Onderwijs

Hoogtevrees virtueel te bestrijden

Oefenen met virtuele dieptes werkt net zo goed tegen hoogtevrees als duurdere therapie op echte hoge plekken, en is vaak laagdrempeliger.De standaardtherapie tegen hoogtevrees, stapsgewijs wennen aan hoogtes, werkt net zo goed met computergesimuleerde hoogtes.

Dat blijkt uit een onderzoek van de onderzoeksgroep virtual reality and phobia’s. Dit is een samenwerking tussen de Delftse faculteit Informatietechnologie en Systemen en de faculteit Psychologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Drieëndertig proefpersonen werden opgedeeld in een virtual-reality-(VR)-groep en een groep die de traditionele therapie volgde. Om de proefpersonen zoveel mogelijk aan dezelfde omstandigheden bloot te stellen, bouwde de Delftse promovendus drs. Martijn Schuemie nauwkeurige kopieën van de plekken waar ook de gewone groep oefende: het Amsterdamse winkelcentrum Magna Plaza, een brandtrap en het dakterras van het UvA-gebouw.

De effecten van beide behandelingen bleken gelijk, ook nog na een half jaar. In de loop van het jaar verschijnt een artikel hierover in het vakblad Behaviour research & therapy.

Volgens Schuemie is er een goede kans dat reguliere hoogtevreeslijders de behandeling binnenkort kunnen volgen. De traditionele behandeling kost namelijk veel dure therapeutenreistijd. Bovendien melden de ernstigste hoogtevreesgevallen zich niet aan voor de therapie. De hoogtes zijn toch nog te eng. ,,Je merkt dat mensen veel liever bij de VR-groep worden ingedeeld, ook al vinden ze die sessies ook niet echt leuk”, aldus Schuemie. ,,Dat de VR-behandeling even goed werkte als traditionele therapie was spectaculairder dan we verwacht hadden”, zegt Schuemie. ,,Virtual reality is toch minder levensecht dan de werkelijkheid.”

Oefenen met virtuele dieptes werkt net zo goed tegen hoogtevrees als duurdere therapie op echte hoge plekken, en is vaak laagdrempeliger.

De standaardtherapie tegen hoogtevrees, stapsgewijs wennen aan hoogtes, werkt net zo goed met computergesimuleerde hoogtes. Dat blijkt uit een onderzoek van de onderzoeksgroep virtual reality and phobia’s. Dit is een samenwerking tussen de Delftse faculteit Informatietechnologie en Systemen en de faculteit Psychologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Drieëndertig proefpersonen werden opgedeeld in een virtual-reality-(VR)-groep en een groep die de traditionele therapie volgde. Om de proefpersonen zoveel mogelijk aan dezelfde omstandigheden bloot te stellen, bouwde de Delftse promovendus drs. Martijn Schuemie nauwkeurige kopieën van de plekken waar ook de gewone groep oefende: het Amsterdamse winkelcentrum Magna Plaza, een brandtrap en het dakterras van het UvA-gebouw.

De effecten van beide behandelingen bleken gelijk, ook nog na een half jaar. In de loop van het jaar verschijnt een artikel hierover in het vakblad Behaviour research & therapy.

Volgens Schuemie is er een goede kans dat reguliere hoogtevreeslijders de behandeling binnenkort kunnen volgen. De traditionele behandeling kost namelijk veel dure therapeutenreistijd. Bovendien melden de ernstigste hoogtevreesgevallen zich niet aan voor de therapie. De hoogtes zijn toch nog te eng. ,,Je merkt dat mensen veel liever bij de VR-groep worden ingedeeld, ook al vinden ze die sessies ook niet echt leuk”, aldus Schuemie. ,,Dat de VR-behandeling even goed werkte als traditionele therapie was spectaculairder dan we verwacht hadden”, zegt Schuemie. ,,Virtual reality is toch minder levensecht dan de werkelijkheid.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.