Bouwen in Delft moet sinds kort aan de hand van eisen uit een gemeentelijke nota over duurzaam bouwen.1 Illustratie: Victor LemstraAls tweede gemeente in Nederland, na Den Haag, heeft Delft een aantal weken geleden eigen milieu-eisen ingevoerd.
Aannemers en bouwers zullen zich aan de eisen moeten houden bij nieuwbouw of verbouwingen. De Duurzaam Bouwen lijst (DuBo-lijst) hoort bij de nota ‘Duurzaam Bouwen uit de Steigers’, een Delftse vertaling van het nationale programma Duurzaam Bouwen. Hiermee wil de overheid een milieuvriendelijker bouwproces verplichten.
De Delftse lijst bevat een lange rij eisen, van zeer specifiek, tot erg algemeen. Zo wordt gevraagd om rekening te houden met de nestelgelegenheid van de gierzwaluw, moet er een brievenbus met verhoogde tochtwering worden aangebracht en is gevel- of dakvegetatie gewenst. Maar het gaat ook om zaken als dakisolatie, dubbel glas en het stimuleren van zonne-energie.
Volgens ir. A. van den Dobbelsteen van de vakgroep bouwfysica, installaties en milieutechnisch ontwerpen bij Bouwkunde is de nota, op een paar schoonheidsfoutjes na, zowel bouwkundig als financieel goed uitvoerbaar. ,,De lijst is wel erg lang”, zegt hij. ,,Ik vraag me af of er voor de mensen die ermee moeten werken niet teveel informatie instaat. Misschien was het beter geweest om eerst een globale lijst te maken en daarna een meer gedetailleerde.”
Een ander probleem bij dit soort lijsten: ,,Over een tijdje houden alle bouwers zich aan een bepaalde eis, omdat die nu eenmaal in de lijst staat. Terwijl er inmiddels misschien een betere optie bestaat. Maar die komt nog niet voor op de lijst, omdat deze simpelweg nog niet bekend is. Het is mij niet duidelijk of die flexibiliteit erin zit”, aldus Van den Dobbelsteen.
Terugverdienen
Door de clustering van faculteiten en de daarbij horende nieuwbouw, krijgt de TU ook te maken met de milieu-eisen. Directeur van TU Delft Vastgoedbeheer, ir. A.Y. Sanson denkt niet dat die belemmerend zullen werken. ,,Veel van de dingen die nu in de nota staan, passen we al toe. Nu kijken we naar de terugverdientijd. Als een milieu-aspect zich pas over vijftien jaar terug verdient, dan doen we het liever niet. De maatregelen voor bijvoorbeeld extra isolatie zijn wat duurder, maar door de energie die je ermee bespaart, verdien je dat weer terug.”
Het grasdak van de nieuwe bibliotheek is een aspect van milieubouw dat nu in de nota staat, maar dat de TU al zelf toepaste. Sanson: ,,Dat was een visie van de architect. Een gebouw achter de Aula valt een beetje weg, omdat de Aula een imposant gebouw is. Vandaar dat hij er een soort grasvlakte van heeft gemaakt.”
Volgens Van den Dobbelsteen worden de bouwers niet te veel aan banden gelegd door de eisen: ,,Bij de meeste punten vraagt de gemeente niet meer dan het Nationaal Pakket. Bij een aantal andere gaat ze redelijk ver in de eisen, zoals afvalscheiding op debouwplaats, maar ook deze zijn goed haalbaar”, zegt hij.
De DuBo-lijst bestaat uit twee delen. In het basisgedeelte staan de verplichte eisen waaraan een bouwer zich dient te houden. Verder zijn er twee aanvullende lijsten, A en B. Een bouwer is verplicht om dertig procent van de maatregelen uit de A-lijst en tien procent van de B-lijst toe te passen. De basislijst bestaat daarom voornamelijk uit algemene eisen, terwijl de A- en B-nota’s meer ingaan op bijvoorbeeld materiaalkeuze.
Een knelpunt bij dit soort maatregelen is wie het gaat financieren en wie er uiteindelijk op toeziet dat de eisen worden uitgevoerd. Omdat de DuBo-lijst vaak verschillende bouwkundige onderdelen beslaat, ziet Van den Dobbelsteen een probleem met verantwoordelijkheden: ,,De eisen zijn soms planologisch, soms stedenbouwkundig of architectonisch. Eigenlijk zouden dus aparte lijsten op verschillende niveaus gemaakt moeten worden. Dan wordt duidelijk wie wat precies moet doen.”
Subsidie
De financiering van de DuBo-maatregelen komt niet voor rekening van de gemeente. Aan de eisen in de basislijst zitten geen extra kosten voor aannemers verbonden, omdat het over de manier van werken gaat. Aan de eisen in de twee keuzelijsten zit wel een prijskaartje, omdat hierin eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld materiaalkeuze. Dit extra geld moet worden opgebracht door de projectontwikkelaars of bouwers zelf. Het is mogelijk om een project tegen lage rentetarieven te financieren of een subsidie te krijgen van de gemeente. Het verlaagde tarief bestaat uit een ‘groene hypotheek’, van maximaal 75 duizend gulden. De subsidie wordt betaald uit een (milieu)technologiefonds.
Van den Dobbelsteen denkt dat de gemeente een goede zet heeft gedaan door de DuBo-lijst in te voeren. ,,Ervaringen in Den Haag laten zien dat wanneer een gemeente achter duurzaam bouwen staat er ook daadwerkelijk wat gebeurt. Wat dat betreft is het belangrijker om een lijst met wat gebreken te hebben, dan helemaal niets.”
