Campus

‘Ik ben erg lui’

Caspar van Vroonhoven sloeg twee klassen over op de basisschool, waardoor hij nu de jongste eerstejaars aan de TU is. Pas in april wordt hij zeventien.

Buitenbeentje? Opa begon ook op zijn zestiende aan de TU.

,,Toen ik in groep vier voor de zoveelste keer tijdens de les in slaap was gevallen, opperde mijn lerares het idee om een klas over te slaan”, vertelt Caspar van Vroonhoven over zijn eerste sprong. ,,Thuis was daar nog nooit over nagedacht. Ik ben de oudste, dus mijn ouders hadden geen ervaring met hoogbegaafdheid, geen vergelijkingsmateriaal. Ze waren er gewoon niet mee bezig geweest. Nadat mijn lerares dat voorstel had gedaan, hebben we er voor het eerst rustig over gepraat. Omdat ik me zo zat te vervelen op school, besloten we het te proberen.”

Dat jaar werkte Van Vroonhoven iets vooruit, waardoor hij na de zomervakantie direct naar groep zes kon. Nog steeds ging alles met het grootste gemak. Hij had tijd genoeg om zendamateur te worden en daarvoor examens te doen ’tussen allemaal ouwelui van dertig en veertig’. In groep zeven maakte hij de Cito-toets. ,,Ik had nul punten. Mijn score kon niet worden berekend omdat ik te jong was, maar ik kreeg wel havo-vwo-advies. De achtste groep heb ik toen ook overgeslagen.” Daardoor miste Van Vroonhoven wel de traditionele musical van het laatste schooljaar, maar ,,ach, wat je niet kent, kun je ook niet missen.”
Rechtszaken

Hoogbegaafdheid is op dit moment een issue. Ouders voeren rechtszaken tegen scholen om deze te dwingen hun kind een klas te laten overslaan. Van Vroonhoven vindt het logisch dat er scholen zijn die weigeren: ,,Je hebt bepaalde organisaties die hiertoe aanzetten. Zij willen hoogbegaafden afzonderen, pleiten voor aparte aandacht en individuele begeleiding. Ik vind dat echt onzin. Je kunt misschien meer, maar je moet ook gewoon in een klas kunnen zitten, daar thuishoren. Emotioneel moet je dat aan kunnen. Logisch dat een school weigert iemand een klas over te laten slaan, als die daar geestelijk nog niet aan toe is.”

Van Vroonhoven is zelf niet aangesloten geweest bij een dergelijke organisatie. ,,Ik heb ook nog nooit een intelligentietest gedaan, ik heb geen idee wat mijn IQ is.” Hij heeft wel contact met andere hoogbegaafden. ,,Er is een mailinglist van zo’n dertig mensen. Daardoor weet ik dat het ook verkeerd kan gaan. Zo ken ik een jongen die drie klassen heeft overgeslagen, maar later weer twee keer is blijven zitten. Inmiddels heeft hij op vijf verschillende scholen gezeten en gaat het helemaal niet goed. Bij mij op school noemden ze dat ‘onderpresterend hoogbegaafd’.”

Van Vroonhoven heeft intussen zelf ook ervaren dat niet altijd alles vanzelf gaat. ,,De eerste twee jaar van de middelbare school ging het nog steeds van een leien dakje. Ik had perfecte rapporten, met alleen maar A’s. Bij ons op school wasdat de hoogste waardering, zoals in Amerika. De derde klas ging ook nog redelijk, maar in de vierde en de vijfde heb ik veel problemen gehad met leren. Ik was erg lui.”

Doordat hij zich nooit had hoeven inspannen, had hij moeite de discipline op te brengen om te leren wanneer dat wel nodig was. Zijn overgangsrapport naar het examenjaar telde veel zesjes.

,,De zesde klas ging beter, omdat het het laatste jaar was. Ik moest nog even doorbijten tot ik er vanaf was.” Toch kon Van Vroonhoven het ook voor zijn examens af en toe niet opbrengen weken van tevoren te beginnen met leren en liet hij het aankomen op de laatste avond. Soms was dat te laat. ,,Ik ben slecht in stampen. Voor Latijn en Grieks moet je ontzettend veel teksten en vertalingen uit je hoofd leren. Voor beide vakken had ik daardoor een vijf.” De rest van de lijst varieerde ook sterk, met een zesje voor wiskunde B en een negen voor natuurkunde.
Forceren

Nu begint hij op zijn zestiende aan een studie elektrotechniek als één van de drie zestienjarige eerstejaars aan de TU. Hij is er expres geen jaar tussenuit geweest om niet uit het moeizaam verworven leerritme te komen. ,,Dan zou ik weer het leren moeten leren, ik ben niet zo goed in zelfstandig werken.” Maar een unieke leeftijd voor een eerstejaars heeft hij niet, weet hij, want zijn opa van moeders kant kwam ook op zijn zestiende naar Delft om werktuigbouwkunde te studeren. ,,Verder hebben er geen familieleden in Delft gestudeerd. We zijn ook geen hoogbegaafde familie of zo. Mijn jongere broer zit gewoon op het vwo, zonder ooit een klas over te slaan.”

