Campus

Iedere vier jaar wisselen van baan is normaal

Zijn aftocht is niet treurig. Prof.ir. Endre Horvat heeft voldoende bereikt. ,,De kansen voor ondergronds bouwen liggen schitterend. Het is op de kaart gezet.

Iedereen denkt nu aan de derde dimensie.” Hij zwijgt even. ,,Af en toe zelfs overdreven en onrealistisch.”

Vijf jaar streed Horvat voor de ontwikkeling van het ondergronds bouwen. Een voorrecht vond hij het, een cadeau na zijn loopbaan bij gemeentewerken Rotterdam en Shell. Tot 1 november was hij hoogleraar ondergronds bouwen, morgen houdt hij zijn uittreerede bij Civiele Techniek. ,,Een college wordt het. Ik ga de balans opmaken van vijf jaar ondergronds bouwen.”

Zijn voormalige kamer oogt kaal en onpersoonlijk. Ongebruikt ook, omdat hij al sinds november leeg is. ,,Alleen die jas daar is nog van mij.” Een opvolger voor de charismatische Hongaar is nog altijd niet gevonden. Het is tijd voor vernieuwing, vindt hij zelf. ,,Ik had mijn uitgesproken meningen en mijn stokpaardjes. Om niet vast te roesten moet er worden vernieuwd. In mijn cultuur is het normaal: iedere vier à vijf jaar wisselen van baan. Ook als ik niet met pensioen zou gaan, was ik weggegaan.”

Horvat blijft actief in de wereld van staal en beton, als zelfstandig conflictmanager. Niet alleen ondergronds, maar bij grote infrastructuurprojecten in het algemeen. ,,Ik ben een busy body. Ik zou de ontwikkelingen rond de HSL nu kunnen volgen door artikelen te lezen en lezingen te volgen. Maar actief meedoen vind ik interessanter.”

Maaiveld

Zijn belangrijkste standpunt als hoogleraar was een relativerend standpunt. ,,Ik heb altijd de boodschap uitgedragen dat ondergronds bouwen niet heiligmakend is. Het is en blijft duur ten opzichte van bovengrondse oplossingen.” De mening dat Nederland achterloopt met het bouwen onder het maaiveld deelt hij dan ook niet.

,,In Nederland wordt minder ondergronds gebouwd dan in landen als Japan en Canada. Maar of wij daarom achterlopen? Nee, wij zijn beter in bovengrondse oplossingen, waardoor we minder gebruik hoeven maken van de duurdere ondergrondse varianten. Die worden pas toegepast als het echt noodzakelijk is. Men vergeet wel eens dat ondergronds vaak niet beter is: veiligheid en leefbaarheid zijn niet optimaal. De enige geldige reden om over te gaan tot ondergronds bouwen is het verhogen van de kwaliteit van de leefbaarheid boven het maaiveld. Hinderlijke functies als opslag en vervoer van goederen verdwijnen dan uit het straatbeeld.”

Horvat verdedigde als het nodig was zijn vakgebied, dat volgens hem onterecht werd zwartgemaakt. ,,De blunder bij de Haagse tramtunnel is het gevolg van een aaneenschakeling van technische en managementfouten, die vervolgens werden geweten aan de complexiteit van het ondergronds bouwen. Maar ondergronds bouwen kan niet volgens een kookboekprincipe worden toegepast. Het zijn geen standaardhandelingen maar er is fundamentele kennis van ingenieurs voor nodig. Als je het niet zo benadert, dan maak je brokken. Vanuit mijn positie had ik de plicht om kritisch te zijn. In het bedrijfsleven heeft ieder zijn eigen belangen, maar wetenschappers moeten objectief zijn”, vindt Horvat.

De wetenschappelijke aandacht voor ondergronds bouwen ontwikkelde zich onder Horvat van een puur technische specialisatie tot een multidisciplinair vraagstuk. ,,Het Centrum Ondergronds Bouwen focuste op boortunnels. Na onze strategische studie in 1997 zagen ze in dat de boortunnel weliswaar een aardige bijdrage kon leveren, maar dat bij ondergronds bouwen ook het stedenbouwkundig gebruik van de ondergrondse ruimten belangrijk is. Net als de integrale afweging van de gevolgen, wat een technisch bestuurskundig probleem is.”

