Het was even spannend, maar het is gelukt: Anke Jannie Landman plaatste zich met de dames-shorttrackploeg voor de Winterspelen in Nagano.
if”>
Voor de 23-jarige Landman wordt het de tweede keer dat ze naar de Olympische Spelen gaat. In 1994 was ze er in Lillehammer ook al bij. ,,Zo bijzonder is het niet hoor”, relativeert ze. ,,Het lijkt heel wat, maar het stelt niet zo veel voor. De opening en de sluiting zijn mooi, maar daarna zit je toch vooral op je kamer in het Olympisch dorp een video te kijken of je bereidt je voor op de wedstrijd. Je verveelt je af en toe rot.”
Het doel van het ‘dames-aflosteam’ is in februari in Nagano een finaleplaats te halen. ,,We maken een goede kans om door de voorronden te komen. Als je eenmaal in de finale zit, maak je veel kans op een medaille. Goud zit er niet in, denk ik. Landen als China en Korea zijn nog een maatje te groot voor ons.”
Omdat het trainen en voorbereiden veel tijd vreet, heeft ze eigenlijk geen tijd meer voor haar studie technische natuurkunde. ,,Dit jaar is de studie er een beetje bij in geschoten. Door de Spelen zal ik er ook niet zo veel aan doen. Ik ben nu vijfdejaars en volgend jaar wil ik me aan de studie gaan wijden – voor je het weet houdt je studiefinanciering op. Echt een probleem is het nog niet, ik doe er gewoon wat langer over.”
In eerste instantie was Landman op jonge leeftijd begonnen als langebaanschaatsster. ,,Mijn broers waren lid van een schaatsvereniging en kwamen vaak later thuis. Ik moest dan met mijn ouders de gewone gekookte aardappels eten, terwijl ze voor mijn broers gebakken werden. Die vond ik veel lekkerder, dus wilde ik ook op schaatsen.”
In 1988 ging ze naast het langebaanschaatsen ook shorttracken. ,,Vier jaar geleden plaatste ik me voor de Olympische Spelen en heb ik de lange baan gelaten voor wat hij was. Bij shorttrack zit je veel sneller in de kernploeg omdat er minder mensen zijn. Toen ik nog op de lange baan schaatste, eindigde ik altijd achter de meisjes die nu in de kernploeg zitten. Bij het shorttracken heb ik nu twee Nederlandse records.”
Risico’s
Ondanks de lange tijd die ze al schaatst heeft Landman er nog geen genoeg van. ,,Af en toe heb ik wel een periode dat het van mij even niet meer hoeft”, zegt ze. ,,Ik train bijna elke dag en een sociaal leven heb je bijna niet. Ik ben lid van De Bolk, maar daar ben ik geloof ik al een jaar niet meer geweest. Ik beloof wel steeds dat ik kom, maar als ik ’s avonds van een training thuis kom, ben ik meestal niet in een feeststemming.”
Wat ze na haar schaatscarrière wil gaan doen, weet ze nog niet. Iets met natuurkunde, dat staat vast. Ook na enigdenkwerk kan ze niets specifieks verzinnen. ,,In principe kan ik nog wel even vooruit met schaatsen. Er zijn mensen die op hun vierendertigste nog schaatsen, maar dat vind ik wat overdreven. Zo ver wil ik ook nog niet vooruitkijken. Volgend jaar ga ik verder met mijn studie en dan zien we wel weer.”
Dat de sport niet vrij van gevaar is, bewees Monique Velzeboer een aantal jaar geleden. Zij kwam ten val en liep een dwarslaesie op. ,,Monique is gewoon heel ongelukkig gevallen”, zegt Landman. ,,Als je het met gewoon schaatsen vergelijkt wordt er bij shorttrack veel meer gevallen. Doordat de baan veel kleiner is, kom je ook meteen tegen de boarding aan. Daar staan wel kussens voor, maar als je valt komt dat door de snelheid toch hard aan. Er is de laatste tijd wel aan gewerkt om dit te verbeteren, maar het risico blijft. Aan de andere kant is er bij elke sport sprake van een blessurerisico.”