Was zijn opa lid van Virgiel, zelf heeft hij gekozen voor de Delftsche Studenten Bond. ,,Ik weet natuurlijk wel dat ik heel jong ben. Je bent als eerstejaars overal al het jongst en ik ben dan nog eens twee jaar jonger. Daarom ben ik juist lid geworden. Je moet meedoen om geaccepteerd te worden; je moet je niet afzonderen. Op de middelbare school deed ik daar erg mijn best voor. Vanaf de vierde klas merkten mensen die niet wisten dat ik jonger was, het ook niet. Om die aanpassing te bereiken moet je je soms forceren. Je verzorgt jezelf ook goed, let op je kleren, doet, loopt en praat gewoon mee. En je gaat naar schoolfeesten, ook als je denkt dat je er eigenlijk nog niet thuishoort.

Daarmee erkent Van Vroonhoven toch de gevolgen van het leeftijdsverschil: ,,Je kunt wel twee jaar vooruit springen met leren, maar niet met emoties.” Derhalve blijft hij voorlopig bij zijn ouders wonen in Den Haag ‘op een minuut van het centraal station’. ,,Ik denk dat ik het op kamers wonen nog niet helemaal aankan, met wassen, koken, afwassen etcetera. Maar door mijn lidmaatschap zorg ik er voor dat ik niet alleen studiegenoten ken in Delft.”

Sommige zaken zijn wezenlijk anders voor een zestienjarige. Zo is in Groningen alles geregeld voor studiefinanciering en een OV-kaart per 1 oktober, maar toch kreeg hij onlangs een opgaaf voor de vierde termijn van de kinderbijslag.”

Op de Bond gelden ook andere regels voor de jonge noviet. ,,De noviciaatscommissie heeft mij absoluut verboden alcohol te drinken. Eerlijk gezegd heb ik me daar niet helemaal aangehouden, ik heb soms wel bier gedronken. Maar nu ik ontstoken ogen heb, drink ik voorlopig echt even niet meer.”

Caspar van Vroonhoven sloeg twee klassen over op de basisschool, waardoor hij nu de jongste eerstejaars aan de TU is. Pas in april wordt hij zeventien. Buitenbeentje? Opa begon ook op zijn zestiende aan de TU.

,,Toen ik in groep vier voor de zoveelste keer tijdens de les in slaap was gevallen, opperde mijn lerares het idee om een klas over te slaan”, vertelt Caspar van Vroonhoven over zijn eerste sprong. ,,Thuis was daar nog nooit over nagedacht. Ik ben de oudste, dus mijn ouders hadden geen ervaring met hoogbegaafdheid, geen vergelijkingsmateriaal. Ze waren er gewoon niet mee bezig geweest. Nadat mijn lerares dat voorstel had gedaan, hebben we er voor het eerst rustig over gepraat. Omdat ik me zo zat te vervelen op school, besloten we het te proberen.”

Dat jaar werkte Van Vroonhoven iets vooruit, waardoor hij na de zomervakantie direct naar groep zes kon. Nog steeds ging alles met het grootste gemak. Hij had tijd genoeg om zendamateur te worden en daarvoor examens te doen ’tussen allemaal ouwelui van dertig en veertig’. In groep zeven maakte hij de Cito-toets. ,,Ik had nul punten. Mijn score kon niet worden berekend omdat ik te jong was, maar ik kreeg wel havo-vwo-advies. De achtste groep heb ik toen ook overgeslagen.” Daardoor miste Van Vroonhoven wel de traditionele musical van het laatste schooljaar, maar ,,ach, wat je niet kent, kun je ook niet missen.”
Rechtszaken

Hoogbegaafdheid is op dit moment een issue. Ouders voeren rechtszaken tegen scholen om deze te dwingen hun kind een klas te laten overslaan. Van Vroonhoven vindt het logisch dat er scholen zijn die weigeren: ,,Je hebt bepaalde organisaties die hiertoe aanzetten. Zij willen hoogbegaafden afzonderen, pleiten voor aparte aandacht en individuele begeleiding. Ik vind dat echt onzin. Je kunt misschien meer, maar je moet ook gewoon in een klas kunnen zitten, daar thuishoren. Emotioneel moet je dat aan kunnen. Logisch dat een school weigert iemand een klas over te laten slaan, als die daar geestelijk nog niet aan toe is.”

