur uit gedaan, maar telkens was de reactie hetzelfde: ‘Sorry, stage lopen, daar doen we niet aan. We zoeken mensen met ervaring.’ ”
Hongerig
Gelukkig voor Rijnders was het Amerikaanse CART-team Reynard op zoek naar iemand die verstand had van simulatietechnieken en daar kon hij toen aan de slag. De Nederlander werd zonder veel omhaal meteen in het diepe gegooid. ,,Ze zeiden dat ze me best ervaring wilden laten opdoen, maar dat ik daarvoor wel mijn ziel aan hen moest verkopen. Ze wilden zien hoe hongerig ik was.”
Met Rijnders’ gretigheid zat het wel goed en al snel was hij bezig met het schrijven van simulatiesoftware voor Reynard. ,,Daarmee moest op de computer voorspeld worden wat de auto in bepaalde situaties zou gaan doen. Ik moest digitaal verzinnen wat er op de baan gebeurde.”
Nadat hij zijn ervaringen in Amerika in zijn scriptie had verwerkt, studeerde hij in december 1998 af. Toen volgde de zoektocht naar een vaste baan in de autosport. ,,Normaal doorloopt een technicus, net als een coureur, een soort vaste route in de racerij. Je begint bij de Formule 3, dan de Formule 3000 en heel misschien kom je ooit nog eens in deFormule I terecht. Bij ging het wat sneller. Ik had gereageerd op een advertentie van Stewart in een Engels autosport-tijdschrift en na een gesprek ben ik toen aangenomen. Of ik meteen ook maar wilde beginnen, vroegen ze. Dat zag ik wel zitten. Zo studeerde ik in december af en was ik in januari op het circuit van Jerez in Spanje om aan de eerste tests mee te werken.”
Nachtleven
De eerste twaalf maanden bij Stewart waren voor Rijnders een unieke ervaring, Zowel voor hem persoonlijk als voor het team was 1999 een goed jaar. Op 26 september won Stewarts Johny Herbert de Grand Prix van Europa op de Nürburgring en werd teamgenoot Rubens Barichello derde. ,,Toen hebben we wel even gefeest”, herinnert Rijnders zich lachend.
Rijnders was het afgelopen jaar werkzaam in het begeleidingsteam van Barichello. ,,Alles wat gedaan wordt met de auto van Rubens houd ik in de computer bij. Ik leg een verband tussen de opmerkingen van de coureur, de data van de computers en zaken als bandenslijtage en benzineverbruik. Ik sta tijdens de traningen constant in de pit met een laptop in mijn handen om alle gevens te verwerken en te interpreteren. Welk effect heeft een bepaalde verandering gehad op de auto? Die informatie is van cruciaal belang voor de race-engineers. Die moeten als de omstandigheden plotseling veranderen een paar stappen terug in de afstelling van de auto en dan moeten ze van mij die gegevens kant en klaar aangeleverd krijgen.”
Uiteindelijk wil Rijders zelf ook race-engineer worden, maar daar is hij nu nog niet aan toe. ,,Je hebt wel een jaar of drie ervaring nodig voordat je die taak een beetje naar behoren kan uitvoeren. In alle rust goede beslissingen nemen is één ding, maar om dat tijdens een race in een seconde te
doen, is wel even wat anders.”
Hoe bevalt Rijnders het glamourwereldje van de Formule I verder? ,,Ik praat nu met mensen van wie ik vroeger alleen maar droomde. Dat is natuurlijk fantastisch. Maar het is voornamelijk heel hard werken. Voor alle toestanden er omheen heb ik niet al teveel tijd, maar af en toe pik je zeker de glamour en het mooie nachtleven mee. Niet veel mensen kunnen zeggen dat ze dit jaar uit zijn geweest in Melbourne, Milaan, Barcelona, Kuala Lumpur, Osaka en Budapest, om maar eens wat plaatsen te noemen. En wie een maand na zijn afstuderen zijn grote droom ziet uitkomen, heeft volgens mij niets te klagen. En dat doe ik dan ook zeker niet.”
Chris Rijnders (rechts) met zijn held Rubens Barichello: ,,Ik ben mijn hele leven al een autosportgek”

Comments are closed.