Medaille
Ook Landman is nu, na een val, door een lichte blessure getroffen: ,,Ik ben onderhand wel honderd keer gevallen, maar dit is niet zo ernstig hoor. Ik heb een compressiefractuur in mijn rug. Dat betekent dat het kraakbeen tussen twee wervels teveel is ingedrukt en daardoor is beschadigd. Ik heb er geen last van, maar het bot moet wel even genezen. Voor de Spelen is dat zeker gebeurd.”
Omdat de damesploeg zich heeft geplaatst, mogen automatisch drie dames van die ploeg meedoen op een individueel nummer. Het staat nog niet vast, maar Landman denkt dat ze zal uitkomen op de 1000 meter, haar beste afstand. Hoewel ze positief is over de kansen voor de hele ploeg, schat ze haar individuele kansen niet hoog in. ,,Ik denk niet aan een medaille”, legt ze uit. ,,Mijn doel is bij de eerste acht te komen. Dat is al een hele prestatie, want nogmaals, tegen die Koreanen en Chinezen is bijna niet te rijden.”
Een middel als de klapschaats biedt daarbij ook geen oplossing. ,,Die is veel te instabiel voor shorttrack. Met een klapschaats heb je vooral voordeel op de rechte stukken en een shorttrackbaan is eigenlijk één bocht. Misschien dat het met wat aanpassing wel kan, maar voorlopig nog niet.”
Om zich voor te bereiden op de Spelen gaat ze in december met de kernploeg op trainingskamp. Als oefenwedstrijden worden daarna de Europese en de Nederlandse kampioenschappen gebruikt. Daarna zal ze in februari naar Nagano afreizen. Gaat ze zich weer vervelen? ,,Ik denk het wel, want het shorttracken zit helemaal achteraan tijdens de Spelen. Als het nou vooraan had gezeten, had ik nog naar andere sporten kunnen gaan kijken. Dat zit er nu niet in, want ik moet me voorbereiden op de wedstrijden.”
Het was even spannend, maar het is gelukt: Anke Jannie Landman plaatste zich met de dames-shorttrackploeg voor de Winterspelen in Nagano.
Voor de 23-jarige Landman wordt het de tweede keer dat ze naar de Olympische Spelen gaat. In 1994 was ze er in Lillehammer ook al bij. ,,Zo bijzonder is het niet hoor”, relativeert ze. ,,Het lijkt heel wat, maar het stelt niet zo veel voor. De opening en de sluiting zijn mooi, maar daarna zit je toch vooral op je kamer in het Olympisch dorp een video te kijken of je bereidt je voor op de wedstrijd. Je verveelt je af en toe rot.”
Het doel van het ‘dames-aflosteam’ is in februari in Nagano een finaleplaats te halen. ,,We maken een goede kans om door de voorronden te komen. Als je eenmaal in de finale zit, maak je veel kans op een medaille. Goud zit er niet in, denk ik. Landen als China en Korea zijn nog een maatje te groot voor ons.”
Omdat het trainen en voorbereiden veel tijd vreet, heeft ze eigenlijk geen tijd meer voor haar studie technische natuurkunde. ,,Dit jaar is de studie er een beetje bij in geschoten. Door de Spelen zal ik er ook niet zo veel aan doen. Ik ben nu vijfdejaars en volgend jaar wil ik me aan de studie gaan wijden – voor je het weet houdt je studiefinanciering op. Echt een probleem is het nog niet, ik doe er gewoon wat langer over.”
In eerste instantie was Landman op jonge leeftijd begonnen als langebaanschaatsster. ,,Mijn broers waren lid van een schaatsvereniging en kwamen vaak later thuis. Ik moest dan met mijn ouders de gewone gekookte aardappels eten, terwijl ze voor mijn broers gebakken werden. Die vond ik veel lekkerder, dus wilde ik ook op schaatsen.”