Van Vroonhoven is zelf niet aangesloten geweest bij een dergelijke organisatie. ,,Ik heb ook nog nooit een intelligentietest gedaan, ik heb geen idee wat mijn IQ is.” Hij heeft wel contact met andere hoogbegaafden. ,,Er is een mailinglist van zo’n dertig mensen. Daardoor weet ik dat het ook verkeerd kan gaan. Zo ken ik een jongen die drie klassen heeft overgeslagen, maar later weer twee keer is blijven zitten. Inmiddels heeft hij op vijf verschillende scholen gezeten en gaat het helemaal niet goed. Bij mij op school noemden ze dat ‘onderpresterend hoogbegaafd’.”

Van Vroonhoven heeft intussen zelf ook ervaren dat niet altijd alles vanzelf gaat. ,,De eerste twee jaar van de middelbare school ging het nog steeds van een leien dakje. Ik had perfecte rapporten, met alleen maar A’s. Bij ons op school wasdat de hoogste waardering, zoals in Amerika. De derde klas ging ook nog redelijk, maar in de vierde en de vijfde heb ik veel problemen gehad met leren. Ik was erg lui.”

Doordat hij zich nooit had hoeven inspannen, had hij moeite de discipline op te brengen om te leren wanneer dat wel nodig was. Zijn overgangsrapport naar het examenjaar telde veel zesjes.

,,De zesde klas ging beter, omdat het het laatste jaar was. Ik moest nog even doorbijten tot ik er vanaf was.” Toch kon Van Vroonhoven het ook voor zijn examens af en toe niet opbrengen weken van tevoren te beginnen met leren en liet hij het aankomen op de laatste avond. Soms was dat te laat. ,,Ik ben slecht in stampen. Voor Latijn en Grieks moet je ontzettend veel teksten en vertalingen uit je hoofd leren. Voor beide vakken had ik daardoor een vijf.” De rest van de lijst varieerde ook sterk, met een zesje voor wiskunde B en een negen voor natuurkunde.
Forceren

Nu begint hij op zijn zestiende aan een studie elektrotechniek als één van de drie zestienjarige eerstejaars aan de TU. Hij is er expres geen jaar tussenuit geweest om niet uit het moeizaam verworven leerritme te komen. ,,Dan zou ik weer het leren moeten leren, ik ben niet zo goed in zelfstandig werken.” Maar een unieke leeftijd voor een eerstejaars heeft hij niet, weet hij, want zijn opa van moeders kant kwam ook op zijn zestiende naar Delft om werktuigbouwkunde te studeren. ,,Verder hebben er geen familieleden in Delft gestudeerd. We zijn ook geen hoogbegaafde familie of zo. Mijn jongere broer zit gewoon op het vwo, zonder ooit een klas over te slaan.”

Was zijn opa lid van Virgiel, zelf heeft hij gekozen voor de Delftsche Studenten Bond. ,,Ik weet natuurlijk wel dat ik heel jong ben. Je bent als eerstejaars overal al het jongst en ik ben dan nog eens twee jaar jonger. Daarom ben ik juist lid geworden. Je moet meedoen om geaccepteerd te worden; je moet je niet afzonderen. Op de middelbare school deed ik daar erg mijn best voor. Vanaf de vierde klas merkten mensen die niet wisten dat ik jonger was, het ook niet. Om die aanpassing te bereiken moet je je soms forceren. Je verzorgt jezelf ook goed, let op je kleren, doet, loopt en praat gewoon mee. En je gaat naar schoolfeesten, ook als je denkt dat je er eigenlijk nog niet thuishoort.

Daarmee erkent Van Vroonhoven toch de gevolgen van het leeftijdsverschil: ,,Je kunt wel twee jaar vooruit springen met leren, maar niet met emoties.” Derhalve blijft hij voorlopig bij zijn ouders wonen in Den Haag ‘op een minuut van het centraal station’. ,,Ik denk dat ik het op kamers wonen nog niet helemaal aankan, met wassen, koken, afwassen etcetera. Maar door mijn lidmaatschap zorg ik er voor dat ik niet alleen studiegenoten ken in Delft.”

Sommige zaken zijn wezenlijk anders voor een zestienjarige. Zo is in Groningen alles geregeld voor studiefinanciering en een OV-kaart per 1 oktober, maar toch kreeg hij onlangs een opgaaf voor de vierde termijn van de kinderbijslag.”

Op de Bond gelden ook andere regels voor de jonge noviet. ,,De noviciaatscommissie heeft mij absoluut verboden alcohol te drinken. Eerlijk gezegd heb ik me daar niet helemaal aangehouden, ik heb soms wel bier gedronken. Maar nu ik ontstoken ogen heb, drink ik voorlopig echt even niet meer.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.