Van alle hoogleraren moet openbaar gemaakt worden hoe snel hun promovendi de doctorstitel halen. Dat is een voorstel van rector Sminia van de Vrije Universiteit.
Slechts vijfendertig procent van de assistenten-in-opleiding (aio’s) slaagt erin binnen zes jaar een proefschrift af te ronden. Tien jaar geleden was dat nog meer dan de helft. Dat staat in het jaarverslag van de vereniging van universiteiten Vsnu, dat deze week bekend wordt. Voor een promotieonderzoek staat officieel vier jaar, maar volgens het Landelijk Aio- en Oio-Overleg (Laioo) haalt maar zeven procent van de aio’s dat.
De Vsnu en de Universiteit van Amsterdam organiseerden vorige week een themadag over promoveren. Een gevoelig punt in de discussie was de rol van de begeleidende hoogleraar. Volgens het Laioo is slechte begeleiding de voornaamste oorzaak van het lage promotierendement.
De rol van de hoogleraar is lang taboe geweest. Volgens een woordvoerder van de Vsnu is er nu sprake van een ‘cultuuromslag’. Daarin past ook het voorstel van VU-rector Sminia. Door het openbaar maken van promotierendementen per hoogleraar wil hij sociale controle bevorderen.
Op het symposium opperde de één dat hoogleraren gewoon geen promovendi meer moeten krijgen als ze niet goed zijn in het begeleiden. Een ander deed het voorstel om hoogleraren eerst een tijdelijke aanstelling te geven, bijvoorbeeld voor zes of zeven jaar.
Zelfs rees de vraag of slecht presterende hoogleraren niet moeten worden ontslagen. Tegengeluid kwam er van Sminia’s collega Gispen van de Universiteit Utrecht. ,,Laten we de klaagzang alsjeblieft niet als uitgangspunt nemen”, zei hij. ,,Promoveren is tegenslagen leren verwerken. De begeleiding is niet per se goed als de aio tevreden is.” (Bas Belleman/HOP)
Slechts vijfendertig procent van de assistenten-in-opleiding (aio’s) slaagt erin binnen zes jaar een proefschrift af te ronden. Tien jaar geleden was dat nog meer dan de helft. Dat staat in het jaarverslag van de vereniging van universiteiten Vsnu, dat deze week bekend wordt. Voor een promotieonderzoek staat officieel vier jaar, maar volgens het Landelijk Aio- en Oio-Overleg (Laioo) haalt maar zeven procent van de aio’s dat.
De Vsnu en de Universiteit van Amsterdam organiseerden vorige week een themadag over promoveren. Een gevoelig punt in de discussie was de rol van de begeleidende hoogleraar. Volgens het Laioo is slechte begeleiding de voornaamste oorzaak van het lage promotierendement.
De rol van de hoogleraar is lang taboe geweest. Volgens een woordvoerder van de Vsnu is er nu sprake van een ‘cultuuromslag’. Daarin past ook het voorstel van VU-rector Sminia. Door het openbaar maken van promotierendementen per hoogleraar wil hij sociale controle bevorderen.
Op het symposium opperde de één dat hoogleraren gewoon geen promovendi meer moeten krijgen als ze niet goed zijn in het begeleiden. Een ander deed het voorstel om hoogleraren eerst een tijdelijke aanstelling te geven, bijvoorbeeld voor zes of zeven jaar.
Zelfs rees de vraag of slecht presterende hoogleraren niet moeten worden ontslagen. Tegengeluid kwam er van Sminia’s collega Gispen van de Universiteit Utrecht. ,,Laten we de klaagzang alsjeblieft niet als uitgangspunt nemen”, zei hij. ,,Promoveren is tegenslagen leren verwerken. De begeleiding is niet per se goed als de aio tevreden is.” (Bas Belleman/HOP)

Comments are closed.