Bouwen in Delft moet sinds kort aan de hand van eisen uit een gemeentelijke nota over duurzaam bouwen.
Als tweede gemeente in Nederland, na Den Haag, heeft Delft een aantal weken geleden eigen milieu-eisen ingevoerd. Aannemers en bouwers zullen zich aan de eisen moeten houden bij nieuwbouw of verbouwingen. De Duurzaam Bouwen lijst (DuBo-lijst) hoort bij de nota ‘Duurzaam Bouwen uit de Steigers’, een Delftse vertaling van het nationale programma Duurzaam Bouwen. Hiermee wil de overheid een milieuvriendelijker bouwproces verplichten.
De Delftse lijst bevat een lange rij eisen, van zeer specifiek, tot erg algemeen. Zo wordt gevraagd om rekening te houden met de nestelgelegenheid van de gierzwaluw, moet er een brievenbus met verhoogde tochtwering worden aangebracht en is gevel- of dakvegetatie gewenst. Maar het gaat ook om zaken als dakisolatie, dubbel glas en het stimuleren van zonne-energie.
Volgens ir. A. van den Dobbelsteen van de vakgroep bouwfysica, installaties en milieutechnisch ontwerpen bij Bouwkunde is de nota, op een paar schoonheidsfoutjes na, zowel bouwkundig als financieel goed uitvoerbaar. ,,De lijst is wel erg lang”, zegt hij. ,,Ik vraag me af of er voor de mensen die ermee moeten werken niet teveel informatie instaat. Misschien was het beter geweest om eerst een globale lijst te maken en daarna een meer gedetailleerde.”
Een ander probleem bij dit soort lijsten: ,,Over een tijdje houden alle bouwers zich aan een bepaalde eis, omdat die nu eenmaal in de lijst staat. Terwijl er inmiddels misschien een betere optie bestaat. Maar die komt nog niet voor op de lijst, omdat deze simpelweg nog niet bekend is. Het is mij niet duidelijk of die flexibiliteit erin zit”, aldus Van den Dobbelsteen.
Terugverdienen
Door de clustering van faculteiten en de daarbij horende nieuwbouw, krijgt de TU ook te maken met de milieu-eisen. Directeur van TU Delft Vastgoedbeheer, ir. A.Y. Sanson denkt niet dat die belemmerend zullen werken. ,,Veel van de dingen die nu in de nota staan, passen we al toe. Nu kijken we naar de terugverdientijd. Als een milieu-aspect zich pas over vijftien jaar terug verdient, dan doen we het liever niet. De maatregelen voor bijvoorbeeld extra isolatie zijn wat duurder, maar door de energie die je ermee bespaart, verdien je dat weer terug.”
Het grasdak van de nieuwe bibliotheek is een aspect van milieubouw dat nu in de nota staat, maar dat de TU al zelf toepaste. Sanson: ,,Dat was een visie van de architect. Een gebouw achter de Aula valt een beetje weg, omdat de Aula een imposant gebouw is. Vandaar dat hij er een soort grasvlakte van heeft gemaakt.”
Volgens Van den Dobbelsteen worden de bouwers niet te veel aan banden gelegd door de eisen: ,,Bij de meeste punten vraagt de gemeente niet meer dan het Nationaal Pakket. Bij een aantal andere gaat ze redelijk ver in de eisen, zoals afvalscheiding op debouwplaats, maar ook deze zijn goed haalbaar”, zegt hij.
De DuBo-lijst bestaat uit twee delen. In het basisgedeelte staan de verplichte eisen waaraan een bouwer zich dient te houden. Verder zijn er twee aanvullende lijsten, A en B. Een bouwer is verplicht om dertig procent van de maatregelen uit de A-lijst en tien procent van de B-lijst toe te passen. De basislijst bestaat daarom voornamelijk uit algemene eisen, terwijl de A- en B-nota’s meer ingaan op bijvoorbeeld materiaalkeuze.
Een knelpunt bij dit soort maatregelen is wie het gaat financieren en wie er uiteindelijk op toeziet dat de eisen worden uitgevoerd. Omdat de DuBo-lijst vaak verschillende bouwkundige onderdelen beslaat, ziet Van den Dobbelsteen een probleem met verantwoordelijkheden: ,,De eisen zijn soms planologisch, soms stedenbouwkundig of architectonisch. Eigenlijk zouden dus aparte lijsten op verschillende niveaus gemaakt moeten worden. Dan wordt duidelijk wie wat precies moet doen.”
Subsidie
De financiering van de DuBo-maatregelen komt niet voor rekening van de gemeente. Aan de eisen in de basislijst zitten geen extra kosten voor aannemers verbonden, omdat het over de manier van werken gaat. Aan de eisen in de twee keuzelijsten zit wel een prijskaartje, omdat hierin eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld materiaalkeuze. Dit extra geld moet worden opgebracht door de projectontwikkelaars of bouwers zelf. Het is mogelijk om een project tegen lage rentetarieven te financieren of een subsidie te krijgen van de gemeente. Het verlaagde tarief bestaat uit een ‘groene hypotheek’, van maximaal 75 duizend gulden. De subsidie wordt betaald uit een (milieu)technologiefonds.
Van den Dobbelsteen denkt dat de gemeente een goede zet heeft gedaan door de DuBo-lijst in te voeren. ,,Ervaringen in Den Haag laten zien dat wanneer een gemeente achter duurzaam bouwen staat er ook daadwerkelijk wat gebeurt. Wat dat betreft is het belangrijker om een lijst met wat gebreken te hebben, dan helemaal niets.”

Comments are closed.