Ik hou wel van een stevige discussie

Lapikas: ,,Ik denk dat er in Delft veel meer mensen zijn die die techniek kunnen beheersen.”

Ben jij zo’n ouwehoer?

,,Dat is een beetje overdreven, ik ben niet de hele dag aan het praten. Maar ik houd wel van een stevige discussie, je mag me er altijd voor wakker maken. Binnen mijn jaarclub discussiëren we ook regelmatig. Een deel van mijn ervaring heb ik opgedaan tijdens mijn voorzitterschap van studentenpartij AAG. Daar wordt over allerlei onderwerpen flink gedebatteerd.”

Welke stellingen moesten jullie verdedigen?

,,De stelling ‘Liever dood dan rood’ wonnen wij met ‘wie dood is heeft ook geleefd.’ Pas kort voor de wedstrijd hoor je of je als team voor- of tegenstander bent van de stelling. Wij hebben het creatief aangepakt. Onze argumentatie was: als je rood bent, ben je alleen maar een kleur en wat stelt een kleur nu voor? Rood staat ook voor links, socialistisch, communistisch. En wat heeft het communisme ons nu eigenlijk voor goeds opgeleverd? De finalestelling was: ‘De overheid moet minder regelen voor de samenleving’. Die wonnen wij met het argument dat de verzorgingstaat te duur wordt en daar had de tegenpartij niet van terug.”

Delftse techneuten kunnen toch helemaal niet praten?

,,Wij waren het enige Delftse team, de rest kwam uit Leiden en Utrecht. Het was leuk dat de winst naar ons ging. De praeses reikte de prijs uit met de woorden: ‘Het doet me pijn in mijn hart, maar ik moet erkennen dat de Delfterikken beter hebben gedebateerd dan de Leidse bekken. Ik denk dat er in Delft veel meer mensen zijn die de debatteertechniek kunnen beheersen. Als er animo voor is organiseer ik een wedstrijd.”

Heeft jouw vereniging geen debatteerclub?

,,Nee, helaas niet, al wordt er wel veel gediscussieerd. In de jaren vijftig was het bij Jansbrug de gewoonte om elke avond na de maaltijd een tafeldiscussie te voeren. Die gewoonte is met de jaren verdwenen. Dat is jammer, dat zou ik graag terugbrengen. Al is dat lastig voor elkaar te krijgen. Vroeger at iedereen tegelijkertijd, nu hebben we een open eettafel.”

Waarover zou je het willen hebben?

,,Allereerst zou ik een debat willen om te kijken of er animo voor is. De maatschappelijke onderwerpen vind ik vaak het interessants. Bijvoorbeeld de verhouding tussen Europa en de Verenigde Staten, die nu onder druk staat.”

Jansbrugger Tibor Lapikas (24) won vorige week samen met zijn jaarclubgenoot Steven van Dieten (23) een door de Leidse studentenvereniging Augustinus georganiseerde debatteerwedstrijd. Lapikas: ,,Ik denk dat er in Delft veel meer mensen zijn die die techniek kunnen beheersen.”

Ben jij zo’n ouwehoer?

,,Dat is een beetje overdreven, ik ben niet de hele dag aan het praten. Maar ik houd wel van een stevige discussie, je mag me er altijd voor wakker maken. Binnen mijn jaarclub discussiëren we ook regelmatig. Een deel van mijn ervaring heb ik opgedaan tijdens mijn voorzitterschap van studentenpartij AAG. Daar wordt over allerlei onderwerpen flink gedebatteerd.”

Welke stellingen moesten jullie verdedigen?

,,De stelling ‘Liever dood dan rood’ wonnen wij met ‘wie dood is heeft ook geleefd.’ Pas kort voor de wedstrijd hoor je of je als team voor- of tegenstander bent van de stelling. Wij hebben het creatief aangepakt. Onze argumentatie was: als je rood bent, ben je alleen maar een kleur en wat stelt een kleur nu voor? Rood staat ook voor links, socialistisch, communistisch. En wat heeft het communisme ons nu eigenlijk voor goeds opgeleverd? De finalestelling was: ‘De overheid moet minder regelen voor de samenleving’. Die wonnen wij met het argument dat de verzorgingstaat te duur wordt en daar had de tegenpartij niet van terug.”

Delftse techneuten kunnen toch helemaal niet praten?

,,Wij waren het enige Delftse team, de rest kwam uit Leiden en Utrecht. Het was leuk dat de winst naar ons ging. De praeses reikte de prijs uit met de woorden: ‘Het doet me pijn in mijn hart, maar ik moet erkennen dat de Delfterikken beter hebben gedebateerd dan de Leidse bekken. Ik denk dat er in Delft veel meer mensen zijn die de debatteertechniek kunnen beheersen. Als er animo voor is organiseer ik een wedstrijd.”

Heeft jouw vereniging geen debatteerclub?

,,Nee, helaas niet, al wordt er wel veel gediscussieerd. In de jaren vijftig was het bij Jansbrug de gewoonte om elke avond na de maaltijd een tafeldiscussie te voeren. Die gewoonte is met de jaren verdwenen. Dat is jammer, dat zou ik graag terugbrengen. Al is dat lastig voor elkaar te krijgen. Vroeger at iedereen tegelijkertijd, nu hebben we een open eettafel.”

Waarover zou je het willen hebben?

,,Allereerst zou ik een debat willen om te kijken of er animo voor is. De maatschappelijke onderwerpen vind ik vaak het interessants. Bijvoorbeeld de verhouding tussen Europa en de Verenigde Staten, die nu onder druk staat.”