Zijn keuzevak Ondergronds Bouwen werd jaarlijks bezocht door tachtig tot honderd studenten van diverse faculteiten. Horvat noemt het vak één van de succesfactoren van zijn leerstoel. ,,Dat multidisciplinaire samenwerken was dé aantrekkingskracht van het vak. Het was een aanvulling op andere vakken in plaats van een herhaling van bepaalde kennis. Ideeën moeten bij elkaar gebracht worden.”

Liberaal

Conflictmanager Horvat kijkt inmiddels verlekkerd naar de internationale markt: vergaderingen waar andere regels gelden en waar de mensen andere gebruiken hebben. Het lijkt hem prachtig om naar het buitenland te gaan. Maar in zijn vaderland zal hij zijn kennis nooit toepassen. ,,Dat moet je niet doen als ex-vluchteling. Je maakt meer kapot dan dat je goed doet.”

Horvat volgde de middelbare school en enkele jaren universiteit in Hongarije. Toen de Sovjet Unie de Hongaarse volksopstand in 1956 neersloeg, nam hij de benen naar Nederland. ,,Ik beschouw mijn vlucht nog steeds als verraad. Met veel plezier kom ik nog regelmatig in Hongarije en ik heb er nog veel vrienden. Maar ik heb het gevoel dat hun rol voor Hongarije belangrijker is geweest dan de mijne. Ik word steeds sentimenteler, hoe ouder ik word.”

Zijn achtergrond beïnvloedt zijn gedachten nog, bekent hij na een eerste ontkenning. ,,Aan een communistische opleiding zitten goede kanten, die men hier meer zou moeten waarderen. Zoals bijvoorbeeld de planmatige aanpak van problemen. Nederland is te liberaal. Ondergronds bouwen moet strategisch worden aangepakt. Men moet nu zeggen: over dertig jaar willen we geen vrachtvervoer meer in de binnensteden, dat moet ondergronds en daar moet het beleid op worden aangepast. Maar dat vindt men hier te dictatoriaal.”

Zijn aftocht is niet treurig. Prof.ir. Endre Horvat heeft voldoende bereikt. ,,De kansen voor ondergronds bouwen liggen schitterend. Het is op de kaart gezet. Iedereen denkt nu aan de derde dimensie.” Hij zwijgt even. ,,Af en toe zelfs overdreven en onrealistisch.”

Vijf jaar streed Horvat voor de ontwikkeling van het ondergronds bouwen. Een voorrecht vond hij het, een cadeau na zijn loopbaan bij gemeentewerken Rotterdam en Shell. Tot 1 november was hij hoogleraar ondergronds bouwen, morgen houdt hij zijn uittreerede bij Civiele Techniek. ,,Een college wordt het. Ik ga de balans opmaken van vijf jaar ondergronds bouwen.”

Zijn voormalige kamer oogt kaal en onpersoonlijk. Ongebruikt ook, omdat hij al sinds november leeg is. ,,Alleen die jas daar is nog van mij.” Een opvolger voor de charismatische Hongaar is nog altijd niet gevonden. Het is tijd voor vernieuwing, vindt hij zelf. ,,Ik had mijn uitgesproken meningen en mijn stokpaardjes. Om niet vast te roesten moet er worden vernieuwd. In mijn cultuur is het normaal: iedere vier à vijf jaar wisselen van baan. Ook als ik niet met pensioen zou gaan, was ik weggegaan.”

Horvat blijft actief in de wereld van staal en beton, als zelfstandig conflictmanager. Niet alleen ondergronds, maar bij grote infrastructuurprojecten in het algemeen. ,,Ik ben een busy body. Ik zou de ontwikkelingen rond de HSL nu kunnen volgen door artikelen te lezen en lezingen te volgen. Maar actief meedoen vind ik interessanter.”

Maaiveld

Zijn belangrijkste standpunt als hoogleraar was een relativerend standpunt. ,,Ik heb altijd de boodschap uitgedragen dat ondergronds bouwen niet heiligmakend is. Het is en blijft duur ten opzichte van bovengrondse oplossingen.” De mening dat Nederland achterloopt met het bouwen onder het maaiveld deelt hij dan ook niet.