In 1988 ging ze naast het langebaanschaatsen ook shorttracken. ,,Vier jaar geleden plaatste ik me voor de Olympische Spelen en heb ik de lange baan gelaten voor wat hij was. Bij shorttrack zit je veel sneller in de kernploeg omdat er minder mensen zijn. Toen ik nog op de lange baan schaatste, eindigde ik altijd achter de meisjes die nu in de kernploeg zitten. Bij het shorttracken heb ik nu twee Nederlandse records.”
Risico’s
Ondanks de lange tijd die ze al schaatst heeft Landman er nog geen genoeg van. ,,Af en toe heb ik wel een periode dat het van mij even niet meer hoeft”, zegt ze. ,,Ik train bijna elke dag en een sociaal leven heb je bijna niet. Ik ben lid van De Bolk, maar daar ben ik geloof ik al een jaar niet meer geweest. Ik beloof wel steeds dat ik kom, maar als ik ’s avonds van een training thuis kom, ben ik meestal niet in een feeststemming.”
Wat ze na haar schaatscarrière wil gaan doen, weet ze nog niet. Iets met natuurkunde, dat staat vast. Ook na enigdenkwerk kan ze niets specifieks verzinnen. ,,In principe kan ik nog wel even vooruit met schaatsen. Er zijn mensen die op hun vierendertigste nog schaatsen, maar dat vind ik wat overdreven. Zo ver wil ik ook nog niet vooruitkijken. Volgend jaar ga ik verder met mijn studie en dan zien we wel weer.”
Dat de sport niet vrij van gevaar is, bewees Monique Velzeboer een aantal jaar geleden. Zij kwam ten val en liep een dwarslaesie op. ,,Monique is gewoon heel ongelukkig gevallen”, zegt Landman. ,,Als je het met gewoon schaatsen vergelijkt wordt er bij shorttrack veel meer gevallen. Doordat de baan veel kleiner is, kom je ook meteen tegen de boarding aan. Daar staan wel kussens voor, maar als je valt komt dat door de snelheid toch hard aan. Er is de laatste tijd wel aan gewerkt om dit te verbeteren, maar het risico blijft. Aan de andere kant is er bij elke sport sprake van een blessurerisico.”
Medaille
Ook Landman is nu, na een val, door een lichte blessure getroffen: ,,Ik ben onderhand wel honderd keer gevallen, maar dit is niet zo ernstig hoor. Ik heb een compressiefractuur in mijn rug. Dat betekent dat het kraakbeen tussen twee wervels teveel is ingedrukt en daardoor is beschadigd. Ik heb er geen last van, maar het bot moet wel even genezen. Voor de Spelen is dat zeker gebeurd.”
Omdat de damesploeg zich heeft geplaatst, mogen automatisch drie dames van die ploeg meedoen op een individueel nummer. Het staat nog niet vast, maar Landman denkt dat ze zal uitkomen op de 1000 meter, haar beste afstand. Hoewel ze positief is over de kansen voor de hele ploeg, schat ze haar individuele kansen niet hoog in. ,,Ik denk niet aan een medaille”, legt ze uit. ,,Mijn doel is bij de eerste acht te komen. Dat is al een hele prestatie, want nogmaals, tegen die Koreanen en Chinezen is bijna niet te rijden.”
Een middel als de klapschaats biedt daarbij ook geen oplossing. ,,Die is veel te instabiel voor shorttrack. Met een klapschaats heb je vooral voordeel op de rechte stukken en een shorttrackbaan is eigenlijk één bocht. Misschien dat het met wat aanpassing wel kan, maar voorlopig nog niet.”
Om zich voor te bereiden op de Spelen gaat ze in december met de kernploeg op trainingskamp. Als oefenwedstrijden worden daarna de Europese en de Nederlandse kampioenschappen gebruikt. Daarna zal ze in februari naar Nagano afreizen. Gaat ze zich weer vervelen? ,,Ik denk het wel, want het shorttracken zit helemaal achteraan tijdens de Spelen. Als het nou vooraan had gezeten, had ik nog naar andere sporten kunnen gaan kijken. Dat zit er nu niet in, want ik moet me voorbereiden op de wedstrijden.”

Comments are closed.