,,In Nederland wordt minder ondergronds gebouwd dan in landen als Japan en Canada. Maar of wij daarom achterlopen? Nee, wij zijn beter in bovengrondse oplossingen, waardoor we minder gebruik hoeven maken van de duurdere ondergrondse varianten. Die worden pas toegepast als het echt noodzakelijk is. Men vergeet wel eens dat ondergronds vaak niet beter is: veiligheid en leefbaarheid zijn niet optimaal. De enige geldige reden om over te gaan tot ondergronds bouwen is het verhogen van de kwaliteit van de leefbaarheid boven het maaiveld. Hinderlijke functies als opslag en vervoer van goederen verdwijnen dan uit het straatbeeld.”

Horvat verdedigde als het nodig was zijn vakgebied, dat volgens hem onterecht werd zwartgemaakt. ,,De blunder bij de Haagse tramtunnel is het gevolg van een aaneenschakeling van technische en managementfouten, die vervolgens werden geweten aan de complexiteit van het ondergronds bouwen. Maar ondergronds bouwen kan niet volgens een kookboekprincipe worden toegepast. Het zijn geen standaardhandelingen maar er is fundamentele kennis van ingenieurs voor nodig. Als je het niet zo benadert, dan maak je brokken. Vanuit mijn positie had ik de plicht om kritisch te zijn. In het bedrijfsleven heeft ieder zijn eigen belangen, maar wetenschappers moeten objectief zijn”, vindt Horvat.

De wetenschappelijke aandacht voor ondergronds bouwen ontwikkelde zich onder Horvat van een puur technische specialisatie tot een multidisciplinair vraagstuk. ,,Het Centrum Ondergronds Bouwen focuste op boortunnels. Na onze strategische studie in 1997 zagen ze in dat de boortunnel weliswaar een aardige bijdrage kon leveren, maar dat bij ondergronds bouwen ook het stedenbouwkundig gebruik van de ondergrondse ruimten belangrijk is. Net als de integrale afweging van de gevolgen, wat een technisch bestuurskundig probleem is.”

Zijn keuzevak Ondergronds Bouwen werd jaarlijks bezocht door tachtig tot honderd studenten van diverse faculteiten. Horvat noemt het vak één van de succesfactoren van zijn leerstoel. ,,Dat multidisciplinaire samenwerken was dé aantrekkingskracht van het vak. Het was een aanvulling op andere vakken in plaats van een herhaling van bepaalde kennis. Ideeën moeten bij elkaar gebracht worden.”

Liberaal

Conflictmanager Horvat kijkt inmiddels verlekkerd naar de internationale markt: vergaderingen waar andere regels gelden en waar de mensen andere gebruiken hebben. Het lijkt hem prachtig om naar het buitenland te gaan. Maar in zijn vaderland zal hij zijn kennis nooit toepassen. ,,Dat moet je niet doen als ex-vluchteling. Je maakt meer kapot dan dat je goed doet.”

Horvat volgde de middelbare school en enkele jaren universiteit in Hongarije. Toen de Sovjet Unie de Hongaarse volksopstand in 1956 neersloeg, nam hij de benen naar Nederland. ,,Ik beschouw mijn vlucht nog steeds als verraad. Met veel plezier kom ik nog regelmatig in Hongarije en ik heb er nog veel vrienden. Maar ik heb het gevoel dat hun rol voor Hongarije belangrijker is geweest dan de mijne. Ik word steeds sentimenteler, hoe ouder ik word.”

Zijn achtergrond beïnvloedt zijn gedachten nog, bekent hij na een eerste ontkenning. ,,Aan een communistische opleiding zitten goede kanten, die men hier meer zou moeten waarderen. Zoals bijvoorbeeld de planmatige aanpak van problemen. Nederland is te liberaal. Ondergronds bouwen moet strategisch worden aangepakt. Men moet nu zeggen: over dertig jaar willen we geen vrachtvervoer meer in de binnensteden, dat moet ondergronds en daar moet het beleid op worden aangepast. Maar dat vindt men hier te dictatoriaal.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.